nagnagnag

'Nagnagnag' 'vond ik='ik' ooit 't mooiste='mooiste' nr aller='aller' tijden, naast='naast' Strangers in='in' the night='night' van frank='Frank' Sinatra. dankzij='Dankzij' Claver werd='werd' ik er='er' weer aan='aan' herinnerd, wat='wat' waarschijnlijk niet='niet' de bedoeling='bedoeling' was van='van' haar stukje='stukje' ;-)'

Ik ben momenteel niet aan ‘t kankeren; heb ook geenszins gevoelens die die kant opgaan. Ik sta eerder verbaasd over ‘t feit dat er zo wordt meegevoeld. Van mensen die m’n blog lezen.
Van broers die m’n blog lezen, of broers die m’n blog absoluut niet lezen. Dat ik stomverbaasd ben na een dagje terug naar ‘t geboortenest slechts herkenning te mogen meemaken uit hun woorden.

Of dat mensen spontaan beschikbaar zijn, verhalen vertellen voor je slapen gaat, naar je luisteren. Of ‘s ochtends (wat is ochtend, na een slapeloze nacht) informeren hoe ‘t gaat.

‘Nag nag nag’ is voor mij meer een beleving, dan een klagen over. Ik zie me terug dansen & vieren op de dijken van Den Helder. ‘t Nummer draaide hooguit in ‘t kleine cassetterecordertje van Dick de Booij (Brobojo), slecht hoorbaar op een mooie zomernacht, wachtend op de zonsop. Fluitende tonen ter begeleiding van ‘t windorgel, die niet pasten, maar wel hoorden bij ‘t gevoel van wij zijn vrij.
Vrij tot laat in de morgen.
Vrij tot moeders wisten dat wij laat waren met feesten.
& Een weten dat ‘t allemaal wel goed komt. Da’s ‘t gevoel. Maar daar gaat ‘t nr niet over natuurlijk.

Niemand die nagnagnag denkt in Zijperspace.

gezellig

‘Zo, dat schiet lekker op,’ hoor ik opeens m’n richting op spreken. ‘Nu ben ik er zo.’
‘Ja, gaat lekker snel vanaf nu, hè?’ weet ik luid te reageren.
‘Ik denk dat ‘t nu nog een minuutje duurt.’
Dat klopt niet, denk ik, maar hij realiseert ‘t zich ook: ‘dat ‘t nog een ½ uurtje duurt voor ik in Alkmaar ben. Zal ik daar om ½ 5 zijn?’
‘Ik denk dat dat wel kan gaan lukken.’
Ik krijg zin in ‘t gesprek met deze oude jongen. ‘t Gesprek wordt echter snel introverter & verzandt steeds meer in vaststellingen van feiten. Hij is bezig met ‘t menu van de rest van de reis door te nemen.
‘Dan op de fiets naar Schoorl. Via Bergen.’
& Als we 1maal rijden: ‘1st Gaan we door de tunnel.’
En: ‘Dat kan niet. Dat is te ver. Is te ver’
Of: ”t Is nog te vroeg. ‘t Is 4 uur. Gelukkig nog niet 5 uur. Daarom heb ik een trein eerder genomen.’

Ik zet m’n koptelefoon op & weet niet of dat nou de beste keuze is.
‘t Jochie dat plots schuin tegenover me gaat zitten haalt ook z’n discman tevoorschijn. Hij geneert zich duidelijk voor de vreemde man die tegelijkertijd met zichzelf, de medereizigers & de wereld lijkt te converseren. Doet moeilijk krampachtig als de man weer een opmerking tegenover z’n moeder maakt, die gewoon op dezelfde plek is blijven zitten & indien gewenst wat terug zegt.
Voorbij Alkmaar heeft z’n broertje echter ‘t lef: ‘Hé, Mam. Was die man geestelijk gehandicapt?’

Zonder geluid lijkt iedereen dat in Zijperspace.

voorbij de angst

Hij kon niets konstateren. De zwelling was ook stukken kleiner geworden. Er hoefde geen aktie ondernomen te worden & ik hoefde me pas weer ongerust te maken als zich meer verschijnselen voor zouden doen.

‘t Meest beangstigende was uiteindelijk ‘t kleine marrokaanse jongetje dat niet met de huisarts mee wilde om onderzocht te worden. Door merg & been ‘t gehuil door de deur & muren. Gelukkig verstomde dat snel.

Gerustgesteld maar zeker niet gemakkelijk plaatsnemend op m’n fiets besloot ik toch nog maar naar Den Helder te gaan.

Tijdelijk wordt Zijperspace verlaten, gebruikmakend van andere vervoermiddelen.

13:50

Nog enkele minuten & ik mag naar de zondagse huisarts. Zelden zo verlangend naar doktersbezoek uitgezien. Naarmate de minuten verstreken zijn, ben ik rustiger geworden, in ‘t vooruitzicht dat er zodirect geconstateerd kan worden wat ‘t euvel is.

Hoewel m’n armen nog steeds niet m’n armen zijn. & M’n maag, weliswaar ondertussen gevuld met 2 boterhammen, nog steeds protesteert op een wijze die ik nog niet eerder meegemaakt lijk te hebben. Zou dat er ook mee te maken hebben?

In ieder geval iets te lezen meenemen. Niets zo afschuwelijk als tussen zwijgzame zieke mensen slechts de ziekte van de hoofden af te kunnen lezen & de struktuur van ‘t behang in de wachtkamer te moeten bestuderen.

Tijd om te gaan poetsen in Zijperspace.

12:39

Waar blijft de honger op zo’n moment? Normaliter was ik er van omgekomen rond dit tijdstip. Maar geen enkele smaakpapil schreeuwt om aandacht; de trek is er dus ook niet.

De tv staat op sport, maar ‘t irriteert me, terwijl ik juist op z’n afleiding vertrouwde. Misschien omdat ‘t gebodene tennis heet & niet de echte spanning presenteert van ‘t schaatsen. Heb bijna de neiging om ‘m uit te zetten, maar hou me in, opdat ik niet per ongeluk de aanvang van de mannen mis.

Zoek ondertussen naar mogelijke verklaringen: m’n stoel; m’n fiets; een trap?
Er schiet me niets te binnen.
Geduld hebben: slechts 1½ uur nog te gaan.

Volgt een korte rondwandeling in Zijjperspace.

12:08

Telefoon.
‘U heeft afgelopen nacht contact gehad.’
Ietwat verward: ‘Ja, afgelopen nacht heb ik gebeld met de dienstdoende huisarts.’
‘Ik heb alles te horen gekregen. Hij is groter geworden, maar ‘t doet geen pijn?’
”t Is na afgelopen nacht niet nog groter geworden. & ‘t Doet nog steeds geen pijn.’
‘Er zijn div opties & ‘t is iets te plots opgetreden, dus moeten we er toch even naar kijken. ¼ over 2, schikt dat?’

Nog even schiet de angst van de nacht door m’n maag, blijft natrillen. Zou dat ook komen doordat ik nog niks gegeten heb? De trek is er echter nog niet, dus laat dat voorlopig maar rusten.
Rustig de dag opbouwen, rustig afleiding vinden, rust.

Maar de fundering van Zijperspace trilt.

11:59

Snel: ‘t nieuws begint zo.
& Bij ‘t indrukken van de knop van de tv, schiet ongemerkt de gedachte te binnen: misschien zeggen ze nog iets over afgelopen nacht.

Jaja, Zijperspace = wereldnieuws.

druk

In de afgelopen 10 uur reeds 3 maal m’n naam, postcode, adres & tel-nr doorgegeven, zodat ik later teruggebeld kan worden. Afgelopen nacht werd dat daadwerkelijk gedaan. Lichte opluchting; toch niet ‘t verkeerde nr in m’n hoofd zitten.
Ik zou ook in de ochtend gebeld worden, voor een afspraak gedurende deze zondag. De ochtend is al bijna voorbij, dus moest ik zelf weer ‘ns aktie ondernemen.

Juist vandaag:
‘Het is heel druk meneer. Er wordt niet opgenomen. Ik zal ‘t even doorgeven aan de assistente & dan neemt die zo snel mogelijk kontakt met u op.’

M’n dag is er aan. ‘t Mag een klein wondertje heten als ik in de loop van de middag nog de trein zal kunnen pakken. Geen wandeling met m’n ouders; geen verrassende verschijning op m’n broer’s feest.

Wachten, een dag lang wachten in Zijperspace.

repeteergeweer

Ik ben niet bang, ik ben niet bang, ik ben niet bang.
‘t Giert door m’n kop door m’n lichaam door m’n aderen door m’n benen door m’n armen zodat ze niet kunnen doen te doen door alles wat deel is van, van m’n kop tot m’n ballen & vooral ook andersom. ‘t Giert niet. ‘t Giert niet.
Ik ben er nog, toch
Ik ben er nog, toch
ik ben er nog
ik ben er nog
& Hoeveel is ik nog zonder Ik?
nooit meer bang dan
Nou allemaal mond dicht.
zonder een punt
een punt
een punt
ervan te maken

Mannen met ballen daar gaat ‘t om in Zijperspace.