Daslook- of Look-zonder-looktapenade?

Wil men weten waar een belangrijk ingrediënt te vinden is voor het bereiden van tapenade met zelf geplukte daslook, dan zou men heel simpel kunnen kijken waar twee verschillende zweefvliegen in Nederland worden waargenomen. Het zijn beiden zogenaamde ‘Gitjes’, kleine zweefvliegen die voor hun voortplanting afhankelijk zijn van dezelfde plant. De ene, het Vroegste gitje, verraadt wel heel gemakkelijk de groeiplaats van de plant, op loopafstand van Amstelveen: in het Amsterdamse Bos, waar de officieel in Nederland nog steeds zeldzame Daslook op veel plaatsen welig tiert.
Je zal het Vroegste gitje niet makkelijk op de plant zelf vinden, tenzij je het voedselspoor van de larve in het blad aantreft: witte vlekken op/in verder groene bladeren. Dat gaat er meteen minder smakelijk uitzien.

De andere zweefvlieg, het Daslookgitje, wordt verder weg van Amstelveen waargenomen en deze larve geeft de voorkeur aan de wortel van de plant. Dat is de reden waarom deze zweefvlieg in net wat warmere tijden actief is: het blad is rond die tijd namelijk al aan het verwelken. Maar als je op Waarneming.nl een kaartje tevoorschijn haalt van haar verspreiding weet je evengoed waar de plant groeit.

In Duitsland kan je Daslookbladeren in winkels kopen, in Nederland kan je niet anders dan plukken wil je lekkere daslooktapenade bereiden. Naast een goede mixer heb je dan ook nog wat op laag vuur bruinig gebakken pijnboompitten (kan je ook vervangen door bijvoorbeeld walnoten) nodig, wat olijven en een beetje zout en peper. Maar laat de knoflook vooral zitten: de bladeren hebben genoeg lookgehalte.
Maar, en dit is een hele grote ‘MAAR’, dit kan je beter niet in deze tijd van het jaar doen, ook al ziet de Daslook er nog zo verleidelijk uit met haar prachtig witglanzende bloemen. Zo gauw de plant namelijk gaat bloeien worden de bladeren giftig en dat kan vervelende gevoelens in de darmen veroorzaken met bijbehorende langdurige stoelgang.
Nee, dan kan je beter voor de plant Look-zonder-look kiezen. De naam zegt het al: het mag dan wel naar knoflook ruiken, maar dat zit er niet in. Het groeit ondertussen volop, vaak langs de kant van paden en wegen in de buurt van Hondsdraf en Gewoon nagelkruid. Pluk niet te veel bladeren van één plant, maar van gezond ogende planten 1 of 2, zodat ze jouw lekkere trek kunnen overleven. Voeg voor de smaak ditmaal wél knoflook toe, bij gebrek aan de veel zeldzamere look van de Das.
En voor het consumeren nog even een gebedje voor de nog zeldzamere twee Gitjes.

De voorraad is ondertussen alweer lang op in Zijperspace.
(Column namens IVN geschreven voor Amstelveens Nieuwsblad)

3 Antwoorden op “Daslook- of Look-zonder-looktapenade?”

  1. Interessante plant, lijkt mij. Hoe ziet idie eruit? Als Amsterdammer ken ik maar drie soorten groen: laag groen is gras, hoger groen zijn planten en struiken en hoog groen zijn bomen. Bloeiend groen heet ‘bloemen’, heb ik begrepen.

Laat een antwoord achter aan Ton Zijp Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *