Trillers, schorsen & korsten plus een rode vlek

Gele trilzwam

Foto: ©Diana Erkelens

 

Het zou goed kunnen dat er nog best opvallende trilzwammen te vinden zijn in dit begin van het nieuwe jaar. De conclusie aan het einde van 2024 was wederom dat (net als in 2023) het op jaarbasis ontzettend warm is geweest. De Gele trilzwam maar vooral ook de Gele hersentrilzwam profiteren daarvan. Je kan ze zelfs gezamenlijk op hout vinden waar ze parasiteren op andere paddenstoelen, hoewel ze daarbij ieder een eigen voorkeur hebben: de Gele trilzwam vindt schorszwammen lekker, de (relatieve) nieuwkomer Gele hersentrilzwam geeft de voorkeur aan de Gele korstzwam.

Wellicht enigszins verwarrend al deze namen voor schimmels die met elkaar te maken hebben. We hebben hier te maken met twee parasiterende trilzwammen (beiden geel), een geparasiteerde korstzwam (geel in de naam, maar niet altijd die kleur in verschijning) en diverse geparasiteerde schorszwammen met een verscheidenheid aan kleuren.

Hoewel je die slachtoffers niet altijd zal kunnen waarnemen, zeker niet als de temperatuur zich aangepast heeft aan wat je eigenlijk van een winter zou verwachten. Maar het leeft (en profiteert) ondertussen wel degelijk in de bast van de boom, waardoor je de twee gele trilzwammen nog een tijd lang kan blijven waarnemen: die blijven onverstoord nog een tijdje geel schijnen in het verder in dit jaargetijde grauw ogende bos ten koste van ondergedoken korst- en schorszwammen.

De Gele hersentrilzwam heeft Amstelveen nog niet bereikt, maar wel gepasseerd in zijn reis vanuit de zuidelijker gelegen landen: ondertussen zijn er diverse plekken in Amsterdam aan te wijzen waar hij rond hangt. Dus wie weet is hij nog niet als zodanig herkent – de gelijkenis met de Gele trilzwam is groot, hoewel de hersenkronkels in de hersentrilzwam doorgaans gemakkelijker te herkennen zijn.
Tegelijkertijd: het menu van de Gele trilzwam beperkt zich niet tot één schorszwam, terwijl de Gele hersentrilzwam zich beperkt tot de Gele korstzwam. Maar die laatste heeft een grote keuze aan bomen en struiken die hem wel bevallen en is bijvoorbeeld ruim aanwezig in het Amsterdamse Bos.

Eén van de schorszwammen waar de voorkeur van de Gele trilzwam naar uitgaat is de Paarse schorszwam. Onderzoek in de jaren ’80 van de vorige eeuw heeft uitgewezen dat deze laatste een goede bestrijder is van de Amerikaanse vogelkers: een invasieve exoot waar beheerders van natuurterreinen graag vanaf zijn. Er zijn nog maar weinig andere organismen die deze vogelkers als gastheer hebben ontdekt. Je komt een enkele keer rode vlekken (gallen) op de bladeren tegen, veroorzaakt door een schimmel.
Maar inmiddels hebben enkele experts de strijd tegen de Amerikaanse vogelkers al opgegeven. Er mogen best rode vlekken, paarse schorsen op voorkomen, maar laat die gele triller tegelijkertijd maar profiteren van dat paars in gezelschap van wat gele hersenen en geelbruine korsten: dat geeft wat kleur aan de Nederlandse natuur.

Geel kleurt goed in Zijperspace.
(Column namens IVN geschreven voor Amstelveens Nieuwsblad)

IJsdonker

Hij komt de laatste tijd weer voorbij. Midden in de nacht. Of misschien wel vooral ’s ochtends vroeg. Als ik richting randje ontwaken ben gekomen.
Ik ben ‘m al jaren kwijt. Ik was 41, hij heeft ’t niet verder gebracht dan 42. Ik ben ’t jaargetijde kwijt geraakt in de tussentijd. Ik weet nog wel dat ’t koud was, tussen de nachtbrakers wachten op de trein naar Alkmaar.

Hij klopt aan als ik aan de afgrond van de nog overheersende slaap ben: schudt me wakker door z’n stem te beroeren. Ik hoor z’n enigszins rustende stem & schrik dan op. Doe een weerwoord. Kijk dan rond, tast onze kinderkamer af.
Vraag me ook af waarom ik boven lig, terwijl we er op een gegeven moment voor gekozen hadden dat we dat andersom moesten doen: ik onder, hij boven.
Ik raak bijna ’t plafond terwijl ik opschrik. Dat doet me enigszins beseffen dat hij niet mogelijk is in deze omstandigheid.
Maar hij valt me wel lastig hier. Hier, waar ik hoor te zijn.

Vervolgens doe ik mijn best om alles te herkennen. In ’t ijsdonker. M’n naakte bovenlijf blootstellend aan de slaapkamer in winterconditie. Vervolgens zien/niet zien dat ik elders ben. Wel thuis, niet in onze gezamenlijke slaapkamer. De gordijnen dicht met isolerend velours, er op vertrouwend dat ik elke cm ken in dit huis.
Had me echter niet voorbereid op steelse opmerkingen na (ik begin te rekenen hoeveel ’t er ondertussen zijn) zoveel jaren.

Ik moet m’n slaapkamer herontdekken, geruststellen dat ik ’t ben & er geen vreemden zijn. Nog een vermanende zin naar Carel, er op doelend dat hij er niet is.
Hij zwijgt.

Enkele dagen later zegt Ma dat ik moet gaan slapen. Wat me juist wakker schudt, wederom.
& Ik ga daarom maar de jaren tellen. Van hoe oud wie wanneer vertrokken is, bij elk jaar een schaapje over ’t hek. Doe 1st Carel, vervolgens Ma. Bij Pa heb ik nog wel een rekensom gemaakt van dat hij 2 jaar ouder dan Ma was.
Maar ik vind mijn hoofd voortijds begraven te midden van 4 kussens, waarvan 3 koud. ’t Velours schijnt dezelfde temperatuur, maar kiert gelukkig ochtend.

Maar er wordt nog veel bezoek verwacht in Zijperspace.