Hij vroeg me hoe ’t met me gaat. Na me 1st aangeroepen te hebben & zich te verbazen dat ik automatisch had gereageerd met ‘Hé, Bart!’
’t Is blijkbaar niet vanzelfsprekend om dat eensklaps te weten, dat was zijn onbedoelde bevestiging, wie hoe & waar & wat hij dan wel zij heette.
Ik ken zelfs enkelen die hun namen hebben veranderd, zijn verdwenen ook; dat heb ik van horen zeggen. Maar m’n geheugen vertelt me niet of dat drugsgerelateerd was, zoals in Den Helder te doen gebruikelijk toen.
Maar zulke mensen willen vast verborgen blijven, misschien wel mij-gerelateerd.
‘Maar jij bent toch van 1964?’ zei Bart.
& Wat meer van zulke vragen. Waarbij ik herinneringen bij mezelf ophaalde hoe we dat weekend stoned op kinderwipjes zaten & hij voorgoed aan Suus gekluisterd leek.
Tot we uit de roes wakker geschud werden door een buurman, van: ‘Blijf van dat kinderspeelgoed af’.
‘Ga slapen,’ zal er ook wel bij geklonken hebben.
Die nacht van late jeugd voorbij & hij & Suus getrouwd, bleek jaren later ’t bericht.
Ik vond toen al alles moeilijk, tenzij met goede vriendinnen. Inge & Suus een goed bewijs.
Maar hoe te acteren bij mensen die me niet meer gewend waren? Ikzelf hen evenmin. Vandaar dat ik er over begin. Daarbij vrouwen meestal uitgezonderd.
‘Maar jij bent toch van 1964? Jij bent toch 60 ongeveer, of 62?’ ging ons wederzijds spervuur verder.
Hoe we op Texel zaten & hij me de 1e joint had aangereikt. & Ik vervolgens een volksopstand van 3 klassen HAVO-4 heb georganiseerd. Hoewel ik me net zo goed had kunnen laten leiden door de duizelende wereld van damtoernooien, die welig tierden tijdens dat eeuwig durende weekend aldaar. De tijd die rekt, zeker als je terugkijkt van een wereld van 2 generaties daarna. & Ik me onderwijl geen moment heb verveeld.
Na ’t raden hoe oud ik was & ik vragen hoe dat kwam, dat hij dat zo nauwkeurig wist, dat hij toen zei dat hij dezelfde leeftijd had, want 1965, ik beduzeld: dan heb je wel heel weinig tijd gehad om dit jaar die leeftijd te halen.
‘Ja, ’t is vandaag!’
Hoewel ik een hekel heb aan uitroeptekens. Dit was een moment om terug te zijn. Om te zeggen ook dat ik niet langs zou komen, bedankend voor de uitnodiging.
‘Maar je moet weten wat mijn omstandigheden zijn,’ was m’n onuitgesproken uitleg.
In ieder geval niet letterlijk.
Zijn lach lekker ADHD, zoals ik er nog wel een paar ken.
Ik wist, mezelf geruststellend, dat ’t me toch nog kon gebeuren dat bij nekomdraaien een naam pardoes kon floepen. Zijn krullen voorbij, zijn handen niet door mijn stonede haar, zoals de spaarzame foto’s van dat weekend op Texel me hebben doen geloven.
We waren toen opgeteld nog niet de leeftijd van Zijperspace nu.