ehoiai (dl f)een moderne ‘catalogus van vrouwen’ in 26 letters

Of zoals Fré me shaggies liet draaien en me, terwijl ze er 1tje in haar mond stak, toesprak met: ‘Dank je, pik.’
Ze had me geleerd ze andersom te draaien. Plakrandje naar me toe. & Bij ’t aansteken had ze me verteld dat ik niet moest inhaleren.
Dat was wel lekker, had ze me verteld, maar daarvoor moest je écht gaan roken. Zolang ik daar niet mee begonnen was, kon ik ’t binnenhalen van rook beter laten.
Liefdevol blies ze na de 1e haal de rook in m’n gezicht. Dat was een teken van liefde, had ze me verteld.
Ik onderging ’t gelaten.

Dat de verhoudingen niet gelijk lagen, dat wisten we beiden van tevoren. Al was ’t alleen maar door ’t leeftijdsverschil, dat we met onze neuzen op dat feit werden gedrukt.
Als ik nog jarig moest worden, zij die van haar net had gevierd, scheelden we 7 jaar. ’t Voelde alsof ik nog een stukje in lengte moest groeien, hoewel ik al een een aardig eindje boven haar uit steeg.
Zij slofte, ik sprong.
Zij lag in de zon te bakken, ik zweette liters & probeerde er zo snel mogelijk weg te komen.
Ik kwam op de fiets naar haar toe scheuren & vervolgens reden we in haar autootje verder.

M’n ouders wisten niet wat er allemaal gebeurde. Ze hadden alleen Theo om er verslag over te doen. Die had ook een kamer in datzelfde pand. Nog maar net uit ‘t ouderlijk huis had-ie bij ’t vieren van zijn verjaardag mij per ongeluk een vriendin bezorgd.
Fré zou me bij dat partijtje wel even uitgeleide doen, toen ’t hoogtepunt van ’t festijn zo’n beetje achter de rug was. Via de trap naar beneden, door ’t labyrint van rollen vloerbedekking van de onderliggende winkel heen, waar je niet zomaar ’t licht aan kon doen. We hadden alleen haar aansteker om ons bij te lichten.
‘Draai jij ‘ns even een shaggie voor me, pik,’ zei ze toen al.
& Aangezien de tapijten toch al overal voor ons uitgespreid lagen, hebben we er gelijk maar gebruik van gemaakt. Verstopt in een donker hoekje onze ademhaling inhoudend telkens als andere gasten Theo’s feestje verlieten. We drukten de lippen nog wat dichter op elkaar.

‘Je ouders hoeven ook niets te weten,’ zei Fré. ‘Ze vinden ’t toch niet goed.’
Ze wisten ’t wel; ze wisten alleen niet genoeg.
‘Terecht, pik,’ reageerde Fré, ‘laten we dat maar zo houden.’
Geen slapende honden wakker maken, zei ze ook steeds weer.
Ik bleef maar beweren dat die honden al wakker waren. & Voelde me vervolgens schuldig dat ik ’t woord ‘honden’ voor m’n ouders had gebruikt.
‘Doet er niet toe. Mondje houden.’

Waarop we een week later bij haar ouders op de bank zaten.
Ik was gewaarschuwd, ze zouden nog erger zijn dan Fré. Net als haar zussen & ’t jongste broertje. Theo had me er al van verteld. Fré was een mild geval.
Haar vader donderde binnen toen haar moeder al een uur onze hoofden suf gekakeld had. Hij smeet zijn tas in een hoek, gaf zijn dochter een zoen & begon toen tegen mij te praten. Zonder me een blik waardig te gunnen overigens, want hij was op zoek naar pen & papier om een verontwaardigde brief naar ’t gemeentebestuur te kunnen schrijven.
Hij vroeg me niet wie ik was, dat wist hij al begreep ik snel, maar hoe ik ’t in mijn hoofd had gehaald met zijn dochter aan te pappen.
‘Zie je niet dat ze 6 jaar ouder is dan jij?’ bulderde hij vanachter zijn bureau in de achterkamer.
‘Nee, 7 jaar,’ verbeterde ik, ‘Fré is net jarig geweest.’
‘Niet zo brutaal, pik,’ zei Fré, terwijl ze me schaterend van ’t lachen van de bank af stootte.

Ik heb ’t na een jaar uitgemaakt. We herhaalden onszelf te veel. We bleven in dezelfde problematiek hangen, zou een relatiepsycholoog gezegd hebben.
Ik moest me ook weer wat meer concentreren op school. Daar had ik nieuwe vrienden gekregen, die ook aandacht opeisten. Ze waren anders dan Fré. Ze reden bijv nog geen auto.

Bij ’t afscheidsfeestje van Theo, hij ging ergens anders met zijn vriendin in een flatje wonen, zagen Fré & ik elkaar weer voor ‘t 1st in een jaar.
‘Hé pik,’ begroette ze me.
Ze reikte me haar pakje aan. Ik draaide shaggies voor ons beiden, terwijl zij verslag deed van de afgelopen tijd.
‘Ik ben maar naar de psych gegaan,’ stak zij van wal. ‘Ik redde ’t niet zonder jou.’
De zojuist geïnhaleerde rook kwam weer uit m’n mond te voorschijn. Ik blies ’t richting haar gezicht.
Fré wapperde druk met haar handen.
‘Gatverdamme man, ik rook mezelf wel dood!’

Zijperspace bleef een tijd lang in dichte wolken gehuld.
Deze aflevering is linkmatig gesponsord door Mike.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *