Travestiet kwam binnen, geheel in ‘t rood gekleed. (Shit, volgende zin wil ik met 3e persoon enkelvoud beginnen, maar hoe refereer je in dit geval naar zo’n persoon: hij of zij? Ok, dan wordt ‘t maar:) Hij was al ver over de vijftig & zeer duidelijk oudere man als vrouw verkleed. Maar ik kon zien dat hij zich er prettig in voelde: vrolijk rood overheerste alle geledingen van z’n outfit tot aan de oorbellen toe, & totaal geen moeite ondernam-ie om z’n stem vrouwelijk hoger te laten klinken. Hij deed ‘t omdat hij er zo bij wilde lopen.

Hij was echter al op leeftijd. Dat was duidelijk aan z’n verrimpelde huid in z’n gezicht af te lezen. Maar bovenal viel z’n leeftijd voor mij af te lezen door de geur die hij met zich meedroeg, die me sterk aan de geur van m’n oma deed denken. Zo ruikte een oude huid aangelengd met eau de cologne, wist ik m’n leven lang al, hoewel al 20 jaar niet meer gewaar geworden.
& Ik zag plots dezelfde soort rimpels in z’n wangen & voorhoofd zoals ik die van m’n oma kende.

Z’n limburgs accent deed me echter plots weer beseffen dat ‘t een oude man was, verkleed als vrouw.

Niets is wat ‘t ruikt in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *