jarig

Mocht ‘t tot nog toe aan u voorbij zijn gegaan (ik hoor enkele broers schaterlachen op de achtergrond): morgen, 10 april, ben ik jarig (inderdaad: alweer 38 jaren). Dat vier ik tussen 15.00 & 22.00 uur. Thuis, zijnde ‘ergens’ te Amsterdam.
U bent uitgenodigd te komen helpen bij ‘t legen van de 2 fusten bier (‘t lukt me niet alleen).
Er zullen in ieder geval 2 webloggers aanwezig zijn; 2 anderen komen misschien. Een mini-meeting hebben we dus al.

Kunt u ‘ns gewaar worden aan welke krachten men onderhevig is in Zijperspace.

broek

Ik heb een groene broek aan. Een wijde. Zoals ooit een jongen aan had op een foto in de Volkskrant. Voorpagina van ‘t Vervolg, geloof ik.

Natuurlijk is ‘t niet precies de broek die die jongen droeg. Mijn broek hangt niet zoals bij hem. Want bij hem kon je de bovenkant van z’n boxershorts zien. Die zal men bij mij nooit zien.
Ik hou niet van dat boxershort-gevoel. Bij mij zal je dus ook nooit de bovenkant van de boxershorts kunnen zien. Ook al hangt mijn broek.
Zoals de afgelopen weken. Ik was na m’n griep veel magerder dan de tijd ervoor. Mijn broek hing daardoor op m’n heupen; de gaatjes van m’n riem waren niet toereikend voor die taille.
Afgelopen weekend heb ik de riem aangepast door een gaatje xtra te creëren.

Die jongen was groot. Tenger, maar fors tegelijk, begreep ik uit een documentaire. Eigenlijk begreep ik dat ook al dankzij de foto in de Volkskrant.
Die documentaire kwam veel later. Men had begrepen dat die jongen wel bijzonder was. Dat-ie niet alleen een goede drummer van een hardcore-band was. Dat-ie niet alleen bijzonder was omdat-ie zelfmoord had gepleegd. Die jongen was bijzonder. Hij had een verhaal.

Die jongen had een hele mooie groene broek aan, vond ik toen ik z’n foto in de Volkskrant zag. Dat was een broek die precies bij mij paste. Doordat ik de broek mooi vond ben ik ‘t artikel gaan lezen.

Nav de documentaire zag ik ‘m in ‘t bos zitten. Met een lege fles drank naast zich. Met een dood hoofd.

Ik heb een mooie broek aan. Een groene.

Er zitten wel wat lelijke vlekken op, vindt men in Zijperspace.

rinkelen

Ik herkende met gemak ‘t lichte getik van ‘t vallende dubbeltje. & Ook ‘t doffe geklonk van de stuiver. ‘t Kwartje stuiterend op de vloer was geen vreemde voor me. & Bij ‘t schudden van een zakje guldens wist ik wat ik in m’n hand had. De rijksdaalder klonk zwaar, licht melodieus zelfs; was ook van alle andere munten te onderscheiden.

Ondertussen ben ik ruimschoots gewend aan de verschijning van €-munten: 5 dagen in de week werk ik er mee, die andere 2 gebruik ik ‘t als consument. In 1 oogopslag zie ik ‘t verschil tussen munten met lagere waarde dan 1 € & die van meer. & Ook aan de grootte-verschillen zijn m’n ogen inmiddels gewend.
Om me te realiseren hoeveel geld ik uitgeef bij aankoop van luxe-goederen, of hoeveel salaris ik ontvang aan ‘t eind van de maand, zie ik me nog altijd genoodzaakt ‘t bedrag te vermenigvuldigen met 2,2. Dan besef ik me weer wat ‘t waard is.
Ter illustratie van ‘t nog niet beseffen van de waarde: ik heb tegenwoordig eerder € 100,- op zak, dan € 50,-. Terwijl ik vroeger 100 gulden toereikend achtte.

Ik kan met voorgaande aspekten van ‘t gebruik van de € niet zitten. Dat zal een geleidelijk gewenningsproces zijn. Misschien gaan er wel jaren overheen voordat de gewenning volledig is. Daar hield ik voor de introduktie rekening mee.

Maar dat geluid, dat geluid is verdwenen.
Als iemand een muntje liet vallen, wist ik gelijk wát er viel: ‘Ach, ‘t is maar een duppie.’
Moest ik de kassa vullen, dus de zakjes kleingeld daarin legen, wist ik bij ‘t rammelen welk zakje in welk vakje geleegd moest.
Dat is niet meer. Er vind geen 1duidig gerammel plaats, waardoor vergissing niet mogelijk is. ‘t Rammelen van de zakjes levert een geluidsworst op: alles klinkt ‘tzelfde. ‘t Stuiteren van een muntje op de grond kan betekenen dat ‘t eender welk muntje uit de hand geglipt is. Slechts 1 & 2 cent kunnen hierin herkend worden, maar juist die zijn in dat geval niet interessant.

‘t Geluid van de €-muntstukken mist karakter. Er is geen onderscheidend geluid die elk munt uniek maakt. Geen trilling der metalen doet de oren spitsen.

Ik tr€m ‘t gemis van mooi gerinkel in Zijperspace.

opbouw

De tap staat er. ‘t Laatste vaatje bier is net door Marlies afgeleverd. Nog wat xtra geplant in de tuin. Koffieprut eromheen gestrooid. Vlekken op de muur oververfd. Nadat ik de tap had aangesloten ‘t bier geproefd; daar ben ik nu reeds 2 dagen (alleen in de avonduren) mee bezig. De troep die in de weg stond weggeruimd. De 1e tafels vrijgemaakt.

& Nog zijn we niet volledig voorbereid in Zijperspace.

would you survive a horror movie?



You made it through the flick, but, um, it’s not a pretty picture. You’re the bloody heap in the corner who everyone thought was dead until you stumble into the hero’s arms after the bad guy bites it (think Jamie Kennedy in Scream). You are a smart and fiesty person, but you’re also a little reckless and you tend to put yourself in awkward positions -without a good weapon. But even though you get sliced up a bit, you get to survive and that’s all that matters. Who needs all those toes, ears, and arms you’ll be missing by the end of the flick anyway?

(Met dank aan Barbalog)

Zomaar weer laten verleiden tot een testje. Dat moet bij mij tegenwoordig een zeer goede reden hebben, anders komen de testjes er niet in.

Gisteravond ‘I know what you did last summer’ bekeken. Werd door mij niet echt eng bevonden. Hoewel ik mezelf op gegeven moment wel betrapte op bewegingen van m’n hand over m’n wangen & gespannen opgetrokken knieën. Dat is slechts een teken dat je de film meebeleeft; zo ga je je leven lang al op in verhalen, hield ik mezelf voor.

Dat is ook de reden waarom ik vroeger niet naar horror-films durfde te kijken. Sinds er ihkv een sci-fi-maand ‘Invasion of the Bodysnatchers’ werd uitgezonden op tv, had ik me voorgehouden dat films die ook maar een bepaalde mate van engheid hadden niet door mij bekeken hoefden worden.

Pas tijdens m’n studie F&TV-wetenschap heb ik me durven wagen aan ‘t genre. Ik moest wel, ‘t aanbod aan goede films in de andere genres raakten een beetje op, door ‘t hoge tempo van vaak 5 films op een dag.
Tegenwoordig kan ik daardoor genieten van films van Raimi, Romero, Craven et al. Hun films gaan eigenlijk over ‘t kijken naar & ‘t maken van films. Film is bij hun een beleving die je mee moet voelen; je moet met al je zintuigen gewaar zijn van ‘t gebeuren op ‘t doek.
Dat overkomt mij dan ook nog steeds. Ik weet mezelf tegenwoordig echter voor te houden dat ‘t daarvoor gemaakt is. Met de nadruk op ‘gemaakt’. ‘t Zijn films die me moeten doen beseffen dat ik leef, ook al is ‘t in de beleving dan enigszins fake.

Toch vinden we fake best angstaanjagend in Zijperspace.

randje

Frank Tovey is dood.

Via F:un[x]iun.

Frank Tovey is overleden aan de hartkwaal, die hij al sinds z’n jeugd met zich meedroeg.
Net als F:un[x]iun plaats ik daarom een nr van Fad Gadget (zoals altijd klikken op de illustratie). Een band waar menig ledemaat de volgende dag verstijfd, vermoeid & verstrooid van ontwaakte.
Zo moet dat ook vaak met zijn eigen lichaam zijn gebeurd. Hoewel ik ‘m nooit live heb aanschouwd, weet ik dankzij concertregistraties van oa de Vpro dat hij z’n lichaam er volledig in wierp. ‘t Leek of z’n lichaam een onderdeel was van ‘t instrumentarium.

Men kan dan zeggen dat ‘t niet verwonderlijk is dat zo’n man zo vroeg aan zo’n kwaal overlijdt. Men kon toendertijd zelfs zeggen dat z’n optreden om verminking of voortijdig heengaan vroeg.

Daar wil ik niet meer over nadenken. Ik wil z’n muziek weer horen. Die mij meesleepte over de dansvloer. Maar ook op m’n slaapkamer liet Frank Tovey me niet onbewogen.

We wilden leven op ‘t randje van Zijperspace.

opruiming (dl 4b)

20 T-shirts, 20 minuten.
Nog zeker 20 minuten te gaan.

M’n moeder belde me een uur geleden. Om te vragen of ze langs zou komen. Ze wilde me wel bijstaan & 1 dag vrij reizen bij de NS daarvoor opgeven.
Ik moest werken, dus ‘t kon zowiezo niet, maar anders had ik ‘t evengoed niet geaccepteerd. M’n moeder een beetje mee laten helpen met de grote opruiming voor m’n verjaardag. M’n 38e nog wel. Dan horen moeders zich ergens anders druk over te maken.

Maar die resterende 20 minuten stellen we in ieder geval een dag uit in Zijperspace.
Update: Ze zijn gevouwen. Ik heb ‘t maar niet uitgesteld. ‘t Waren er inderdaad 20. & ‘t Duurde inderdaad die 20 minuten te lang.

verjaardagsmaal

Op je verjaardag mocht je zeggen wat er op tafel zou komen. Dat lieten we dan ook enkele dagen van te voren weten. Zodat de trek alvast ontstond.
Naarmate we ouder werden verdwenen daarbij de maaltijden als pannekoeken & patat steeds meer. Hoewel ik vermoed dat Theo tot op late leeftijd die patat voor z’n verjaardag heeft laten bereiden. Hij kwam er in ieder geval vaak voor terug op zaterdag, onze vaste patatdag, toen hij reeds uithuizig was.

Er was iemand groot voorstander van rode kool, een ander stemde spruitjes, ikzelf zag liefst de boerenkool op tafel verschijnen & Marc gaf de voorkeur voor gehaktbal met gebakken aardappeltjes (mocht dit niet zo zijn, dan verbeteren m’n broers me binnenkort wel). Hij wilde in ieder geval altijd de verzekering hebben dat-ie de gehaktbal kon bestellen als we uit eten gingen.

Dat was bijv ‘t geval als m’n opa & oma Zijp jarig waren of hun trouwdag vierden. Dan gingen we met de hele familie eten bij ‘t visrestaurant boven de visafslag. Dat had m’n oma al weken van te voren geregeld. ‘t Leek zelfs of m’n oma tot in ‘t restaurant de boel nog aan ‘t regelen was.
Ze moest ook wel, want haar manke man kwam slechts om de maaltijd te verorberen. Die bemoeide zich nooit met de organisatie.
‘t Was de belangrijkste dag van ‘t jaar; je merkte ‘t aan ‘t gedrag van m’n oma. Alles moest goed verlopen & niemand mocht zich druk maken. & M’n opa moest ‘t vis lekker vinden.

Ik denk dat m’n vader liefst de kliekjes van afgelopen week op z’n verjaardag te eten had. Hij kon juist xtra genieten als de restant van een maaltijd al een dag, misschien 2 in de ijskast bewaard had gestaan. Je moest smeken als je ‘t kliekje prefereerde boven de maaltijd van de dag, want ‘t was altijd speciaal voor m’n vader bewaard.
‘t Moet dus een feestmaal zijn geweest als hij van 3 dagen de restjes mocht opeten. Of dat daadwerkelijk ooit op z’n verjaardag heeft plaatsgevonden, kan ik me helaas niet herinneren.

Maar boerenkool is nog steeds ‘t lekkerst als ‘t 1 dag gestaan heeft in Zijperspace.

sirene

Schandalig. ik='Ik' had nog='nog' nooit van='van' Tim buckley='Buckley' gehoord in='in' die tijd. gelukkig='Gelukkig' leerde ik='ik' die dankzij='dankzij' This mortal='Mortal' Coil snel='snel' kennen.

Herfstige dagen waren ‘t. Dagen van thuis zitten op m’n kamer, om de buien te mijden. & De storm, & de wind.
Anders nog een enkele keer bij Mirjam. Of soms bij Lange Ton, maar dat was alleen voor de muziek.

Bij Mirjam was ‘t de tragiek. Want een onbeantwoorde liefde die de schijn steeds deed gloren wel te antwoorden.
Herfst: ‘t zou beter zijn me op de herfst te concentreren. Ook al hadden we een lente & een zomer achter de rug, ‘t was zinniger me te richten op ‘t verval van tijden. & Me niet te laten verleiden door iets onbereikbaars.

Een lente van ontluiken; ‘t zit in de aard van ‘t seizoen.
Een zomer van plots blootgeven. Niet zomaar bloot. Nee, een totaal naakt verscheen me, waar ik m’n verontschuldigende ogen niet vanaf kon houden.
Ik wist niet wat de herfst me nog kon bieden. Mirjam wist dat ook niet.

& Anders, zoals gezegd, op m’n eigen kamer. Luisterend naar de radio, waar plots dit nr verscheen in die ‘verrukkelijke 15’.
Meejankend op m’n kamer, hopend weer terug te kunnen keren naar de verleiding.

Maar die boot vertrekt nooit weer vanuit Zijperspace.

opruiming (dl 4a)

De t-shirts zijn gewassen. Ze hangen al een tijdje te drogen in de zon. Waarschijnlijk zijn ze al droog ook.

Ik stel ‘t nog ff uit, ‘t vouwen van de t-shirts, want als er iets saai is & slecht voor m’n rug bovendien, dan is ‘t dat wel.
‘t Zijn niet slechts de 8 aan de lijn nl. Hier naast de comp staat een stoel behangen met nog een stuk of 7. & In de slaapkamer bedekt de grote voorraad een andere stoel, als een grote berg.

Al met al betekent ‘t minstens 30 shirtjes vouwen. M’n moeder had liefst gezien dat ik ze nog gestreken had ook. Ik ben bang dat ik dan pas woensdagavond ermee gereed ben, want er liggen nog 100 xemplaren op ‘t vouwloze strijken in de kasten te wachten.

Strijken is niet aan mij besteed. Er staat nog wel een strijkplank in de kelder & ergens anders in ‘t huis moet ook nog een strijkbout rondzwerven, maar ‘t is lang geleden dat ik beiden ter hand genomen heb.
Ik heb ook niet ‘t idee dat ‘t er mooier van wordt, zo kreukloos. Alsof ‘t karakter uit ‘t shirt gewreven wordt.
Bij ‘t opstaan pak ik dan ook een t-shirt uit de stapel & trek ‘m aan. De kreukels die er in zitten, verdwijnen wel bij ‘t dragen. & Sommige kreukels dienen er nou 1maal in te blijven.

Zijperspace zit vol met kreukels.