Ik raak evengoed nog wel pennen kwijt, ook al gaat ‘t merendeel tegenwoordig gewoon stuk & ben ik me daar over ‘t algemeen méér bewust van dan dat ze, zoals vroeger, op een gegeven moment van ‘t ene op ‘t andere moment verdwenen zijn.
Voor hen die inmiddels niet meer weten waar ik ‘t over heb: ‘t is nog maar iets van een generatie geleden dat men placht te denken dat er zoiets bestond als een pennenparadijs. Misschien uit behoefte aan alliteratie bij ‘t uitspreken van verwondering over weer 1tje spoorloos, wellicht om bij ‘t toentertijd massaal afscheid nemen van een christelijke god, toch nog iets van een plaatsvervangend hiernamaals schattig mee te blijven dragen in de dagelijkse communicatie dat deed denken aan de wanhoop van betreurenswaardige mensen hele werkdagen toevend op kantoor.
& Toch vraag ik me af waar de omslag heeft plaatsgevonden. Zijn de mensen die toen altijd hun zojuist gebruikte pen uit ‘t oog waren verloren door ouderdom & traag overnemende vergeetachtigheid zich aan gaan passen aan die onvolkomendheden door pennen systematisch, middels onbewuste maar over de jaren consequente training, op een nauwkeurig uitgemeten terug te herkennen vaste plek te ruste te leggen, zodat-ie niet onaangekondigd & onopgemerkt Walhallawaarts zou verdwijnen?
Maar ‘t zou er natuurlijk ook aan kunnen liggen dat we dergelijk schrijfgerei simpelweg langzaamaan hebben vervangen door een toetsenbord, daarbij terloops alweer deels opgevolgd door een touchscreen.
‘t Zal m’n trage vaart richting ouderdom wel zijn dat de focus bij mij enigszins mee verschoven is met die trends, als bovenstaande suggesties natuurlijk daadwerkelijk een rol hebben gespeeld.
& Daar zeg ik weliswaar ‘trage vaart’, maar hoewel de jaren zich opstapelen, dat doet er ook voor zorgen dat de groeiende hoeveelheid er voor zorgen dat de relativiteit van ‘t aantal & de duur ervan groter wordt.
‘Goh, ‘t einde komt al in zicht’, ‘Poeh, wat is dat lang geleden dan’ & ‘Vorig jaar lijkt wel gisteren’, zou je in een toevallige conversatie met generatiegenoot makkelijk in kort tijdsbestek alle 3 kunnen verzuchten.
Nu verdenk ik ondertussen de brillen van stiekeme acties zich te zullen gaan verschuilen. Ik heb ‘t eerder van dichtbij zien gebeuren toen mijn moeder meerdere in huis liet slingeren & toch altijd op ‘t moment dat 1 van de 6 nodig was om iets te noteren, geen van hen makkelijk vindbaar bleek. Laat staan de pen, die volgens haar in eerder genoemd lustoord was opgenomen, waardoor ze gedwongen was een blanco papiertje als reminder (dat woord bestond toen natuurlijk nog niet) in haar bustehouder te stoppen.
Ik denk de dingen (dat zijn over ‘t algemeen objecten die óf denken een eigen wil te hebben óf dit daadwerkelijk hebben óf de mogelijkheid hebben de leefomgeving van enig persoon naar de hand te zetten zonder dat een mens zou kunnen zien dat dit werkelijk bezig is te gebeuren) voor te zijn, zowel die bijna gepensioneerde pen, als de hier 5 jaar geleden binnengetreden leesbril. Waarbij mijn strategie mbt de pen is dat ik hem ongemoeid laat, tot ‘t moment dat ik onverwachts de deur uitga & ‘m fluks in m’n broekzak steek.
De bril daarentegen dwingt tot een andere methode, waarbij ik deels m’n moeders gedrag kopieer, maar ‘t werkwoord ‘slingeren’ verboden terrein is. Zorgvuldig leg ik ze, ik heb er 5, op afgebakende plekken neer. Nr 1 naast ‘t toetsenbord, voor de printer. Nr 2 in ‘t tijdschriftenrek in de badkamer. Nr 3 in de brillenkoker, voorvakje van de rugzak. Nr 4 op ‘t volgepropte tafeltje naast de bank waar ik boeken lees. Nr 5 als zekerheidsreserve ernaasterbovenop, zeg maar met nr 4 verstrengeld.
Dit zou moeten werken, zou je zeggen. Maar ‘t is verbazend onvoorstelbaar hoe ze ‘t, stuk voor stuk, toch, ondanks die relatieve zeldzaamheid dat ze ieder gebruikt worden (die in de badkamer werkt ‘t hardst), voor elkaar krijgen een wazigheid over zich te krijgen, waardoor ik ga denken dat ik nog een nieuwe bril nodig heb, want deze werkt bij mij niet meer, waarna ik bij ‘t aanpassen van zo’n andere slechts kan constateren dat ik beter een schoonmaakdoekje had kunnen hanteren ipv € 7,50 onnodig te spenderen.
Die hemel bevindt zich dus in Zijperspace, denken die brillen.