deez vlinder

Je ontkomt er tegenwoordig niet meer aan. Je zult jezelf kenbaar moeten maken. Een weblog beheren & vullen & daar vervolgens waardering voor genereren is geen vanzelfsprekendheid. Als je je niet roert, dan gaat je stem als vanzelf verloren als de vlucht van een vlinder in een rukwind.
Ik vraag me ook wel eens af waar ze blijven. De vogels zie ik bij een wolkbreuk nog wel schuilen onder afhangende takken, maar de vliegen, de vlinders, de libelles etcetera, ik raak ze kwijt. Zitten ze verscholen onder een laagje modder, met een luchtgaatje voor de overleving, of hangen ze ondersteboven onder een stevig blad? Hebben ze wellicht een schuilkelder, of een schuilboomhut?
Je hoort ze in ieder geval niet meer, & zien doe je ze door al ’t natuurgeweld al helemaal niet. Ik probeer me altijd voor te stellen wat een van hoog vallende druppel kan doen met ’t iele lichaam van een mug.

Ik wil geen mug zijn, misschien een vlinder. Maar dan niet 1 die plots verdwenen is bij een passerend stormpje.

Dus wordt ’t tijd voor campagne.
Voorgaande jaren vertikte ik ‘t. Ik ga een beetje zitten bedelen om stemmen, dacht ik toen, daar sta ik boven.
Vervolgens werd ik bij de 2e verkiezingen voor de Dutch Bloggies waar mijn naam aan mee mocht doen geheel niet genoemd. Alsof ik niet bestond. Alsof ik niet zwaar m’n best had gedaan internet te vullen met kwaliteit.
Telkens weer in real life (zo heet ’t nou 1maal in cyberspace, Ma; ’t wordt ook wel afgekort tot ‘irl’ & betekent gewoon ‘in het echte tastbare leven’, dit als tegenstelling tot ’t leven online, op internet) zitten zaniken tegen mensen dat ik niet ’t gevoel heb dat ik ’t ergens voor doe, dat ik geen, of weinig, respons krijg, geen feedback, dat ik twijfel of ’t inderdaad zo goed is als ik in m’n beste momenten zelf pleeg te denken; daar schieten we ook niks mee op. Ik word uiteindelijk moe van m’n eigen gezeur (hoewel ik nooit kan stoppen met praten over wat ik heb geschreven), ’t gehoor dat wordt ’t beu.
Nee, laat ze maar stemmen op mij. Tijdens die handeling houd ik me dan even gedeisd. M’n mond toe. Schuilend aan de onderkant van een blad. Uit ’t zicht.

Zal ik de mensen er echter 1st wel toe moeten zetten. Moeten uitleggen ook wat ’t inhoudt.

Goed. De Dutch Bloggies dus. De verkiezingen voor de beste nederlandse weblogs van afgelopen jaar. Dus vanzelfsprekend doe ik daar aan mee. Want ik vul er 1. Momenteel leest u deze tekst immers in Zijperspace, mijn weblog.
Iedereen mag stemmen, op alle weblogs. & Na die stemming worden vanuit de grote hoeveelheden namen per categorie door een geselecteerde jury van ong 50 man een lijst van 3 gemaakt. Per categorie uiteindelijk dus 3 nominaties. ’t Grote publiek mag vervolgens de definitieve keuze bepalen.

Laat ik realistisch zijn: ik word geen winnaar. Daar heb ik een veel te kleine groep lezers voor.
Maar ik wil in ieder geval genomineerd worden. Laten zien dat ik leef. Dat m’n lezers leven. Dat ik om m’n dagelijkse moeite gewaardeerd word. Dat elke dag 12 uur nadenken over wat ik nu weer zal schrijven beloond kan worden. Door een simpele nominatie.

Geachte lezer, er bestaan 17 categorieën waar u uw keuze in bekend kan maken. Waar u uw favorieten in kenbaar mag maken. Ik pas niet in al die 17 categorieën, zou in enkele absoluut niet verkozen willen worden.
Misschien in ‘Meest originele weblog’, misschien ‘Beste weblog’ (de beste van hun allemaal!), misschien verdien ik wel eens een ‘Lifetime award’ (maar daar streeft Luuk van Geenheld momenteel al naar; mocht u verlegen zitten om een naam die u daar kan invullen dan raad ik u deze ten zeerste aan; hij verdient ‘t, meer dan enig ander in ieder geval), maar eigenlijk voel ik zelf ’t meeste voor ‘Best geschreven weblog’.
Onbescheiden wellicht, maar ik moet ook een doel hebben in m’n leven. Ik hoop dat men mij dat niet kwalijk neemt.

Men kan dus stemmen. Ga hier naartoe, selecteer ’t volgende tekentje: ‘±’ dat staat afgebeeld vóór de categorie ‘Best geschreven weblog’, & vul mijn url in (http://www.zijperspace.nl) (nu weet je ook wat een url inhoudt, Ma, uitgesproken als joe-er-el). Voor de rest dient men ook nog z’n naam & i-meel-adres bovenaan ’t formulier achter te laten, & eventuele favorieten in de andere categorieën. Voor dit laatste adviseer ik, mocht men daar zin in hebben, mijn linklijst even door te nemen. Wellicht dat daar enige suggesties tussen staan.

Dat is alles. ’t Zal niet al te veel moeite vergen, lijkt mij.

Schreeuwt dus de naam Zijperspace van de daken (of vul ’t in ieder geval in op de zojuist beschreven plek) & laat die vlinder nog even vliegen.

nieuwjaarsdag 2005

Eigenlijk doe ik elk jaar ‘tzelfde. Niets ontziend, behalve de vrouwen die zoenen moeten krijgen.
Ik loop een beetje rond, belangrijk te doen. Zet wat glazen bier neer, wens een gelukkig nieuwjaar (‘’t 1e Biertje is van ’t huis’), pak onderwijl de natte viltjes mee, kijk welke groep nu door de deur binnenkomt & controleer of er nog wel genoeg wisselgeld in kas zit.

‘Waarom stop je niet even met werken?’ vraagt Rachel dan. ‘Vanwege je buik?’
Een klein infectietje overgehouden aan nieuwjaarsnacht. M’n darmen rommelen & dwingen me bij tijd & wijle ’t toilet voor een poos bezet te houden.
‘Dat ook,’ zeg ik. ‘Maar ook om andere redenen.’

Ik weet niets anders te doen.
Ik kan wel naast een paar klanten gaan staan, maar na 2 minuten weet ik al niet meer wat ik moet zeggen.

‘Je kunt toch bij een wildvreemde gaan staan,’ zei Jasmijn de nacht ervoor, ‘& dan vragen hoe die hier is terecht gekomen.’
’t Feestje waar ik die infectie had opgelopen. Als ’t een infectie was.
‘Ja, zo begon die Masja van daarnet ook tegen mij,’ reageerde ik. ‘Ze vroeg wie mij had uitgenodigd.’
‘Dat kan jij dan toch ook?’
‘Nee, dat kan ik niet. Ik vind alles al voorspelbaar voordat ’t uit m’n mond gekomen is.’

Rachel heeft gelijk. We werken tenslotte met z’n allen op 1 januari.
‘Je kunt toch wel even pauze houden?’
‘Nee, dan ga ik nadenken.’
Dat had ik moeten antwoorden.
Ik zei in plaats daarvan: ‘Nee, dan voel ik m’n buik.’

& In plaats daarvan schud ik alle mannenhanden & zoen alle vrouwenwangen. Ik keer me om & de volgende staat alweer klaar. Ik stel me voor dat ze zich gevleid voelen als ik zoen & schud.
Belangrijk & saai. Tegelijkertijd. Gelukkig weet ik ’t zelf.

& Af & toe krijg ik een aai over m’n wang. Een aai van ‘jij bent gek’ & ‘ik mag je wel’ tegelijk. Ik zie ’t in de ogen van degene die me aait.
Dan ben ik blij dat ik niks hoef te zeggen. Stoer keer ik me om, ik beeld me in dat ik me stoer omdraai, steek m’n duim op, & parmantig prompt houd ik ‘m omhoog. Guitig lippen tuiten.

‘Ze’ laten me maar gaan. ‘Ze’ zijn ’t inmiddels gewend. ‘Ze’ zien ’t al 9 jaar. ‘Ze’ zijn gewoon dat ik ietwat beperkt ben.
Daarom blijf ik nog een tijdje. Wil ik nog wel een paar nieuwjaarsdagen met ze meemaken. Ik voel me veilig tussen hen. & Wat veilig is, dat voelt vertrouwd. & Wat vertrouwd is, dat zou niet moeten mogen veranderen.
Af & toe een nieuw jaartje, dat mag nog wel, maar voor de rest alles bij ’t oude.

Een gelukkig nieuwjaar gewenst vanuit Zijperspace.
(Vooral ook aan m’n eigenste eigen reageurs; ik beloof nog weer een jaartje m’n best te doen.)