Achtertuinnatuur (II)

Hij floepte gaan. Ik zag ‘t in de hoek van m’n rechteroog.
‘t Ziet nu paarsig in de tuin. Een ver paars dat ik eigenlijk niet eens zo prettig vind. Zit ik daar de hele tijd op te wachten; op m’n minst favoriete kleur? Al in m’n jeugd vond ik dat er een overdaad aan paars zat.

Ik had 1 gordijn nog niet toegetrokken, om zicht te blijven houden. Ik heb niet geteld, maar ik zal zo’n 10 keer omgekeken hebben, vanaf m’n computerstoel.
Daar zit ik al de hele middag. Ik verveel me daar nooit. Alleen m’n benen zijn ‘t daar op een gegeven moment niet mee eens. Beginnen dan te zeuren.
Kijken naar ‘t licht dat nog niet schijnt helpt. Vergeten benen levert dat op.

Er is werkelijk niets te zien. Zelfs niet als ‘t licht uiteindelijk brandt.
Geen vlinder, geen mot. ‘t Is nog veel te vroeg & m’n ogen doen ‘t bovendien niet. Niet meer van zo’n afstand.
Maar een kind zegt in me dat alles straks een grote verandering is. Als een kadootje, dat mij straks verwacht. Net ipv naar ‘t stille spannende buiten naar de binnendrukte gekeken, hoe de familie rondloopt, praat & eet, hun achteraf grote verassing omhullend met manoeuvres die alleen kinderogen niet bevatten.

‘t Is geen kadopakket. Gewoon een emmer. Maar m’n ogen kijken bij dat bedenken toch weer met door mezelf voorgekauwde hoop ‘t paars in, dat hun verlangen voor mijn emmer een totaal andere hoop moet bevredigen.
Tenminste, ik denk dat ‘t zoiets bij ze oproept. ‘t Zal ook wel verwarring voor ze zijn: van wat de maan daar nou doet & hoe kan ik die bereiken.

‘t Is morgenochtend een omhuld pakketje dat ik, zenuwachtig kinderlijk als een bij de kachel gepositioneerde schoen (niet te dichtbij, wordt er nog gezegd), ga bezoeken om te zien. Teder koester ik de aanblik dan in m’n handen, voorzichtig zodat ‘t niet verstoord wordt, niet geraakt & voor altijd goed blijft.

Die had ik vroeger niet: een camera. Om wat tijdelijk is altijd bij me te houden. Een huismoeder, een weeskind, een gele tijger, een grijze stipspanner, een vlekmoerwants.
‘t Blijft altijd feest.

Zolang de zomer duurt in Zijperspace & ‘t licht sensatie brandt.

Eén reactie op “Achtertuinnatuur (II)”

Laat een antwoord achter aan Jan Zijp Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *