grotgraaf

1st Was er Papillon. Een veel te dik boek. Waarom ik dat mocht lezen, werd er gevraagd. Maar ik zou ’t toch lezen, ook al zou ’t me verboden worden.
Daarna volgde Sartre. Met ‘De teerling is geworpen’. Veel te moeilijk vonden tantes nu. Dat kan hij toch nog niet snappen?
Ik had ’t in een week uit. De hele tijd een woordenboek in de buurt. Voor ’t geval m’n tantes gelijk mochten krijgen.
Een volgend boek van Sartre, enkele jaren later, stond aan ’t begin van m’n gekte. Ik zei tegen m’n huisarts dat ik ’t gevoel had dat de stenen uit de muur konden komen. Dat elke steen een eenheid was, waarvan ik me zeer goed bewust was. Ik vroeg ‘m of-ie ooit ‘De muur’ van Sartre had gelezen. Ik had ’t net uit. Hij had er wel van gehoord, maar nooit tijd gehad ’t te lezen. ’t Leek ‘m beter voor mij, nadat ik over de inhoud had verteld, dat soort boeken niet te veel te lezen. Niet in deze toestand. Hij stuurde me door naar ’t Riagg.

Maar voordat ’t zover was, las ik andere boeken. Vóór ’t begin van Papillon. Ik las alles wat los & vast zat.
Onderweg naar Zwitserland werd ik in de auto van m’n oom & tante geplaatst. Vanwege de grote hoeveelheid kinderen die m’n ouders mee moesten nemen. Achterin de auto, naast Frank & Simon, waar we veel minder lawaai mochten maken dan in de auto van m’n ouders. Dat was niet erg, want dan kon ik tenminste hun verzameling boekjes doornemen.
Een gele serie, met historische verhalen. Elk deeltje vertelde over een andere tijd, een ander personage. In 1 dag kon ik 2 delen lezen, & me weg van de wereld wanen.
Op de camping aangekomen, ging ik dagelijks naar de caravan van Frank & Simon, 2 nieuwe deeltjes halen. Totdat ik halverwege de vakantie alles uit had.
‘Nou moet je maar ‘ns andere dingen doen dan de hele tijd lezen & binnen zitten,’ vond m’n tante.

In 1 van die deeltjes kwam een graaf voor. Een wijs man. Alle hoofdpersonages in de gele boekjes waren wijze mensen, of anders waren ze dapper, voorwaardes om held te worden, maar ondanks die kwaliteiten liep ’t toch vaak slecht met ze af.
De graaf werd gevangen genomen & opgesloten in een grot. ’t Was er vochtig & koud. Hij zag er niks, behalve een klein beetje zonlicht dat naar binnen glipte, de wanden van de grot & enkele ratten & kakkerlakken.
Hij vroeg om pen & papier aan zijn bewakers & kreeg ‘t. Jarenlang bleef-ie opgesloten in de grot & jarenlang bleef-ie schrijven.
Waarover moet je dan schrijven, vroeg ik me af. Als je niks beleeft, dan is er toch ook niets om te vertellen?
Maar toen de man eindelijk, na 10-tallen jaren gevangenschap, werd vrijgelaten, had-ie een dik boekwerk bij elkaar geschreven. ’t Werd uitgegeven & ’t was een wijs boek, van een wijs man. Spoedig werd de man weer gevangen genomen. Vanwege dat boek. Hij werd in een hok gestopt waar hij niet rechtop kon staan & niet kon zitten.

Of ’t echt waar is weet ik niet. Misschien heb ik in de loop der jaren 2 verhalen tot 1 samengesmeed. Of hoorde de geschiedenis van de graaf in de grot niet tot de gele serie historische verhalen. Wat is waarheid voor een kind?

Nu ligt er een plastic tas in mijn tuin. Eigenlijk ligt-ie niet ‘ns. Hij hangt eerder. Tussen de doodse stengels guldenroede. Als een traliewerk hebben ze de tas omsloten. Sinds vanochtend. Of anders gisteravond, toen ’t al donker was, & ik niet kon zien dat ’t arriveerde.
Ik probeer me voor te stellen hoe ’t hier terecht is gekomen. Waarbij ik beelden zie die mij eerder zijn voorgeschoteld. In films. Of door uitvoerig beschrijvende romans. Wapperende beelden, van in de lucht koprollend krantenpapier, voortgedreven door de nukken van een najaarswind. ’t Draait salto’s in de herfststorm, buitelingen die ’t bijna op de grond doet rusten, maar steeds, als ’t haast zover is dat ’t gedwongen wordt te blijven plakken aan ’t aardse, wekt een onderwind ’t weer tot leven. Een oneindige reeks draaiingen & pirouettes om een denkbeeldige as doet ’t verder gaan, ’t verhaal in, daarbij een achtergrond passerend, een decor, ter introductie op dat wat verder nog gaat komen. ’t Danst, ’t neigt, ’t legt ogenschijnlijk stil in een niemandsland van oneindig diep zwart horizon, om een tel later weer uitbundig te genieten van een plotse turbulentie. Waarna ’t plots betrapt wordt door de zwaartekracht. Of in mijn geval: een bosje stengels guldenroede.
Een afzichtelijke tas van Komart De Wit. Bij mij om de hoek. Met vloekende balken geel op wit, & enkele rode & zwarte letters; ’t beeld verstorend van ’t afbraakproces dat beter past in dit jaargetij.

& Ik moet denken aan de graaf in z’n grot. Voor 10-tallen jaren gevangen met niks meer dan z’n wanden & z’n papier.
Een ekster neemt plaats op de waslijn van m’n achterburen. Hij vliegt op, om in de hoek van ’t balkon iets te pakken te kunnen krijgen. Maar ’t stoot z’n kop. Hij waande zich voor een kort moment een kolibri, in ogenschijnlijke stilte hangend, maar werd door z’n eigen onstuimig lichaam gecorrigeerd.
Daar had ik ook over kunnen schrijven.

De tas van Komart verstoorde echter ’t beeld in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *