Een spannend moment.

Ik moet opnieuw een poging wagen flixonase m’n neus in te brengen. ‘t Is geen prettig gevoel de hele nacht niet door de neus te kunnen ademhalen & midden in de nacht wakker te worden vanwege een tong die vastgeplakt zit aan de mondholte. Dus dient ‘t spul zo diep mogelijk ‘t gangenstelsel achter m’n aangezicht (overdreven voorstelling natuurlijk van iets wat ik me niet kan voorstellen van m’n eigen lichaam: ”t zal er wel ingewikkelder uitzien dan de buitenste laag lijkt te verbeelden’) gestuurd te worden.

De oorzaak van ‘t ongelukje van afgelopen middag is echter nog steeds aanwezig. Doordat ik m’n vinger sneed aan een glassplinter, was ik gedwongen een pleister te dragen (kent u dat: ‘t randje van de snee blijft overal aan haken), waardoor de bewuste middelvinger niet volledige grip op de spuitknop had. Die glipte dus los bij de poging ‘t vocht de achterkant van m’n neusholte te laten bereiken, waardoor de tuit van ‘t flesje pardoes tegen de binnenkant van m’n neusschot aanschoot, gevolgd door de buitenkant van m’n hand.

Bij gebrek aan pleisters, zoals bleek bij thuiskomst, heb ik leukoplast op m’n middelvinger bevestigd.

We zijn nu aangekomen in de leukoplast-testfase in Zijperspace.

mist

Marlies kwam vandaag een levering brengen. Bij binnenkomst zei ze: ‘Als ik je blog net gelezen heb, heb ik ‘t gevoel dat ik je niet gedag hoef te zeggen.’
Zij werkte vroeger op dezelfde plek, maar vlak voordat ik erbij kwam, had ze besloten haar eigen groothandeltje te beginnen. Volgens haar maakte zij toendertijd minder mee: ‘Wat jij allemaal meemaakt gebeurde bij mij nou nooit. Of misschien zie jij meer.’ Hoewel ze soortgelijke figuren als Westmalle & Alfa wel had zien lopen.
Marlies ging verder met ‘t lossen van haar wagen. Op ‘t moment van haar herbeginnen, kwam Westmalle binnen voor z’n 1e portie. ‘Een Westmalle?’ vroeg ik, zodat Marlies ‘t nog net kon horen.
Westmalle z’n hoofd stond op dat moment niet naar grapjes die ik aan ‘t uitwisselen was. Hij had zorgen: hij had geld.
‘Als je geld hebt, dan heb je vrienden.’ Z’n uitkering was net gearriveerd, iedereen voor de AH bleek ervan op de hoogte te zijn & al die iedereen bleek geld nodig te hebben.
‘Ik heb helemaal geen vrienden.’ Hij was met verkeerde dingen bezig, hij gebruikte de verkeerde spullen, maar de verkeerde mensen wilde hij niet z’n vrienden noemen. Als hij ook maar 1 kans kreeg, dan zou hij naar ‘t buitenland gaan & opnieuw beginnen.
‘Als je me op een gegeven moment niet meer ziet, dan zit ik in Pakistan,’ waarbij hij een lach met zelfspot niet kon onderdrukken.
Een uur later kwam-ie met een grote bos bloemen voor een dame aanzetten. Of ik misschien een kaartje had om er aan te plakken.
‘Ach, ik weet niet waarom ik ze geef,’ vergoelijkte hij alweer ‘t gebaar, ‘Ik moest ze gewoon kopen voor haar.’
‘Zeg dan dat je van ‘r houdt,’ is ‘t commentaar van z’n metgezel.
‘Nee, dat moet je niet zeggen als je de bloemen geeft. Dat moet een vrouw uit andere dingen begrijpen.’
Oh ja, en een Westmalle. ‘Want een alcoholist, die heeft altijd mist, & ligt snel in de kist,’ besloot hij al improviserend ons treffen van vandaag.

Zo gebeurt er af & toe ‘ns wat in Zijperspace.

Ik zit met 1 hand aan de neus te wachten tot ‘t bloeden stopt. Doordat ik uitschoot bij ‘t inspuiten van flixonase sloeg ik mezelf een bloedneus. Ik moet nog naar m’n werk; dat moet dan wachten tot ‘t niet meer druipt.

Dat moment is nu geloof ik aangebroken. Zal ik nog een poging wagen in m’n linkerneusgat te spuiten?

Zodat we toch nog een beetje lucht hebben in Zijperspace.

De nacht is kort. Veel te kort als je weer online bent. & Je o zo graag iedereen wil laten weten dat ‘t je gelukt is. & Nog wel veel sneller dan de verwachting was.

De nacht is kort: ik moet m’n mond houden. Me concentreren op ‘t installeren van levenscontinuerende programma’s voor m’n comp.

De nacht is kort. & Ik wil iedereen spreken; ze laten weten dat ik nog steeds dezelfde ben als 2 dagen gelee. Slechts de harde schijf is niet meer.

De nacht is kort & ik heb haast. Niet meer bijkomen, opslaan & verzamelen. Tuurlijk opnieuw beginnen. Tuurlijk.

Maar nu = nu = nu & die roos was ook ooit een roos in Zijperspace.

Inderdaad, er bestaat geen mogelijkheid tot reageren. Dat is: niet op die wijze dat iedereen kan zien wat je geschreven hebt. Want ondertussen bestaat er nl nog steeds de methode via ‘gerichte post naar Zijperspace’ uw mening aan mij te verkonden. Of gewoon belangstelling te tonen. Daar had ik afgelopen 2 dagen grote behoefte aan, maar niet iedereen begrijpt dat.

Dus was ‘t angstig stil in Zijperspace.

As zondag='zondag' ga ik='ik' met nog='nog' 15 anderen='anderen' naar de='de' Kift in='in' Paradiso, u='u' ziet ze='ze' hier staan='staan' met toegevoegde='toegevoegde' blazerssectie ihkv='ihkv' 'de Molenaar'. Da's natuurlijk='natuurlijk' niet de='de' enige reden='reden' om deze='deze' illustratie te='te' plaatsen: ik='ik' moet puck='Puck' ook tonen='tonen' dat ik='ik' m'n onderwezen='onderwezen' kunstjes niet='niet' verleerd ben. ;-)

Er wordt alvast druk meegezongen in Zijperspace.

Vanavond werd Ronald herdacht op m’n werk. M’n werkgever stelde een ½ uur z’n gebouw ter beschikking hiervoor. Ong 35 man verscheen. Een map deed onder hen de ronde met foto’s & brieven van hem.

Beste agenten,

Ik ben zo vrij geweest mezelf vannacht te verhangen in het bos ten noorden van de zandvlakte, waarvan de naam me even ontschoten is.(…)
Ik heb mezelf iets uit het zicht gehangen, zodat zo min mogelijk mensen met mijn lichaam geconfronteerd zullen worden.

Ik heb identiteitspapieren bij me gestoken, opdat u weet wie ik ben.

Aan ‘t eind van de avond bedankten mensen me voor ‘t beschikbaar stellen van m’n tijd & de ruimte. Op dat moment voelde ik echter niks meer. Ik wist niet meer wie Ronald was & wat ik voor ‘m heb gevoeld.

Mag dat, in Zijperspace?

Bij gebrek aan comp had ik ‘t boek over de dood van de div keizers van Rome ter hand genomen. & Bij ‘t lezen over ‘t relaas van 1 van hen schiet de gedachte me te binnen: ooit ben ik ook dood; ooit (of eigenlijk vlak voor dat ‘ooit’-moment) besef ik me dat ik aan ‘t doodgaan ben. Dat na een bepaalde gedachte, geen gedachte meer zal zijn.

Dit bedenken (veel sneller dan ‘t opschrijven ervan) beklemt me voor een paar tellen, benauwt de ademhaling, lijkt de dood tastbaar te maken. Terwijl ik dat juist niet wil. Ik wil er niks van weten, van dat ooit niet-zijn.

Snel een ander onderwerp zoeken om mezelf mee bezig te houden. Weg van ‘t benauwende ongrijpbare. Oja: hoe is de daaropvolgende keizer dood gegaan?

& We zien weer 1000-en doden sterven in Zijperspace.

Ok, ik ben verslaafd. Dat heb ik al eerder gezegd, maar ik wordt weer ‘ns des te harder op dat feit gedrukt als ik na ampele pogingen m’n nieuw lekkere harde schijf aan de gang te krijgen, mezelf een ½ uur na ‘t besluit ‘t voor vanavond voor gezien te houden, terug vind op een wwwpuntafwerkplek om m’n teksten in te voeren.

Toch vind ik ‘t nogeneens zo erg op zo’n manier verslaafd te zijn. ‘t Is eigenlijk 1 van m’n meest nuttige verslavingen tot nu toe. Ik schrijf, & voel er zelfs elke dag de behoefte toe. Vroeger heb ik ook wel een dagboek bijgehouden, maar dat hoor je toch voor jezelf te doen (hoewel vriendinnen die uiteindelijk toch te lezen kregen: ik was blijkbaar, al dagboekvullend, voor een lezerspubliek bezig).
Nu is er een publiek & weliswaar schrijf ik waarschijnlijk anders als ik niet wist of die er zou zijn; ik zou echter geheel niet schrijven als ik wist dat die er niet zou zijn.

M’n blog vullen op een andere plaats dan veilig bij mij thuis voelt toch anders. Ik heb bijv geen flesje bier naast m’n toetsenbord staan; er is geen niet te volgen weersverwachting verkondigd; ik zit niet in complete stilte omdat ik vergeet de cd-speler te verfrissen met nieuw materiaal; ik moet betalen voor ‘t toilet; ik krijg om de 5 minuten de mededeling dat de ‘Amsterdam area’ bevolkt wordt door criminelen die ‘t gemunt hebben op mijn spullen.

& Toch zijn we gelukkig verslaafd in Zijperspace.

Men kan gerust stellen dat webloggers ‘t graag over slapen & dromen hebben. Waarschijnlijk omdat ze vlak voordat ze hun dagelijkse portie daarvan nemen nog even een stukje plaatsen. Of juist bij ‘t wakker worden ‘t beeldscherm weer aktiveren (‘normale’ mensen zetten hun gehele comp weer aan & zoeken opnieuw verbinding; da’s bij een gedreven blogger niet nodig), om te zien of er nog wat gaande is in weblogland om vervolgens ‘t volgende relaas te poneren op z’n blog. Zo komt ‘t slaapgedrag zeer dicht te staan bij ‘t vullen van de vele pagina’s persoonlijke belevenissen (in de ogen van een lijflogger zijn de nachtelijke uren in de armen van Morpheus belevenissen; ‘t maakt een belangrijk deel uit van zijn of haar geestelijke wereld).

‘t Was voor mij even nodig vandaag wat langer van bovengenoemde armen gebruik te maken; pas om 11 uur kon ik me er toe bewegen een been er uit te slingeren. Misschien opmerkelijk dat ik ‘t tot zo laat slapend heb volgehouden gezien de div soorten werkzaamheden in m’n omgeving. In de omliggende huizen wordt er vandaag druk geknutseld & geboetseerd op bouwvakkersniveau (willen ze voor vanavond de schoorsteen sinterklaas-fähig maken?).

Op jonge leeftijd heb ik gemerkt dat ik van dit soort gedreun & gebrom niet wakker hoef te liggen. In een tentje op de zwitserse camping merkte ik al snel dat als ‘t zwaar onweerde ik me in ‘t geluid kon verplaatsen. ‘t Tikken van de druppels & slaan van de donder kon ik in m’n gedachten omvormen tot een monotonie waar ik zelf deel van werd, waardoor ik me veilig ging voelen, ‘t me een warm behaaglijk gevoel gaf. Wat al snel leidde tot de gewenste droomtoestand.
Duiven die ‘s ochtends om 7 uur op de dakrand van m’n woning op de Albert Cuyp begonnen te koeren, kregen dezelfde behandeling. Tegenwoordig hanteer ik de methode tevens voor de vrachtwagen die de vuilniscontainers om ½ 8 met veel misbaar komt legen. Sterker: ik begin me er steeds meer op te verheugen omdat ‘t vaak juist een methode is om de door onrust verstoorde slaap weer te kunnen vatten.

Dankzij boren & mokers hebben we een late ochtend in Zijperspace.