gepruttel

‘t Geluid van de zijspan van Fiets weerklinkt buiten. Met groot gemak herken zelfs ík dat geluid: een traag & laag gepruttel dat onmiskenbaar bij een Harley hoort. & Daar nog iets xtra’s bij, zodat ik weet dat ‘t de zijspan van Fiets is. Daarvoor is-ie dan ook voor vandaag al 100-en keren aan komen rijden.

Ik had Fiets al een tijdje niet gezien; ‘t moet ondertussen 3 weken geleden zijn. De laatste keer dat hij & Drien langs waren zag hij wit & mager. & Was-ie bijna niet te verstaan, maar daar zijn we ondertussen wel aan gewend. Hij was toch altijd al vooral gebaren aan ‘t maken als-ie wilde bestellen. Eigenlijk leek-ie juist meer te praten sinds z’n keel aangetast was. ‘t Viel in ieder geval meer op.

Hoewel hij ‘t vast niet mag, maar we weten nou 1maal dat-ie ‘t toch niet kan laten, bietst Fiets een shaggie van z’n buurman. Meteen na opsteken hoest-ie op een vreemde manier.
‘Há, je weet in ieder geval dat je er 1tje hebt opgestoken,’ zeg ik.
‘Ik ben roken ook niet meer gewend, maar dat geluid inmiddels wel, want dat maak ik ook wel zonder die peuk.’
‘Gaat ‘t dan wel als je zo’n koud biertje drinkt?’ Want ik vermoed ook ‘t geluid van een boer achter de kuch van daarnet.
‘Ach, dat kan geen kwaad. Ik kan ondanks dat ik drink evengoed ademhalen.’ Hij wijst op z’n borst waar een soortemet gaas uitsteekt. ‘Want ik heb tegenwoordig een inlaatklep.’
‘Oh. Dus je kan ademhalen terwijl je ‘t doorslikt?’
‘Ja, ik kan mond & neus allebei dichthouden & toch door blijven ademen.’
Er schieten me beelden te binnen van mensen die dmv drukken op een apparaatje aan de keel zich verstaanbaar kunnen maken.
‘Gaat ‘t dan evengoed wel goed met je?’
‘Een maand geleden had ik niet kunnen bevroeden dat ik nu er zo bij zou zitten. & Bovendien heb ik nog nooit zoiets voor de hand gehad; ik heb geen vergelijkingsmateriaal. Ik weet eigenlijk dus niet of ‘t goed met me gaat.’
Leuke manier van redeneren, denk ik, zo geef je nooit aan hoe goed of slecht je je voelt.
‘Maar je kan evengoed wel blijven praten?’
‘Des te meer ik praat des te slechter ‘t is,’ & hij doet z’n vinger dwars over z’n lippen & houdt voor de rest z’n mond.

Alle deuren staan open, dus ‘t geluid van de voorbijrijdende Harley is luid & duidelijk te horen in ‘t proeflokaal.
‘Ha, ik hoor weer lentegeluiden,’ merkt Fiets op.
‘Die klinken bij mij in de tuin heel anders,’ zeg ik.
‘Alle opgepoetste Harley’s komen weer uit de garages,’ legt Fiets zijn lente uit.

& Plots houden we wel van pruttelgeluiden in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *