confrontaties

Tegen de ene man zei ik: ‘Kijk een beetje uit’, omdat m’n rechterschoen geraakt werd door de spaken van z’n voorwiel op ’t moment dat ik ‘m inhaalde. Waarop hij naar mij schreeuwde: ‘Kijk zelf uit!’
‘Waarom moet ik nou uitkijken,’ vroeg ik ‘m, nadat ik had gewacht tot hij mij weer inhaalde, ‘als jij degene bent die mij aanrijdt?’
Hij keek me snel van onder naar boven aan. Daar moest niet veel angstwekkends aan af te zien zijn geweest, dacht ik, maar toch zei hij: ‘Sorry, misverstand.’

Tegen de andere man zei ik niks, tot ik hoorde dat-ie me uitschold voor klootzak.
‘Kom maar ‘ns terug, vuile hufter.’
Ik bleef staan: ‘Heb je ’t tegen mij?’
‘Ja, klootzak. Je rijdt me ondersteboven.’
‘Wat bedoel je? Ik heb je nogeneens aangeraakt.’
‘Je bent een klootzak.’
‘Wat heb ik dan gedaan?’
‘Je rijdt andere mensen ondersteboven.’
‘Maar ik heb je nogeneens aangeraakt.’
‘Je bent een klootzak.’
‘Vertel me dan in ieder geval wat ik heb gedaan.’
‘Vuile hufter.’
Hij tilde z’n voorwiel op. Ik dacht ff om te tonen dat ik ‘m iets had aangedaan, maar ’t bleek slechts om z’n voorwiel tegen m’n benen te zetten.
‘Ik heb je helemaal niets gedaan.’
De slagers van de Islametic Food Center kwamen nieuwsgierig naar buiten. Een marokkaanse man had ook de neiging om ff te blijven staan, hoewel z’n kind ’t huis in moest.
‘Shalom,’ zei de man tegen hun.
‘Ja, shalom, dat zeggen die mensen dagelijks,’ zei ik.
‘Shalom,’ lachten de slagers terug.
Ik wisselde een niet-begrijpende blik met de mannen, zij keken op eenzelfde manier terug, met een wenk van ‘die man is gek’.
‘Je bent een klootzak.’
Ik besloot door te fietsen.
‘Je bent een landverrader.’
‘Ja, altijd al geweest.’
‘Je hebt ons verraden tijdens de oorlog.’
Ik fietste de hoek om.
‘Vuile klootzak,’ weerklonk ’t nog achter me.

Voorlopig geen behoefte meer aan misverstanden in Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *