ehoiai (dl p)een moderne ‘catalogus van vrouwen’ in 26 letters

Of zoals ik m’n neus tegen die van Floor stootte. Meermaals zelfs. Ik kon er geen genoeg van krijgen.
Zij schrok steeds licht. Een zuchtje kermde tussen haar lippen door. ’t Donzig haar erboven trilde mee met de schrik.
Een druppeltje zweet dat ik onderweg had meegenomen gleed langzaam richting m’n wang. Bleef in de kier onderaan de neusvleugel afwachten op wat er verder nog te gebeuren stond.

Ik keek.
Hoewel ik me nog zo voorgenomen had eens te zoenen zonder kijken. Zoals de anderen altijd deden. Ik kon toch niet de enige ter wereld blijven die met volle teugen alles in volle glorie in zich opnam?
Gelukkig scheen er slechts een enkele lantaarnpaal door de kier van de gordijnen. Hoe erg m’n ogen ook gewend raakten aan ’t donker, ik kon slechts de kleur van haar wangen voelen.
Alles zwart. Ook haar neus.
Daar voelde ik ‘m weer. Met moeite ging die van mij langszij naar de andere kant. ’t Puntje scheen net zo rood als dat haar wangen gloeiden.

Halverwege de toch al korte nacht lieten we elkaar los. Floor ging water halen. Ik zag door de kieren van m’n vermoeide ogen een schim ’t licht van de gang betreden. Een schim waarvan ik alle onderdelen op souplesse gecontroleerd had.
Floot legde zich opnieuw naast me neer. Net zo donker als ervoor. De deur was weer dicht.
‘Wil jij een slokje?’ vroeg ze me.
Ik kreunde een uitgeputte ja. Knikte met m’n hoofd, zodat ze ’t zeker zou verstaan.
‘Hoofd stil,’ zei ze.
Onze puntjes aan de voorkant van ons voorhoofd zochten elkaar weer op. Als magneten vonden ze elkaar. Een korte wending van Floor opzij & haar lippen waren bij die van mij.
Onze neuzen als bakens, zodat we de weg naar elkaar steeds weer terug zouden vinden.
Ze manoeuvreerde met haar lippen mijn mond open. Een korte knik als teken dat ’t zou beginnen. & Druppel voor druppel gaf ze me te drinken uit haar eigen mond.
Ik kon haar zweet ertussendoor proeven. Ik was na die paar uurtjes al een smaakexpert op dat gebied.

We dronken om beurten. Ze had 2 bekers uitgeschonken, aan weerszijden van ’t bed geplaatst, maar we gaven er de voorkeur aan elkaars dorst te lessen.
Ze druppelde wat water op haar buik. Ik zoog haar navel leeg. Bleef er meteen liggen met m’n hoofd. M’n oor op de heuvel waar alle geluiden van binnen te horen waren. Ik hoorde de resten alcohol stromen. De reden waarom we nu bij elkaar waren gekomen.
Ik luisterde, zij wreef. Zachtjes, versuft, voldaan, door m’n haren.

Zo zijn we in slaap gevallen. Zo heeft zij me een uur later wakker gemaakt.
Floor opende 1 helft van ’t gordijn, waardoor ’t daglicht naar binnen viel. Ze had al een kort hemdje aan.
Ik keek hoe ze bewoog. Hoe haar slanke lichaam nu omhuld werd door een miniem stukje stof. Alleen haar borsten waren verstopt.
Maar ook die hield ze niet lang geheim. Ze bukte voorover om de kussens op te rapen & toonde me zodoende waar ik die nacht van onder de indruk was geweest. Ze waren net zo mooi als in ’t donker.

Ze overhandigde me een handdoek. Liet me de douche zien.
Ik waste me. Vroeg om een tandenborstel. Trok m’n kleren van gister weer aan.
Slaapdronken slingerde ik mezelf richting werk. Ik omarmde een lantaarnpaal. Gaf mezelf met m’n arm een zwieper om de vaart er in te houden. Ook om ’t gevoel van de nacht nog even vast te houden. ’t Leven, de liefde, ’t mooie lichaam. Haar neus.
Ik krabde me snel even op die van mij. Om te voelen of alles wel echt had bestaan.

In de bieb zei een brutaal klein meisje mij dat ik naar haar vader rook.
Ik schoof haar boeken iets opzij, boog me over de balie heen & vroeg haar: ‘Hoe ruikt je vader dan?’
‘Hij ruikt ook altijd op zaterdag naar bier.’

Terwijl ik had gedacht dat alles in Zijperspace naar vrouw rook die dag.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *