zinderend (2)

Arnoud heeft Zinderend weer eens bijgewerkt. & Mijn pogingen tot poëzie goed genoeg bevonden om daarin op te nemen. Nou zal hij zeggen dat ik zelf de kriteria tot plaatsen bepaal.

Zo voelt dat echter niet zogauw we Zijperspace Zinderend zien zijn.

versleten schoenen

Zondag was vroeger altijd de dag dat m’n vader muziek draaide. De sfeer van de meest saaie dag van de week werd er zwaar door bepaald. We waren nl niet altijd even blij met zijn muziekkeuze, maar misschien werd onze afkeuring wel veroorzaakt doordat ‘t de keuze van m’n vader was. Wij hadden er niks over te zeggen; m’n vader bepaalde wat door de pick-up gedraaid werd.
Dus de kinderen ontwikkelden als vanzelfsprekend een hekel aan oude jazz, ‘t Kliekske, Roger Whittaker & Cornelis Vreeswijk. Die muziek stond gelijk aan saai, oubollig, zondag.

Totdat ik een dagje ouder werd & dat soort muziek niet meer elke zondag hoefde aan te horen. & Ik door m’n studie ook de zweedstalige nrs van Cornelis Vreeswijk kreeg te horen. Veel mooier nog dan z’n nederlandstalige.
Ik heb geloof ik wel ‘ns wat zweedse nrs voor m’n vader opgenomen, maar hij bleef toch de voorkeur houden voor de nederlandse Vreeswijk.

‘t Melodietje van ‘Somliga går med trasiga skor’ schiet me vaak spontaan te binnen als ik zweedse mensen ontmoet. Opeens moet ik ‘t liedje fluiten. & Meteen kijken of de zweden ‘t melodietje herkennen. Want Vreeswijk was God in Zweden.

Soms lopen mensen met versleten schoenen
Waar ligt dat toch aan?
God, die in de hemel woont,
wil dat misschien zo hebben
God, die in de hemel woont,
doet een dutje & slaapt zacht
Wanneer men zich zorgen moet maken
om een stel versleten schoen
als men oud & moe is
(etc)

& Zachtjes wordt er op deze zondag meegezongen in Zijperspace.

de worp (we smijten verder)

Vanwege enigszins saai worden van de frustratie van niet altijd ‘t afdruipbakje kunnen vinden, besloot ik gister op gegeven moment ‘t via een boog te proberen.
Over de geiser heen zou ‘t mogelijk moeten zijn, heen & weer stuiterend wellicht tussen muur & geiserwand, de dop te laten belanden in ‘t afdruipbakje in de hoek van de wasbak.
Gewoon voor de afwisseling. Altijd leuk om te kijken wat er zoal kan gebeuren met zo’n kleinood als een bierdopje. Welke bewegingen ‘t kan ontlenen aan een simpele beweging van de onderarm. Een onderwaartse worp. Een zwieper van onderuit omhoog.

& ‘t Tiktaktikkelde per ongeluk via de ingewanden van diezelfde geiser naar beneden; viel vlak naast ‘t doel terecht, maar ontleende nog zoveel kracht aan de zwaartekracht, dat ‘t zich deed opstuiten & direkt daarna in ‘t afdruipbakje te ruste legde.

Vervolgens heb ik dezelfde saaiheid bereikt waarover ik ‘t in ‘t begin van dit stukje had.

Doppen gehoorzamen niet aan bepaalde wetten in Zijperspace.

lento

Ik moet toegeven dat ik ietwat aan ‘t dralen was. Ik wilde eigenlijk helemaal niet zo laat in de middag nog de trein nemen naar Den Haag, zoals eigenlijk m’n plan was. Om dan slechts 2 uur de mogelijkheid te hebben rond te hangen in ‘t Haags gemeentemuseum. Dat leek me te kort; dat leek me te saai; dat leek me veel te intensief, in te korte tijd bovendien.

‘t Kwam me derhalve goed uit dat tijdens ‘t rondzwalken door de a’damse binnenstad ik de deuren van de Noorderkerk wijdopen aantrof. & Ik bij nadere bestudering van de aankondigingen voor de deur gewaar werd dat binnen 20 minuten de opvoering van Música Callada zou gaan plaatsvinden. Onverschrokken trok ik dus mee met de stoet van grijsgroeiende dametjes, die slechts zo vroeg aanwezig leken te zijn om weer ‘ns te kunnen discussiëren over de beste stoel tov de vleugel.

Ik ben in een hoekje gaan zitten, zodat ik met m’n rug tegen de ballustrade kon leunen (ik weet dat ‘t anders heet, maar ik ben niet gereformeerd opgevoed, dus ken dat soort construkties van zitplaatsen niet, laat staan de benaming ervan) & zodoende de hele zaal van toehoorders kon overzien.

‘t Was een vreemde gewaarwording dat ik daar ook ongegeneerd van dat uitzicht gebruik kon maken. Binnen enkele minuten van pianospel had ‘t grootste gedeelte van ‘t publiek z’n ogen gesloten alsof er daadwerkelijk een geloofsbelijdenis plaatsvond. Schuin voor me zat een reeds van leeftijd gekrompen man ineengezakt van geestverrijkend genoegen met ogenschijnlijk ingedommeld hoofd. Links van de piano (op de plek waar ik eigenlijk beoogde te zitten, maar daar gelukkig van had afgezien, wegens te opzichtig) zakte een stel ook 1sklaps in lichamelijke overgave. & Steeds meer mensen volgden dit voorbeeld.

Ik telde ondertussen de lampjes die niet meer branden. Verzon de mogelijkheid voor een akrobaat om van de ene kant van de top van de kerk naar de andere kant te komen, maar moest daar mee stoppen omdat ik me daar iets te sterk hoogtevrees bij inbeeldde. Bekeek, bestudeerde alle ornamenten, waarvan veel te weinig voor een uur aanwezig waren. Maar vooral voelde ik de stoel branden, m’n enkel steken, m’n ledematen verlammen, & bovenal, de gedachte bij me opkomen dat ik niet bestemd was om stil te zitten.

Ik kan ‘t niet. Vanaf m’n jeugd weet ik al dat ik niet kan stilzitten. & Toch wil ik ‘t elke keer weer proberen. M’n keuze voor film & tv-wetenschap was ook al fout om dezelfde reden (hoewel er vele avonturen vielen te beleven dankzij de studie). Stilzitten resulteert bij mij over ‘t algemeen in pijn lijden.

Schuin achter me, maar in de zithouding die ik had aangenomen betekende dat recht voor me, zat een dame met rechte rug zonder behoefte aan de leuning, geheel in trance. Volledig rechtop, geen beweging, ogen dicht.
Een paar plekken verder had een andere dame meer beweging nodig: af & toe schokschouderend, haar gezicht wakkerwrijvend, hoofdschuddend-bewustwordend, ging zij op haar manier in de muziek op.
Verder achter me leek een 3e in een strandstoel te hebben plaatsgenomen, languit liggend, voorzover de stoelen dat toelieten, genoegzame lach alsof ze teruggekeerd was in kinderjaren.

& Ik zie in mijn gedachten de akrobaat een val van 10 meter maken.

‘t Schijnt dat Federico Mompou Zijperspace heeft bezocht.

klopgeest

‘t Zou tijd worden.
Eindelijk iemand in m’n kennissenkring die ook ‘t medium niet kan weerstaan. De Poltergijs is begonnen als Klopgeest.
Overigens is z’n gedaante, spookwaardigheid afhankelijk van ‘t moment dat je ‘m treft, ook te bewonderen.

‘t Spijt me voor velen die reeds lang wachten.

Maar Zijperspace doet aan voorkeursbehandeling.

foutje

Ik werd er daarnet op geattendeerd. Ik had er niet bij stilgestaan. Ik was waarschijnlijk afgeleid. Ik was me er in ieder geval niet van bewust. Was ik dat wel, dan wil ik u verzekeren dat ik iets had ondernomen ter voorkoming van. & Ik moet ook zeggen dat ‘t me spijt. Mocht men zich alleen gelaten voelen, niet begrepen, onvolledig, verveeld, verleid tot ‘t verlaten van ‘t huis, of reeds tot de gang naar bed; dan wil ik u verzekeren: na 7 uur geen nieuw stukje geplaatst te hebben (wat mij onbedoeld is gebeurd & nogmaals: wel degelijk zeer spijt):

Wordt Zijperspace zeer binnenkort weer opgevuld.

hop

Hoe noem je zo’n dag dat alles precies anders gaat dan gepland? Dat zelfs dingen een ½ uur van te voren verwacht, niet uitkomen; dat als je een agenda van uur tot uur had mogen bijstellen, slechts een 10e ervan was gerealiseerd (of uitgekomen, ‘t is maar net hoe je ‘t noemen wilt); dat grootse dingen of schijnbaar onoverkomelijke objekten, uiteindelijk onbelangrijk, niets toe doend blijken te zijn.

& Je haar naar hop ruikt, op ‘t moment dat je wakker wordt, laat in de avond, & je erachter bent gekomen dat je slechts 1 rit van de 5000 meter vrouwen hebt gezien.

Of zijn er geen woorden voor dat soort dagen in Zijperspace?

een maand

Er zit regelmaat in. & ‘t Lijkt ook alsof ik ‘t aan voel komen. Dat ‘t zichzelf aankondigt. Da’s dan een schrale troost, op ‘t moment dat ik me in die toestand bevind. Zou ik me er niet druk om hoeven maken. Zou ik snappen waar ‘t door komt, dat ‘t slechts iets lichamelijks is, net als bij vrouwen.

Niets is minder waar, blijkt terwijl ik me begeef in die meerdaagse ongesteldheid van welbevinden. Een paar dagen dat niets lijkt op wat ‘t is, ‘t altijd minder/kleiner of juist meer/grootser is dan anders. Alles emotioneert, voelt hard, of xtra zacht, net naar gelang m’n tranen in m’n hoofd de gelegenheid krijgen de kop uit te knallen. Alsof ‘t een harde dan wel zachte doorgang behoeft.

Niet dat iemand dat te zien krijgt.

Want we zijn zeer mans evengoed in Zijperspace.

woordjes leren

Jongens, heb je verdriet,
sprak toen de leraar Grieks,

dan moet je woordjes leren, woordjes
leren. Hij knikte energiek

zodat er as viel op zijn vest,
maar dat was toch al vies.

Wij lachten half vertederd,
half meewarig, want tragiek

daar wist je alles van en hij,
heel oud, haast vijftig, niets.

En dat het overging als je maar
woordjes leerde, dat was iets

zo absurds, zo dolkomieks
dat het in omloop kwam als een

gevleugeld woord. Het klapwiekt
nu verdrietig om mij heen

omdat ik later woordjes leerde
waarmee je ‘t monster kunt bezweren

en ik hem niet meer zeggen kan
hoe ik soms naar die stem verlang,
naar dat onhandige advies

(J. Eijkelboom)

Dan vind ik een gedicht zo mooi, dat ik denk: dat moet ik anderen laten horen. Net als dat ik een mooi nr niet voor mezelf kan houden. De wereld, of in ieder geval, een zo groot mogelijk gedeelte ervan, moet daar deelachtig van worden.

Bovendien wordt mij m’n leraar Latijn gewaar, die altijd aan ‘t eind van de les iets vertelde of voordroeg ‘ter algemene ontwikkeling’. & Zo plots een gedicht in latijn kon voordragen waarbij de paarden galopperend z’n mond verlieten (werkelijk waar).

Ademloos, we wensen u ademloos, net als wij in Zijperspace.