Als de wandeling van ‘t Robbenoordbos wordt verplaatst naar de Donkere Duinen gaat ‘t meteen iets heel anders betekenen.
M’n moeder plaatste de auto op de parkeerplaats voor ‘t bos de Donkere Duinen. Ooit een verzamelplaats van welpen & fietsen, totdat iedereen aanwezig was & de Akela ‘t startsein kon geven voor de start van de speurtocht.
‘t Boswachtershuisje deed me beseffen dat boswachter Groen inmiddels dood is. De boswachter die altijd in ‘t groen liep, wat me toendertijd deed realiseren dat ‘t zo hoorde: boswachters zijn groen, ook al heten ze niet altijd zo. Als er later 1 op tv verscheen wist ik ‘m meteen als boswachter te herkennen.
Maar boswachter Groen was nu dood, bevestigde m’n moeder.
‘t Leek alsof met boswachter Groen de trimbaan was verdwenen. Die baan die iedereen van ‘t begin af aan belachelijk had gevonden. Meteen na ingebruikname vonden wij kinderen ‘t al oubollig aandoen. We gebruikten de stellage waar je je aan 2 stangen kon optrekken slechts als verzamelplaats. Onze eigen hangplek, hoewel hangplekken nog niet bestonden.
Vervolgens ‘t pad, waar niemand ‘t pad zelf gebruikte, maar ‘t parallel lopende heuveltje, want dat was veel interessanter. Kon je tenminste over iedereen & alles heenkijken. Hoewel, ‘t was slechts een ½e meter hoger gelegen. Maar nog steeds had ik de neiging over dat smallere hogere paadje te lopen. M’n moeder ook, moest ze plots bekennen toen ik dat kronkelig paadje ging bewandelen & zij me achternaliep. M’n vader volgde vanzelf.
De doormidden gezaagde horizontaal geplaatste boom, die al eeuwen leek te funktioneren als bank, was nog donkerder groen geworden. & Nog steeds zag de bank er zo stevig uit dat ‘t leek alsof-ie ‘t nog zeker een kindertijd zou volhouden.
Ook de plek waar we Charles tegenkwamen met z’n ouders, zodat mijn ouders zijn ouders leerden kennen. & Charles & ik alweer verder renden over de heuveltjes & takken, tussen bomen & onder vogelgeroep. & Gezwind terugkeerden toen de ouders uitgepraat waren.
Door de uitgang gingen we weer naar buiten. Een mystieke uitgang, niet alleen omdat we ‘m vroeger nooit gebruikten. ‘t Licht was er zo raar; opeens scheen, naast de ingang van ‘t restaurant, ‘t licht fel voor de bomen aan de uitgang van ‘t bos uit, een enkel spoor tekenend door de lucht; een spoor dat kon ontsnappen aan de ruimte tussen de takken & bladeren.
Hoevele malen had ik de strandopgang al beklommen? Op de fiets of gewoon lopend. Handdoek achterop, zwembroek er ingerold. Voor de rest niks, op soms een bal of een frisbee na. Besefte ik wel dat dit misschien wel de traagste beklimming was die ik me zou kunnen heugen? Meestal was de strijd wie ‘t 1st aan ‘t strand was, startend onderaan bij Duinoord. Nu wachten we geduldig ‘t tempo van Pa af.
We schroefden ons tempo helemaal omlaag op ‘t moment dat we de hoogste duin van de omgeving beklommen. Of de top van een duin geval waar ‘t pad z’n hoogste punt bereikte. & ‘t Zo lekker naar beneden crossen was met de fiets. Als je echt veel durfde liet je je vlak voor de kruising met ‘t fietspad met fiets & al vallen. Dat durfde alleen Carel.
Pa wist dat allemaal niet. Die dacht dat we verkeerd liepen. Hij wist wel dat we zuidwaarts gingen, maar wist de omgeving niet meer thuis te brengen. Ik kon ‘t ‘m wel uitleggen, maar dat zou hij toch over enkele minuten vergeten zijn, bang als-ie was dat we verkeerd terecht zouden komen, onrustig van de vreemde plek.
Daarna nog ff over de duin gewandeld die ons uitzicht gaf over ‘t land voor de stad. Dat uitzicht dat zoveel ruimte gaf, genoeg weidsheid voor een jonge jongen. Die wil crossen met z’n fiets. Of een jongeman, die wil oefenen voor de Nijmeegse. Of een jongeman, die de hond uitlaat om de wereld te ontvluchten, ‘t leven & z’n benauwdheden wil vergeten & overwinnen.
& Dan dat lange pad door Mariëndal. ‘t Bos dat nog geen bos was, toen ik daar met Midas liep, maar kleine boompjes, soms slechts struikjes. Zoals ik me een foto van m’n vader als klein kind herinner, waarop hij omringd werd door sprieterige takjes die de grond uit kwamen. De sprietjes van bomen die toen al de Donkere Duinen werden genoemd, maar nog niet de lengte van de kleuter Pa hadden bereikt.
Ook Mariëndal staat op ‘t punt een bos te worden.
Zie de bossen groeien in Zijperspace.