baliemedewerker

Daar is-ie weer, denk ik als ik de lift uitstap. Ik zie ‘m op z’n rug, maar herken ‘m onmiddellijk aan de stand van z’n schouders. Schijnbaar ongeïnteresseerd, laconiek misschien, maar met z’n lach erboven weet je dat de ironie in z’n lichaam is gekropen. Elke klant een kwinkslag, een conversatie op de 4-kante cm van tijdelijk contact.
Cd uitlenen ondertussen: kaart aannemen, cd-beveiliging afkoppelen, registreren, geld incasseren, aanslaan, wisselgeld overhandigen. Bonnetje mee?
De dame voor hem, ze is net aan de beurt als ik de afdeling op kom lopen, ziet er niet onaardig uit. Ik zie van achteren z’n keurende ogen al onopvallend langs de lijnen van haar kaken trekken. Een blik op haar taille, een schatting van haar leeftijd, een glimlach om te kijken hoe haar lippen kunnen glimmen.
Ze bevochtigt ze, licht terugschrikkend van de aandacht als hij vraagt of zij werkelijk aan de beurt is. Ze bevochtigt ze om zich te wapenen, weerstand te kunnen bieden. Er staat immers nog niemand die haar aanwezigheid tot ’t begin van een rij kan vormen.
‘Daar ben ik heel blij om,’ lacht hij haar ontwapenend tegemoet, ‘want dan kan ik even de tijd nemen voor u.’
Haar schouder hangt af, ze ontspant, ze vormt haar mond tot een flirtend antwoord. Er hangt nog een gespreide druppel vocht overheen.
‘Maar zoveel tijd heb ik niet,’ reageert ze.
‘Mevrouw, ik zal alles doen wat ik kan voor u,’ zegt-ie vol overgave.
Niet meer dan 2 cd’s van hun omhulsel ontdoen, da’s alles. & Die kleine extra handelingetjes. Meer is ’t niet. Maar hij maakt ’t tot een zwierend geheel waarbij z’n handen & mond niet stilstaan. ’t Zingt uit z’n mond, ’t lacht, ’t spreekt.
‘Mevrouw, ik ben hier immers om u te dienen,’ vertelt-ie. ‘Dat kost u dan echter wel € 3,-.’
Zij zwicht, zij speelt met haar lichaam ’t spel mee, & wroet haar portemonnee uit haar binnenjaszak. De panden wijd uiteen slaand, zodat hij bewonderend, maar stil & stiekem, haar omvang kan zien.

Ik bekijk de voorstelling terwijl ik ’t rondje om de balie loop. De poortjes tollen van m’n vaart. De klant die dacht ’t juiste moment gekozen te hebben ziet mij schielijk voor glippen.
Hij zwaait een onschuldig handje vanuit z’n heupen naar ’t nog nagloeiende dametje. De koontjes nog van de kou buiten verhullen ’t effect van de conversatie.
Ik bereid me voor. Hij zal z’n zegje doen, wat ik er ook tegenover stel. Z’n rol is bepaald, heeft-ie al jaren geleden ingestudeerd, zo weet-ie ’t werk te overleven.
Ik weet ‘t, ik ken ‘t.
‘Goedendag, heer,’ is zijn begroeting.
Als er maar 1 woord tussen zit die niet op zijn plaats lijkt, in elke mededeling die hij doet. Kijken hoe lang ik met ’t spel mee kan gaan.
‘Een heerlijke dag,’ groet ik terug. ‘Ik kom hier om dit materiaal te mogen lenen.’
‘Ah, u heeft iets kunnen uitkiezen, zie ik. Dat doet mij genoegen.’
Hij pakt ’t aan. Haalt ’t wat dichter naar z’n ogen, zodat-ie alle letters lezen kan.
‘Aha,’ roept-ie uit, ‘842-a! Da’s pas interessant.’
Niet meer dan een code. ’t Verheugt me dat ik ‘m kan verblijden met een code.
Maar dat zeg ik niet. Dat zou overdreven zijn. Hij heeft tenslotte de rol. Ik hoef me er slechts in te voegen.
Hij zoekt. & Vindt niet.
‘Hé Jacques,’ roept-ie naar de collega van de infobalie, ‘weet jij hoe ik deze kan vinden?’
& Naast Jacques komt de man van de reparaties er ook meteen bij staan. Ze kijken beiden mee over z’n schouder, hem bijstaand met raad & daad.
‘’t Is ’t systeem,’ suggereer ik zachtjes, terwijl ze met moeite iets te voorschijn weten te halen.
‘Ah, meneer heeft er verstand van,’ lacht-ie m’n bemoeizuchtige lekenblik toe.
‘Ja, ach,’ doe ik luchtig, ‘ik heb jarenlang ‘tzelfde werk gedaan.’
Hij kijkt me aan, schat me in. & Herkent een oud-baliemedewerker in me. Dat zeg je niet zomaar, zie ik ‘m denken.
‘Maar nu niet meer?’ vraagt-ie. ‘Nu doe je iets veel interessanters?’
‘Ja, bier.’
‘Een carrièreswitch!’ constateert-ie enthousiast.
Hij haalt de cd’s uit ’t zakje, legt ze in de map, reikt me die tegelijk met de bon van uitleen aan.
‘Weet je ook niet een ander baantje voor mij?’ stelt-ie smekend de vraag waar geen antwoord op verwacht wordt.
’t Volgende moment lacht-ie alweer z’n brede grijns. Ik geef als beloning ’t inmiddels verfrommelde bonnetje aan hem terug.
‘& Bonnnetjes,’ zeg ik, ‘daar weet ik meestal geen raad mee. Zeker niet als ik geen prullenmand in m’n buurt zie.’
Met een vrolijk verrast ‘Hartelijk bedankt’ neemt-ie ‘m van me aan & zwaait-ie ‘m in 1 moeite door achter z’n rug langs in de prullenmand, voor mij verborgen achter de balie waar hij in gevangen staat.

& We sluiten met een even vrolijke groet we de voorstelling af in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *