Bankiezoveel

Bankafhankelijk. Nieuw woord toegevoegd aan m’n woordenboek. Hoewel ik wist dat ’t woord al deel uitmaakte van m’n onbewust vocabulaire.

Ik kwam vroegere klanten tegen onderweg naar mijn gerepareerde fiets. Ze zaten vaak tegenover me als ik achter de bar stond. Minstens 1maal per week. Ze woonden aan de overkant, nog steeds.
Tegenwoordig kan hij door mechanische ingrepen alles verstaan. Geen vingervertaalsessies van hun onderling meer nodig, maar een zekere lichamelijkheid blijkbaar nog steeds aangenaam aanwezig. Die logica verlaat je niet vanzelf.

Ik had ingeschat hoe lang ik er over zou doen, m’n wandeling van huis naar de fietsenrepairshop. Beter vertaald: waar de geboorte van m’n fiets plaatsvond (bijna 1 jaar oud).
Toevallig zag ik bij ’t afleveren van ’t gehavend exemplaar (niet extreem; bovendien excuses voor de woordkeus, maar ajb ook een beetje respect voor mijn aanhankelijkheid aan ’t vehikel) ’t tijdstip dat ik lopend de zaak verliet. Maps liet me weten dat m’n wandeling 28 minuten zou duren.
’t Bleef uiteindelijk tot 20 min beperkt.

Maar blijkbaar had Maps rekening gehouden met een ontmoeting onderweg, in ieder geval op de heen- dan wel terugweg; ’t pad voerde immers langs ’t terras waar mijn stem veelvuldig heeft mogen schallen dat de bar gesloten was. Als een echo die in ons gesprek weerklonk.
We zeiden ook nog even Olivier gedag, maar dat bleef beperkt tot een teder, behoedzaam klinkend ‘hallo’. Bezig met andere doelen voor ’t momentele vandaag.

Des te makkelijker de overgang om te vertellen dat ik afhankelijk was van m’n bank, waarbij blijkbaar niet nodig was dat ’t om een park/bosvariant ging.
‘Er staan allemaal bomen omheen,’ vertelde ik, ‘& dat heb ik nodig.’
Ze lachten, zoals hun lach altijd al gul was geweest.
‘Ja, bomen heb jij nodig,’ klonk begrijpend.
Een hand op m’n schouder. Een klungelig aanvoelende poging om beurten naar hun beiden vanuit mijzelf terug. Maar een lach. 3 Lachen. Die me genoegzaam onderuit deden zakken een uur later.
M’n fiets ondertussen naast de bank geparkeerd.
Boek, zei mijn hoofd.

‘Rust’ op zijn beurt Zijperspace, als een zachte zoem.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *