brief van 10 jaar her

Lieve Pam,

Ik heb de prullemand bekeken en zo te zien heb je m’n verkreukelde brief gevonden. Ik baal van die brief: melodramatiese aandachttrekkerij. Vanavond schrijf ik dus gewoon opnieuw, zodat ik het wat meer kan relativeren.

Ik kwam Mirjam tegen.

En prompt val ik dicht. Tenminste, na het schrijven van die zin. Ik was de hele avond al van plan om opnieuw aan jou te schrijven, maar toen ik Mirjam was tegengekomen, wist ik gewoon zeker dat díe zin erin zou komen. Ik zou daarna proberen te omschrijven hoe belangrijk het voor me is haar weer te zien en te spreken, maar daarna zou ik toch het eigenlijk bedoelde verhaal beginnen.

In ieder geval:
Ik kwam terug uit Den Helder, haalde m’n fiets op en wilde nog wat gaan doen. Ging dus naar capt. Zeppos, hoewel ik bang was jou daar te ontmoeten. Maar ik ging er van uit dat ik waarschijnlijk Jelle, waar ik al een maand naar op zoek ben, dan wel Roald zou ontmoeten.

Terwijl ik m’n fiets neerzette, kwam Mirjam naar buiten. Ik kon haar nog net herkennen. We hebben toen een uurtje met elkaar zitten praten. ‘t Is ongelovelijk, dat ik weer met haar heb gesproken. het meisje wat me al 10 jaar dwars zit. Ze vroeg me waarom ik haar zo graag wilde ontmoeten. Ik zei dat de relatie die we hadden de toon gezet heeft voor de manier waarop ik met meisjes en de liefde omga. Daarmee bedoel ik niet de manier waarop ik met vrouwen omga, maar de manier waarop ik mezelf afhankelijk maak van hun liefde, van hun aanwezigheid. Verder zei ze me dat ik, in plaats van naar het RIAGG te gaan, net als haar, maar eens in dagbehandeling moest gaan, zodat ik voor eens en altijd genezen zou zijn van de behoefte om in therapie te gaan.

Ik vroeg me nog af of ik haar adres, waar ze de komende drie weken zit, op moest schrijven, maar ik besloot dat het beter zou zijn als ik haar over drie jaar weer per ongeluk tegen het lijf zou lopen.

Voor de rest heb ik haar over m’n broers verteld, en over alle mensen die we vroeger allemaal kenden. Ik bleek verschrikkelijk veel over iedereen te weten, dus zei ze me dat ik een boek moest schrijven over al de vrienden van Ton. Ik zei nee, en bedacht ondertussen dat het boek wat ik nog steeds in m’n hoofd heb grotendeels gekoncentreerd is rond de liefde die ik vroeger voor haar had. Zij zou dus de enige persoon uit het verleden zijn die in dat boek mocht voorkomen.

(…)

Er vinden geen veranderingen plaats in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *