teringhond

Ik zag ‘m zitten op ‘t pleintje voor m’n huis. Hij schold z’n hond uit. & Hij schold op de buurman die zich inmiddels teruggetrokken had. 3-Hoog, verborgen achter z’n gordijnen inmiddels. De man op ‘t pleintje schold in ‘t luchtledige. Ik zag dat-ie tegen z’n fiets aan wilde leunen, maar dat ‘t ‘m niet lukte. Z’n hond verleende niet genoeg medewerking. Die trok aan z’n lijn die om de pols van de man gewonden zat. De hond liet duidelijk merken dat-ie niet ging doen wat z’n baas van plan was. Wat ‘t ook was.

Ik kwam net thuis. Na middernachtelijk vertier. Ik dacht dat ik aangeschoten genoeg was om de slaap te vatten. Buiten dat: de kroegen waren inmiddels gesloten. Men had mij er overal al uit verwijderd. ‘t Zou niet lang meer duren of de zon kwam op.
Ik had m’n fiets al aan ‘t hek vastgezet, m’n deur was van ‘t slot, toen ik bedacht dat ik best wel aandacht aan de man met de fiets kon besteden. Ondanks de drank voelde ik me sterk genoeg om te vragen wat er met ‘m aan de hand was.

Z’n fiets zag er uit als die van een zwerver. Helemaal volbepakt. Ondefinieerbare artikelen, tezamen een ½e meter hoog. ‘t Rinkelde in 1 van z’n tassen. Z’n houding werkte ook niet mee. Voorovergebogen, alles afwerend, achterdochtig voor wat er zich achter z’n rug bevond. Z’n handen zagen zwart & tanig. Met moeite kon-ie z’n vingers dwingen een shagje te rollen.

Of ik ergens mee kon helpen, vroeg ik de ogenschijnlijke zwerver. Hij reageerde weer afwerend, begon bijna weer te schelden.
‘Ik vroeg alleen maar of ik je kon helpen,’ zei ik, ‘als je dat niet wil, dan ga ik gewoon naar binnen om te slapen.’
Hij krabbelde terug. Hij kwam me tegemoet door te vertellen waarom hij op mijn pleintje zat. Onderwijl z’n hond ruw naar zich toetrekkend als die een meter verder zich te ruste wilde leggen.
”t Komt allemaal door die rothond. Die is te moe. Hij wil niet meer. We zijn naar Utrecht geweest. Ik zag een advertentie over een rommelmarkt. Dus zijn we naar die rommelmarkt in Utrecht gegaan. Maar op de terugweg wilde hij niet meer. Misschien ben ik ook wel verkeerd gereden. Moet je nagaan: we zijn om 7 uur ‘s ochtends vertrokken. & Hoe laat is ‘t nu?’
‘Oh, ‘t zal iets van 5 uur zijn.’
‘We zijn toenet uit een kroeg gezet. Terwijl ik daar alleen maar wilde vragen of zij wisten waar ik was. & Ik wilde dat m’n hond een beetje kon uitrusten. Ik kon niet meer dan 1 biertje drinken. Terwijl ik genoeg geld heb om een rondje voor de zaak te betalen. Maar ik werd op straat gezet. & M’n hond wil niet meer.’
Hij gaf weer een ruk aan de riem. ‘Ja, rotkaffer. Heb ik je de hele weg meegenomen & nu wil je niet meer. Hufter.’
‘Waar woon je dan?’ vroeg ik.
‘In Oost.’
‘Daar ben je nu. In welke straat?’
‘Bij die brug richting Noord. Richting Schellingwoude. Hoe heet ‘t ook alweer?’
‘Maar da’s dichtbij. Da’s niet meer dan 10 minuten lopen.’
‘Ik rij al de hele tijd hier rond, maar niemand wil me vertellen waar ik ben. Die vent daar begint op me te schelden.’ Hij wijst naar ‘t balkon op 3-hoog.
‘Ik breng je wel die kant op,’ stelde ik ‘m voor.

Met moeite & na enig aandringen stond-ie uiteindelijk op. Daar is meer bier in terecht gekomen dan dat ene glaasje, dacht ik. Hij verloor zelfs bijna z’n evenwicht. Meteen gaf-ie een ruk aan de lijn van de hond, alsof die de schuld was van z’n onevenwichtigheid, onderwijl moeizaam z’n fiets vasthoudend.
‘Zal ik die fiets vasthouden anders?’ vroeg ik ‘m.
20 Meter verder stelde ik voor ook z’n hond aan de lijn te houden. Hij zwalkte te veel om niet door de hond uit balans gebracht te worden. Bovendien zouden we minder de aandacht trekken als-ie wat minder de hond kon vervloeken.

We waren nog niet ½erwege toen-ie de omgeving begon te herkennen.
‘Ik kan vanaf hier zelf wel verder. Geef me de hond maar weer.’
& De fiets. Hij reikte z’n hand er al naar uit.
‘Je gaat toch niet fietsen?’ vroeg ik.
Dat ging-ie wel. Hij gooide z’n ene been over de stang. Of ik ondertussen de riem nog ff vast wilde houden. Wankelend bracht-ie de fiets in balans: de tassen aan z’n stuur, de baal achterop. Wederom reikte hij z’n hand uit. Voor de hond.
‘Kom hier hufter. Vuile teringhond. Door jou komt ‘t allemaal.’
Ik keerde me om & liep weg. Ik wilde m’n goede daad niet teniet gedaan zien worden.

Ik ben er een paar keer voorbij gelopen. De houten barakken die aan ‘t eind van de Zeeburgerdijk stonden. Ik kon ‘t niet laten om over de hoge hekken & heggen te kijken. Ik wilde de nachtelijke ontmoeting wel ‘ns bij daglicht zien. Enkele tuinen lagen vol met rotzooi, rommel, puin. 1 Van die tuinen moest bij zijn woning horen. Ergens blafte een keer een hond.

Al een tijd had ik de houten gebouwen niet gepasseerd toen ik van de week zag dat er inmidddels geen sprake meer was van enig hout in de behuizing aldaar. Alles was vervangen door nieuwbouw. Dure koopwoningen, zo leek ‘t. Er was niets over van rommelige tuinen, waar fietsen buiten stonden, onkruid welig tierde & een hond blafte.

Toen sliepen we niet voordat ‘t licht werd in Zijperspace.

de staf van sinterklaas (opnieuw)

De oplossing is gevonden,
De beslissing genomen,
De staf is wederom verzonden,
& Inmiddels ook al aangekomen.

Hij ligt bij de weblogger die ik steeds onverwachts,
Maar vaak ook wel gepland,
Overdag, maar zelfs eens middernachts,
op straat of in ‘t station heb herkend.

& Door wiens gezelschap,
Alsmede dat van z’n lief,
Ik telkens weer aan de sleur ontsnap
& M’n stemming verandert in positief.

Dames & heren, mag ik uw aandacht,
Alsof ik er niet omheen kon,
Heb ik de staf dit keer ondergebracht
Bij Sandra & natuurlijk Ramon.

De staf herrees in Zijperspace.

aanleiding

‘t Is niet zomaar 1 ding. Er is niet zomaar een aanleiding aan te wijzen. Ik heb van m’n geschiedenisleraar, de gevreesde man, maar goede verteller, heer Talsma, geleerd dat er altijd een aanleiding is, maar daarnaast ook een oorzaak. Ik ga op zoek naar de oorzaak. & Probeer die uit te schakelen. Ook de kleine details moeten daarbij worden aangepakt. Zodat de aanleiding zich in geen geval kan vormen. Een volgende keer.

Ik wil bijv vrij kunnen ademen. Mijn neusschotten, aan de binnenkant van m’n neus, staan te dicht bij elkaar. Elke nacht lig ik wakker. Vanwege ‘t feit dat er te weinig lucht door de gaten kan. Ik spuit m’n neus vol met nasonex. Volgens m’n huisarts bevat dat pretnison; volgens de specialist kan ‘t levenslange gebruik ervan geen kwaad.

Ik kwam thuis & wilde m’n handen afdrogen in de douche. M’n handen moesten schoon, vanwege vuil. Ik weet niet meer waarvan. ‘t Zou ook kunnen dat ik een slokje water nodig had. M’n mond moest z’n droogheid verliezen. Ik wilde in ieder geval de handdoek pakken die aan de deur hing, vanwege de druppels die vielen.
De schroeven schoten aan 1 kant uit de deur. De schroeven waarmee ‘t hangrekje aan de deur is bevestigd. Ik probeerde ‘t terug te drukken, maar ‘t rekje hing vervolgens alleen maar nog schever.
Dan maar er helemaal uit. De witte vlekken waar de groene verf 3 jaar geleden niet heeft kunnen reiken kwamen tevoorschijn.
Terwijl ik wist dat volgende week m’n gehele familie langskomt, terwijl ik al weken bezig was m’n huis in geest schoon te krijgen voordat ‘t zover is, terwijl ik me daar al die weken al op heb voorbereid, trok ik ‘t rekje woest van de deur. De stof negerend. De afwas negerend. M’n familie negerend. Alles negerend wat beter moest, wat mooier moest, wat niet gezien moest, wat wat wat wat wat wat wat.
‘t Gevoel negerend waarbij ik me normaliter prettig voel.

Ik heb gister meisjesbuikjes zitten kijken. Ik heb ze beoordeeld op ‘t feit of ik ze nou de moeite waard vond om onder ‘t shirtje te zien tevoorschijn komen of niet.
& Ik vertelde Jojanneke dat ik niet wist of ik ‘t altijd wel zo mooi vond. Ik vind die vrouwenheuvels over ‘t algemeen prachtig, als ik ze naakt voor me zie, vertelde ik, ik wil er m’n oor luisterend op leggen & zien welk leven er nog meer bestaat, maar zo uitstulpend onder t-shirt & boven broek; nee, ik wist niet of ik dat wel mooi vond. Dat vertelde ik. Ik wist niet hoe ik ‘t anders onder woorden kon brengen.

M’n mond staat niet stil. Alles wat ik niet kwijt kan via ‘t toetsenbord haal ik dubbel & dwars in. Vrouwen zijn daar ‘t slachtoffer van. Ze lachen schaapachtig. Wie zou dat niet doen?
Als je er maar guitig bij kijkt, heb ik Fret uitgelegd. Als je maar een glimlach trekt waar niets uit te begrijpen valt. Maar Fret weet beter. Fret lacht.

Vanavond was de vraag: beschrijf je zelf ‘ns zoals je denkt dat je er uit ziet, dat je overkomt & hoe je bent.
Dat zijn 3 vragen.
Ik kwam niet verder dan m’n uiterlijke verschijning. ‘t Onderwerp was al verschoven. Ik had mezelf al naar ‘t volgende onderwerp gesleept. Niemand die zo kon praten als ik, afgelopen avond.
Ze vroeg of ik op zou schrijven waar we ‘t over hadden gehad. Ik zei dat ik dat niet zou weten.
Alles komt tegelijk, dacht ik eigenlijk. Ik krijg zoveel info binnen dat ik niet meer weet waar ‘t verhaal ligt. Ik ben xtravert, maar zei 1st introvert. Ik geloof dat ik xtravert moest zeggen, maar introvert moest bedoelen. Niemand die zo introvert is als ik, had ik haar moeten uitleggen. Dan zou ze me misschien begrepen hebben. Ze zou begrepen hebben dat ik xtravert ben in m’n schrijven. & Van de meeste vrouwen hou, maar vooral van degene die recht tegenover me staat.
Ze geeft haar leerlingen maandag een zoekopdracht op & een uur later hebben ze me gevonden. Nee, 5 minuten later, zei ik.

& M’n nek. M’n nek, die me naar achteren wil trekken. Alle spieren die daar m’n houding overeind zouden moeten houden, laten ‘t er bij zitten. Ze zijn stram, stijf, & weigeren iedere samenwerking.

Ik zou willen stoppen, maar terwijl ik schrijf weet ik dat ik ‘t voor m’n vingers niet zou kunnen laten. Want ik weet dat er overal een aanleiding voor is, maar er moet ook een reden zijn.

Er bestaat uiteindelijk geen oorzaak van Zijperspace.

de staf van sinterklaas (update)

De staf zal opnieuw gelanceerd moeten worden. Maar aangezien ik me zojuist verslapen heb, & ik zodoende te laat kan komen op m’n werk, zal ‘t tot de avond gaan duren voordat dit gerealiseerd is. U kunt ondertussen van de gelegenheid gebruik maken door te oefenen in ‘t rijmen, te verzinnen wie ‘t in Weblogland verdient door u op een sinterklaasrijm gefêteerd te worden, & natuurlijk om weddenschappen af te sluiten over waar de staf ditmaal terecht zal komen.

Dit bericht verdwijnt zsm uit Zijperspace.

de staf van sinterklaas

Ik ben gewoon een moeilijk mens,
Alles moet steeds weer perfekt,
Bedenk ik eindelijk weer ‘ns leuke nonsens,
Wordt ik door dat streven zelf genekt.

Ik besloot daarom maar ‘t metrum weg te laten
Bijna geen enkel rijm krijgt immers dat ritme mee,
Ik laat ‘t gewoon klinken zoals de mensen praten,
& Geef ‘t daarbij ‘t schema ABAB.

Ik had op een gegeven moment bedacht
Dat men in Nederland gewend is om rijmpjes te verzinnen,
Er wordt alhier nu 1maal van iedereen verwacht
Dat men alle aspekten van pakjesavond kan beminnen.

Welk kind heeft er niet
Genoten van ‘t samenzijn met ‘t gezin
& De aanwezigheid van Sint & Piet
In de vorm van veel kado-gewin.

Naarmate men allengs iets ouder groeit
Komt steeds meer van de waarheid naar voren,
Raakt men soms op een andere manier geboeid
& Gaat men pogen zelf de medemens te bekoren.

Een kado van Sint, daar hoort een gedichtje bij,
Met een verpakking om bij weg te dromen
De totale surprise dient als leuke pesterij,
‘t Kado is misschien slechts mooi meegenomen.

Met een sinterklaasrijm iemand anders aandacht geven,
Ik dacht, dat moet toch ook in Weblogland kunnen,
We roepen gelijk ‘t fenomeen ‘stokje’ weer tot leven,
Om omstebeurt elkander wat rijmelarij te gunnen.

Wacht! We kunnen ‘t geen ‘stokje’ noemen,
Want wat is Sinterklaas zonder staf?
Dat is als Holland zonder bloemen,
& Een uitvaartcentrum zonder een graf.

Sint is zonder staf niet compleet,
Zoals de paus zonder God niet gelooft,
Een timmerman doet ook geen reet,
Als hij van z’n hamer is beroofd.

Zodoende kwam de staf van Sint in Zijperspace tot leven,
& Werd ‘t vervolgens weggesmeten, maar niet op goed geluk,
Want ‘t kwam uiteindelijk niet voor niks aanzweven
Op ‘t podium van de bovenstebeste lieve Puck.

Zijperspace zou zonder Puck misschien ook wel hebben bestaan,
Maar ze werkte als een soortemet katalysator,
De pen/’t toetsenbord was door haar niet meer te weerstaan,
Ze werd door haar teksten de grootste inspirator.

Dus haar is de eer als 1e gegund,
Na hiervandaan wat gestuntel & beuzelpraat,
Om te laten zien dat zij ook in rijmen uitmunt,
& De staf vervolgens over te dragen aan een volgende kandidaat.

De staf begon z’n race in Zijperspace.

achteraf

Had men mij niet van te voren kunnen vertellen dat de vermoeidheid na afloop van ‘t weekend groter is dan ervoor? Of is dat een regel die zich slechts bij mij doet gelden? Uit gebrek aan ervaring hiermee.
Ik begon net in de stemming te komen. M’n verlangen naar vrijheid was dermate gegroeid dat ik reeds dromen had over eeuwige opsluiting in m’n eigen huis. & Dan maar wachten tot iemand over ‘t hek m’n tuin in zou klimmen om bruusk m’n huis binnen te vallen. Dat men ihkv een nieuwe oorlog pas er achter komt dat ik lekker ongemoeid m’n eigen leven leidde (zoals die japanners die teruggevonden werden in ‘t oerwoud, jaren later, de oorlog was allang afgelopen; maar dan zonder angst). Dat was de heerlijke droom aan de vooravond (eigenlijk de ochtend voor) van opnieuw naar m’n werk moeten.
Verder had ik ook geen zin meer om geld te verdienen. Laat de boel maar de boel. Van mij mochten ze allemaal, maar ik hoefde geen xtraatjes meer.
& Ik wilde weer ziek worden. Om dagen achter elkaar onder totaal geen druk de dagen door te komen.

Kortom, ik kan niet zeggen dat ik opgeknapt ben van ‘t weekend. Ik wil alleen maar meer van ‘tzelfde.

In Zijperspace heeft men 2 weekenden nodig om bij te komen.

migraine

Dankzij Els weet ik dat ‘t de week van de hoofdpijn is. & Dat er zelfs in ‘t kader hiervan een testje is ontworpen. Zodat men te weten kan komen aan welk soort hoofdpijn men lijdt.
Met in m’n achterhoofd de zeer specifieke kenmerken van aura’s die mij een enkele maal per jaar lastig vallen & de daaropvolgende scherpe steek die ong een uur lang in m’n hoofd blijft hangen, kwamen de test & ik tot de volgende conclusie:

Uit deze test wordt niet meteen duidelijk waar uw hoofdpijn vandaan komt. Misschien zou u de test nog eens kunnen doen om na te gaan of u andere aanwijzigen wellicht beter herkent.

Enigszins teleurstellend evengoed. Slechts 4 vragen mocht ik beantwoorden & dat was ‘t resultaat. Moest ik in de antwoorden m’n geslacht veranderen om tot een eenduidiger conclusie te komen? Mijn hoofdpijn/migraine wordt niet erkend, zo lijkt ‘t.

Vanavond opnieuw de test gedaan. Ik had plots hoofdpijn zoals ik ‘t alleen maar vanuit m’n jeugd wist te herinneren. Na een genoeglijk ochtend rustig aan, een middagse wandeling in de frisse lucht over de strekdam ‘t IJmeer in & enkele afsluitende biertjes, dit al in ‘t aangenaam gezelschap van Rachel, barstte de pijn totaal onverwachts los. Scheel, bonkend, de kop scheef trekkend. Ik werd geveld voor enkele uren.
Tijd om de internetdokter wederom raad te plegen. Dit echter pas op ‘t moment dat m’n ogen ‘t weer aankonden ‘t computerscherm te aanschouwen. Zou mijn pijn ditmaal wel serieus genomen worden, zo was mijn vraag.

Uw klachten wijzen op migraine. Aangenomen wordt dat 15% van alle vrouwen en 6% van alle mannen last heeft van migraine.

‘t Vreemde vind ik echter dat de hoofdpijn, de migraine die mij al sinds een 10tal jaren 1maal per jaar overkomt, niet herkend kan worden als zodanig. Terwijl een plots wederkeren van de hoofdpijn uit m’n jeugd wel gedefinieerd staat. Als migraine.

Ik schaamde me dood indertijd. Mijn vader schreef briefjes voor conrectrice Küppers ter uitleg van mijn afwezigheid. Migraine, zo liet hij weten, dwong Ton ertoe afwezig te blijven, de dag van gisteren.
Kom op, Pa, dacht ik toen, ‘t is alleen maar hoofdpijn. Ma heeft migraine. Ik slechts een milde vorm van hoofdpijn.

Evengoed frappant dat de week van de hoofdpijn door mijn hoofd mede gevierd kon worden.

In Zijperspace is ‘t altijd feest.

sint schrijft

Uitnodiging voor m’n neefjes & nichtjes:

Lieve Jana/Luka/Shinn/Jet/Lola/Billy,

De regel-Piet is weer druk bezig geweest (hij was er zo’n beetje het hele jaar mee in de weer). Hij heeft een rooster gemaakt, zodat alle kinderen dit jaar weer door ons bezocht kunnen worden. Iedereen wil tenslotte pakketjes van mij ontvangen. Helaas kunnen ik & m’n Pieten niet overal op dezelfde dag tegelijk zijn. Ik ben ondertussen de jongste niet meer, moeten jullie weten.

Eigenlijk waren we van plan om jullie dit jaar maar over te slaan, omdat we gewoon geen gaatje konden vinden, maar op ‘t laatst bedacht Piet dat jullie ook een oom in Amsterdam hebben wonen. Precies in de buurt waar we op 4 december van plan waren ons op de daken te begeven.

Willen jullie dus dit jaar kadootjes hebben, dan adviseer ik jullie om op 4 december de middag door te brengen bij jullie Ome Ton. Heb je daar geen zin in, dan kan ik helaas de spullen niet achterlaten die ik voor jullie uit Spanje heb meegenomen.

Groeten,

Sint.

Als de neefjes/nichtjes nu niet durven komen richting Zijperspace….

PS: Verdorie, wat is ‘t schrijven van dit soort stukjes vermoeiend. Vooral als ‘t 6 maal opnieuw op papier gezet dient te worden. De laatste 2 heb ik dus maar uitgeprint. Met de handtekening van Sint als troost. & Natuurlijk ten teken dat ‘t een serieus te nemen bericht is.

wakend

‘t Weekend is geen succes. In ieder geval niet tot op dit moment. ‘t Ritme klopt niet. Ik ben wakker als ik hoor te slapen, & ik slaap als ik wakker hoor te zijn. Nachtmerries & dorst zorgen voor ‘t omkeren van de tijd. & Anders keert een bepaalde hoeveelheid geruststellende drank de boel wel om. Vanaf ‘t begin van de avond is er een xtra faktor bijgekomen: maagkramp. Sambal, eigenlijk.

Vanochtend bedacht ik me opeens dat ik al volwassen was toen m’n jongste collega geboren werd. Ik lag nog maar 3 uur in bed. Ik zou slaapdronken moeten zijn, ging er door m’n hoofd, & me met niets anders dan slaap moeten bezighouden. Ik zou me zeker niet druk moeten maken over dit soort zaken.
Maar ‘t hek was van de dam. De gedachtenstroom was al op gang gekomen. De sluizen geopend. M’n gedachten lieten terugkeer naar kalmer water niet meer toe.

Spookbeelden gingen er door m’n hoofd. Van hoe ‘t vroeger was. Flarden. Toen ik dezelfde dingen deed als m’n collega. Ik zag mezelf pogingen ondernemen een skateboard te besturen, mezelf voort te bewegen op ‘t plankje met wielen. & Tegelijkertijd zag ik mezelf zo oud zijn als m’n vader nu.

De slaap die ik vannacht tekort gekomen ben, heb ik vanavond ingehaald. Ik heb ‘t niet tegen kunnen houden. Opeens werd ik wakker. Tegen ‘t eind van de avond aan. Ik wist me niet eens te herinneren dat ik was gaan liggen.

Momenteel word ik wakker gehouden door de turkse pizza. Elke 15 minuten dwingen de krampen me de wc te bezoeken. & Ik weet inmiddels weer hoe hete sambal voelt. Slechte sambal vooral.

Ik sukkelde vanochtend af & toe in. Speciaal daarvoor had ik de radio aangezet. Monotone muziek afgewisseld door een blèrende dj gaf me de gelegenheid afwisselend kalm weg te dutten & obstinaat wakker te zijn.
Maar vaker nog werd ik strakgetrokken door de gedachte dat ik ooit zou sterven. Als m’n jongste collega die leeftijd had, dacht ik, dan zou ik datzelfde aantal jaren ouder misschien wel dood zijn. Of anders zou ik tegen die tijd zijn vergeten wat ik nu allemaal denk. 20 Jaar verder & dood zou niet meer dan een normaal verschijnsel zijn. Ik was zeker al op de helft van m’n leven. Of er overheen.
Rillingen liepen over m’n rug. Ik moest ergens anders over nadenken. Liever helemaal niet.
Dus wenste ik mezelf dood, dacht ik automatisch verder.

Dat houdt je wakend. Anders verkrampingen in je darmen wel. Ik voel momenteel ‘t hete vocht langs de wanden ervan kruipen. Elke slok die ik neem aktiveert een kramp. Waardoor ik gedwongen word de wc in rap tempo te bezoeken.
Amper m’n ogen open houdend lees ik verder. M’n boek ligt open voor me op de wasmand. Voorovergebogen hang ik boven de plee.

Ik wacht tot de slaap de overhand krijgt in Zijperspace.

noodzaak

Een weekend vergt een vooropgezet plan. Anders werkt ‘t niet. Anders word ik achternagezeten door gevoelens van jammer, spijtig, helaas, & ‘ik had toch beter kunnen weten’.

Ik probeerde voornoemde gevoelens vanmiddag een beetje te ondervangen door wat voor mezelf te kopen. Een cd, een boek. & Alvast info in te winnen over m’n geplande grote aankoop. Mocht ‘t zo zijn dat ‘t alternatief aantrekkelijker is, dan zou ik zo overschakelen, indien nodig. Niet dat ‘t inwinnen van info resulteerde in meer duidelijkheid omtrent de uiteindelijke aanschaf. ‘t Werd er eerder onoverzichtelijker van. Zoals m’n hoofd onoverzichtelijker werd naarmate de uren verstreken.

Ik liet me leiden door impulsen. Koop-impulsen. Impulsen om rechtsaf te gaan. Impulsen om een biertje te gaan drinken. Impulsen om m’n boek toch maar thuis op te halen, want eenzaam in de kroeg vergt een boek. Oftewel een vooropgezet plan.

De stad is grauw voor mensen die zichzelf geen doel hebben gesteld. Elke pui staat er om gepasseerd te worden. Geen enkele etalage lonkt. De kroeg is leger dan ‘t achtergelaten huis. ‘t Hoeft nogeneens te regenen om de herfst tot in ‘t bot aan te voelen in een grauwe stad.

‘t Helpt niet je gemoed te sussen door ipv de reeds in huis gehaalde boodschappen om te zetten in een maaltijd, jezelf te trakteren op een turkse pizza. Niet bij mij in ieder geval. Zeker niet als de turkse bakker, die de hulpvaardigheid van ‘t reguliere meisje moet opvangen, doof is. Al helemaal niet als ‘t plots verschijnende meisje vervolgens de sambaltube leegspuit op de koude pizza. De dove bakker had m’n hint niet begrepen. ‘t Meisje kon de hint dus ook niet overnemen.
Zelfs planning helpt daar niet tegen. Nooit meer pizza kopen misschien wel. Een mens dient drastische maatregelen te treffen indien de omstandigheden niet meewerken. Ook al is ‘t slechts achteraf.

Men had wellicht beter kunnen weten in Zijperspace.