Caravan

Nadat we de bungalowtent hadden afgeschaft werd ‘t een caravan waar we 3 weken per jaar in verbleven. Ik ben de rangschikking van de slaapplekken inmiddels kwijt, behalve dat m’n ouders altijd gezamenlijk de plek van de opklapbare eettafel deelden.

Zo bestaat dat kampeergeheugen, ‘t caravandeel daarvan, slechts uit korte fragmenten, of stilstaande momenten.
M’n vader die uit Zwitserland een zware steen meenam om de caravan op de terugweg stabiliteit te geven. Blijkbaar was er een grote etensvoorraad meegenomen & als ontlasting in de zwitserse bergen achtergelaten, ondergewicht veroorzakend.
M’n moeder die wanhopig haar washandje bevochtigde, of zakdoekjes met eau de cologne, want vakantie was haar favoriete periode om aan migraine te lijden. Niet dat ze ‘t expres deed, maar een groot deel van de vakantie stond daar in ‘t teken van. Zachtjes met de borden, niet schreeuwen tijdens een spel, nu moeder even alleen laten, gedwongen met Pa gaan wandelen, de gordijnen dicht, niet in de buurt van de caravan komen.
1 Vakantie al de 3 weken lang.

Mijn vader ontwierp ‘t systeem. Hij was de enige die dat kon. Hij was de enige die dat ook wou.
Zoals ik zelf tegenwoordig ook alles van te voren bedenk. Ondertussen begrijp ik zijn behoefte aan efficiëntie. Je gaat op vakantie, dat is niet met zekerheden die gelden als thuis, maar als je ‘t vooraf bedenkt & alles inpakt & inricht naar een systeem die jou past, dan is zo’n omgevingsverandering makkelijk te dragen.
Maar ik geloof dat ‘t wel een beetje op ‘t miniscule af was. Alles op zo’n plek gestouwd dat ‘t logisch terug te vinden was. Belangrijke benodigdheden genoteerd op een lijst (EHBO-doos, de slinger voor de caravanpoten, buitenlands geld). Gewichtsmatig zo geordend dat de caravan niet kon hellen. Niet alle nieuwe stripboeken in 1 klap beschikbaar want verder weg gestopt.

Ik heb vast ook in de caravan zelf geslapen. Dat moet vooral onderweg zijn geweest. Hoewel ik op parkeerplaatstussenstoppen ook vaak met Carel in de auto werd gelegd. Speciaal door m’n moeder genaaide witte doek werd er overheen gespannen, met elastieken vast, raampjes op een kier.
Op een gegeven moment waren Carel & ik groot genoeg om in een tent naast de caravan te slapen.
Dat vond ik niets uiteindelijk: zo’n tentje werd al snel een rotzooi waar ik niet verantwoordelijk voor was. Latere vakanties sliep ik liever alleen in de voortent, op een stretcher. Dan klaagden m’n ouders bij de laatste tocht naar ‘t sanitair voor slapen gaan dat ik zo verschrikkelijk kon stinken.
Dat was waar. Maar hun planning was dan ook verkeerd. Had ik net m’n slaapzak leeg gewapperd.

De caravan werd vooral gebruikt voor regenachtige dagen, voor spelletjes waar anderen niet lang genoeg mee doorgingen, vals spel & oneerlijk; anders voor puzzels & streekromans van m’n moeder.
Bovenal voor de maaltijd. Altijd stil zitten, want m’n moeder liep met hete pannen ‘t eten te serveren & de caravan bewoog mee bij elke stap.

& Wordt mij de vraag gesteld welk beeld van die caravanvakanties ‘t meest is beklijfd, dan beken ik ‘t moment dat de bikini van m’n moeder plots open viel tijdens ‘t lezen van een meegenomen Libelle, toen ze net van buiten kwam vanwege te heet & ze haar bandjes nog niet vast had gemaakt.
Jaren later bekenden 2 broers elkaar dat dat voor ‘t 1st was dat ze borsten hadden gezien.

Vanaf toen is Zijperspace er anders uit gaan zien.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *