Tegen ’t eind van een boek neem ik me voor, heb ik me al een tijdje voorgenomen, om de dankwoorden over te slaan. Dan kan ik door met de volgende. Scheelt me vaak toch zo’n 2 tot 3 blz.
& Dat laatste schrijf ik zo kort omdat men daar ook gemakkelijk overheen hikt. Wlups, nu een overstap naar iets anders, dan wel volgends.
’t Lukt me echter slechts zelden. Toch weer die extra blz lezen, dat kleine inkijkje wie er toe doen voor de schrijver, naarmate ik ouder word een pinkje van begrip om zijn/haar redacteur, de goede verstaander, familie & hoe er zo geen rekening mee werd gehouden. Dat ik dan blij ben ’t niet over te hebben geslagen, dat ik ooit zoiets moet schrijven, wie ik dan niet moet vergeten.
Als een testament, een schrijven van wat belangrijke motivatie is, steun, toeverlaat, schouder, noem maar op. Iemand waar je dat spaarzame geld graag aan toe wilt laten. Ze hebben je gezeur, geploeter, & jij eindelijk ook hun hulp toegelaten.
Hoewel ik nog nooit een boek geschreven heb. Roman, noch een publicatie over natuur, buiten van columngrootte.
Groter kon ik niet rijzen.
Maar als ik in die hoedanigheid toch zou mogen danken, herdenken, aanmoedigen bovendien, zou ik bij deze graag willen laten merken dat ik wel eens ’s nachts heb wakker gelegen. Soms dat ’t me duizelde. Zowaar een reactie. Men had zich betaamt een stuk van mij te lezen & daar woorden aan te spenderen.
Maar ook die mensen die een bier willen drinken met me. Niet van ’t gemakkelijke soort, eerder van ’t zwaardere. & Als ’t licht is dan maar halve liters. Dat de woorden vervolgens zijn gaan kletteren, tot we niet meer begrepen waarom. Zodat ik de gesprekken terug moest zien te vinden, wetend dat ze nooit hier zouden verschijnen vanwege een herinneringsgebrek. Dat slechts ’t klateren over bleef, hoofd achterover voor ’t slikken of anders een scherpe snedigheid.
Laaft u zich maar om mijn hoofd achterover, zij ’t drank, zij ’t lach. Ik bemin u om mijn duizeligheid, dat ik versteld sta over hoe graag ik bij u allen ben. Me uiteindelijk verwonderend hoe dat zo ver heeft kunnen komen.
Tegelijkertijd, of juist net iets later, me terugtrek omdat alleen goede herinneringen moeten overblijven.
Dit is ’t geheugen van Zijperspace.