Botox

Vreemd blijft ‘t dat ik goed ben in ‘t plannen van m’n aankomst, maar slecht in ‘t plannen van m’n vertrek. Op ‘t laatste moment thuis bedenk ik dat ik binnen 5 min m’n tanden moet poetsen, m’n kleren aan moet trekken & daarbij rekening moet houden dat ik vast wel weer op ‘t laatste moment naar de wc zal moeten.
Dat is dan 1 van 2 redenen waarom ik iedereen voorbij schiet in ‘t verkeer, geen meter probeer te verliezen in bochten en schuin oversteek als ik m’n weg aan de overkant moet vervolgen.
De 2e is dat ik niet anders kan. Er zit vuur in m’n fietsbenen.

Dus kwam ik precies op tijd & hoefde ik niet buiten te wachten tot de exacte tijd van afspraak aan zou breken. Covid regeert.
Nr 50 werd sinds 1 september door ‘t nummerschermpje definitief vertoond, leerde ik van een A-4tje aan de muur: voortaan verplicht online de afspraak te maken plus alle andere regels die ik via dezelfde weg uit m’n hoofd had geleerd.
Ondanks dat was er nog 1 wachtende voor me, zo te zien.

‘De heer Zijp,’ werd er evengoed onverwachts geroepen.
Zo nauw hoefde een wachtende ‘t toch niet te nemen met de regels.
Ik had geen woord in m’n boek kunnen lezen. Die moest snel terug & m’n mouw (wilde ik links of rechts; welke ader deed ‘t ook alweer altijd goed?) opgestroopt.
Routineus plofte ik mezelf in de stoel met schuin hangende armbeugels op ‘t moment dat tegelijkertijd je geacht wordt iets te overhandigen aan de bloedprikker.
‘Shit, labbriefje vergeten,’ verzucht ik als verklaring voor m’n gezicht dat in de war zit.

100 Meter voor ik weer aankom check ik hoe lang ‘t me heeft geduurd. Precies een kwartier, zoals ik vergoelijkend had verklaard bij vertrek.
‘Doe rustig aan,’ had hij gezegd.
Maar hij kent ‘t verhaal van m’n fietsbenen niet, noch die van de wegen die scheef staan in mijn optiek & niet recht.

Zo routineus daarnet mijn ploffen, zo ongemakkelijk nu mijn zweet.
‘Pff, & nu begin ik te zweten.’
Hij zal me nu wel onder de zuchters scharen. Hen die altijd iets ongemakkelijks voelen & dat moeten uiten indien iemand in de buurt.
‘Van ‘t fietsen?’ vraagt-ie.
‘Ja, maar ik zweet altijd veel. Ik ben ‘t gewend.’

Terwijl hij mijn buisjes plus de juiste stickers selecteert (‘O, je moet nog even dit invullen,’ tussendoor als opdracht voor mij), noemt hij ‘t woord ‘Botox’.
‘Dat helpt als je veel zweet,’ legt-ie uit.
‘Nou, ik heb van de week Famke voor ‘t 1st gezien, met haar lippen…,’ probeer ik te vertellen.
Maar hij onderbreekt me: ‘Nee, dat is iets anders wat ze in lippen doen. Dat helpt niet tegen zweet.’
Hij geeft ‘t middel van Famke een naam. Z’n licht buitenlands accent maakt ‘t woord voor mij ongrijpbaar. Ik vermijd ‘t door verder te gaan over Botox.
‘Hoe werkt Botox dan bij zweet?’
”t Blokkeert de zweetklieren,’ legt-ie uit. ‘Ik heb last van zweet onder m’n oksels, daarom weet ik dat. Ik laat me er aan behandelen. 1 Keer in de 3 maanden. Dan is ‘t uitgewerkt.’
M’n bloedstroom belandt ondertussen in de buisjes. Ik merk die van m’n zweet al niet meer op.
‘Hoeveel kost zo’n behandeling dan?’
‘Ik denk zo’n € 400,-.’
Zo vaak laat-ie dus niet z’n oksels behandelen. Anders had-ie ‘t bedrag tot achter de komma kunnen noemen, denk ik ‘t salaris van een bloedprikker te kunnen inschatten.
‘Dat is voor mij al bijna de helft van wat ik elke maand krijg,’ sluit ik ‘t onderwerp.
Niet bewust. Maar ik had wel kunnen bedenken dat daarna niemand zou durven reageren.

Zijperspace blijft voorlopig gevuld met eerlijk verdiend zweet verkregen van de snelste route.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *