Dertig

Ga maar vast zitten, had ze gezegd. Waarbij ik dan altijd op moet passen niet aan de verkeerde kant plaats te gaan nemen. Een kamertje dat ik slechts eerder zag toen ik voor ’t 1st een griepprik kreeg. Niets buiten ’t raam richting straat herinnerde aan toen.
Nou ja, Martine die er aan zat te komen.

Ik kreeg uitleg, terwijl ze zich nog ff aan ’t voegen was in haar stoel. Ik zat al op de manier alsof er niets aan de hand was. Ergens in m’n jeugd aangeleerd.
Maar dan moet je niet bij de assistente van de huisarts zijn.
‘Niks aan hand,’ stak zij van wal. ‘Ik heb hier een envelop, die ik nu ga openen, en daar zit een speciale vragenlijst in.’
Elke keer anders, blijkbaar.

Of ik de naam van de huisarts kon noemen. Ik noemde ze beiden. Vervolgde snel nog even met hun voornamen erbij.
‘Ik noem je nu 3 voorwerpen en kom daar straks op terug.’
We pauzeerden 10 seconden & gingen verder met de lijst. ’t Zouden er totaal 30 moeten zijn. En die te onthouden voorwerpen had ik ondertussen op de tafel voor me gevisualiseerd; iedere hoek aan de rechterkant 1, in ’t midden de 3e.
Met nog 10 vragen te gaan mocht ik ze aan Martine kwijt.

Uiteindelijk was de uitslag 30 uit 30, liet Martine weten.
‘Niets aan de hand dus,’ stelde ze me gerust.
Maar daar werd ik niet minder emotioneel van. Opluchtingsemotionaliteit, zou je ’t kunnen noemen; de vraag is dan of dat de lading zou dekken. Van die pieppinktraantjes die de oogleden open proberen te persen.
Er zat ook geschiedenis in, ongeloof van afgelopen tijd dat ’t niet zou passen bij m’n leeftijd. ’t Grote zwijgen erover, me afsluiten om ’t vooral niet kenbaar te maken.
Of sóms: ’t niet spreken over de dagen ervoor, vooral niet die van gister, wetend dat bij de minste paniek daar slechts een zwart gat zou zitten: wie ik gesproken had, wat was afgesproken, hoe laat ik in bed lag, de namen van de mensen die ik had ontmoet. Of waar hun gezicht gebleven was. Of hun naam als ze recht voor me stonden.

Nee, Martine & ik hadden er wel een verklaring voor. Een opgeluchte oplossing in samenspraak van hoe ’t bij mij zo zou komen.
”t Is zoals jij bent,’ vatte ze samen, ‘zo ben je nou 1maal & ’t hoort bij jou.’

Buiten haalde ik m’n fiets van slot, pakte m’n telefoon & belde m’n coach.
’30 uit 30,’ vertelde ik.

Net zo trots als met m’n 1e geslaagde tekening die ik de kleuterjuf liet zien in early Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *