M’n 3e coach, inmiddels, is geen witte nederlander. Haar haar is bedekt & zo zou ik nog wat stereotypen aan kunnen dragen. & Ze is veel kleiner dan al die vrouwen die ik normaal tegen kom.
Zoals bijv haar 2 voorgangers. Waar ik ’t ook goed mee kon vinden.
Wat allemaal niet belangrijk is; zo heb ik me vanaf begin af aan, bij wisseling van elkanders wacht, op proberen in te stellen. Je neemt ’t je vanzelf kwalijk dat je die gedachte te binnen hebt laten schieten.
Niet nodig.
Gelukkig allemaal vrouwen, dat dus, op m’n beantwoord verzoek. Ik zou niet weten hoe ik met mannen moet communiceren als ik moet opblurpen wat er met me aan de hand is. Waar de kronkels zijn, wat ik begrijp, maar vooral waar de nood van begrip is & we die blurpsels, onoplosbaar voor mij uiteindelijk, beter, enigszins, weg kunnen strepen. Opburpsen & los van zijn, vervloeit in beheersbare kanalen.
& Bij mannen gaat dat moeilijk. Slechts streepje voor streepje, soms puntje voor puntje. Enkele keer een volledige zin, zonder dat ’t afgebroken wordt.
We communiceren meestal niet fijn. Andere man & ik, vergeleken met…
Waar alles vaak vloeiend gaat. Meestal. Een vrouw naast mij, met, mezelf niet beseffend, misschien, een half luisterend oor.
Maar als zij luisteren, leer ik dat ook opnieuw. Een blik in m’n ogen doet me beseffen dat ik, plots, niet alleen ben op aard. Keer ik een kort moment in mezelf & leer ik voor een volgend kort moment hun antwoord op een inmiddels vergeten opmerking te spiegelen.
Waar ik een hekel heb aan dat laatste woord. Alsof we kunnen spiegelen. We mogelijk een heelheid zijn, een soortement vanzelfsprekendheid van samenvloeiende eenheid.
Te vaak heb ik me op dat moment van smekende verliefdheid vergist.
Evengoed ben ik onverbeterbaar. Dezelfde vergissingen elke keer, herhalingen op steeds de melodie die me van jongs af is gaan achtervolgen, dezelfde etcetera’s. Moerassen zijn ’t, van blubblubblub. Terwijl je dat niet kan voetstaven zolang je geen poging hebt gedaan jezelf er in zuigende stand uit hebt weten te trekken. Bespat in onmeetbaar veelvoud, volledig bedekt, een gigantische hoeveelheid van weerkaatsende modderige aarde, niets van je lichaam ontziend, onbedekt, vervuldigd in omvang, niet meer mezelf, hoe graag ook van anders.
Als een vloedgolf.
Dus mocht je me horen spreken, met dat alles van hierboven, bedenken van een misschien wel treurig tekort aan aandacht…
Klem neus dicht, linkerarm omhoog, laat zwierend dalen & zink mee in je mogelijk eigen lekkend Zijperspace.