hoofdpijnpilsje

Ze kijkt wat somber voorovergebogen. De oogleden hangen.
‘Laat geworden?’ vraag ik.
‘Kaspar belde gisteravond,’ zegt Sas, ‘aan ’t eind van ’t werk. Hij had kaartjes voor 2 optredens in Paradiso gekocht. Maar met ’t ene kaartje had-ie al automatisch toegang tot ’t andere concert. Dus of wij ook zin hadden om te komen. Niemand kon, behalve ik. Dus toen werd ‘t ½ 5.’
‘O, zo voel ik me ook ongeveer,’ zeg ik.
‘Ik heb geen kater.’
‘Nee, ik ook niet. M’n nek staat alleen een beetje strak.’
Ik gebaar waar de band van strak staan loopt. Tot bijna aan m’n voorhoofd. Eigenlijk toch wel een beetje hoofdpijn is dat, bedenk ik.
‘Ja, dat voel ik ook,’ zegt Sas.

‘Zullen we maar een hoofdpijnpilsje nemen?’ vraag ik een ½ uur later.
‘Ja, dat zat ik daarnet ook al te denken. Ik was alleen bang dat als ik zou beginnen te drinken ik helemaal ’t overzicht kwijt zou raken.’
‘Nee, zo werkt bier niet,’ zeg ik met een brede lach om m’n mond. ‘Bier is een heel goed geneesmiddel.’
We werken tenslotte in een brouwerij.
‘Doe mij dan maar witbier,’ geeft Sas toe.
‘Jij ook?’ vraag ik aan Peet.
Ze zegt resoluut nee. In 1e instantie.
‘Of doe eigenlijk ook maar wel,’ zegt Peet een tel later. ‘Misschien goed voor m’n depressie.’

’t Werkt, weet ik als ik me plos bedenk dat ik ’t strak staan van m’n nek al een ½ uur ben vergeten.
Naast me knijpt Peet in de zij van Sas, omdat ze in de weg staat voor de bestelling die zij kwijt moet. Plagerig. Sas schrikt & lacht. Ze lachen allebei.
’t Werkt.
We werken eigenlijk in een soort ziekenhuis. Waar we zelf alle medicijnen uitproberen.

‘’t Was eigenlijk voor ‘t 1st in jaren,’ zegt Sas na afloop van ’t werk.
We zitten aan de bar wat na te drinken. Klanten weg, & alles is schoon. Biertje weer voor ons neus.
‘Ik ben ’t ook helemaal niet meer gewend,’ voegt ze er aan toe.
Ze zucht de herinnering aan ’t gevoel van vanmiddag nog even tevoorschijn.
‘Was Kaspar er dan ook, de hele tijd?’ vraag ik.
‘Nee, toen de disco begon, ging hij weg.’
‘Was je dan in je 1tje?’ vraagt Jans.
‘Ja, daar stond ik zelf ook een beetje verbaasd over. Dat ik dat leuk zou vinden. Maar ik heb me helemaal niet verveeld.’
‘Alle mannen kwamen natuurlijk automatisch op je af,’ suggereer ik.
‘Ja, maar niet vervelend. Ik geloof dat ik hooguit 2 opdringerige mannen heb meegemaakt. Ik dacht 1st dat ’t moeite zou kosten om van iemand af te komen, dat ik zou moeten zeggen dat ik weer op zoek naar m’n vriendje ging, of dat m’n vrienden verderop stonden. Maar ik zei op een gegeven moment, als ik genoeg van een gesprek had: “Nou, ik loop weer ‘ns even verder, doei.” & Dat was ’t dan.’
Ze doet een kleine zwaai met haar hand voor, lacht om de vanzelfsprekendheid die ze eerder niet scheen te hebben gezien.
‘& Plots had ik ook trek in een jointje. Toen ben ik naar een paar engelsen aan de kant van de zaal gelopen. “Hoi, mag ik een jointje van je draaien?” vroeg ik. Dat mocht. “Maar wacht even,” zei ik. “Dan moet je ‘m zelf wel draaien, want ik rook niet.” Toen moesten ze lachen. “Zijn jullie hier voor ‘t 1st?” vroeg ik ze. Nee, ze waren er al voor de 8e keer. Ik heb toen een biertje voor ze gehaald. Vond ik wel zo netjes. Maar alles gaat hartstikke makkelijk. Zou ik anders nooit doen, vragen om een jointje.’
‘Komt doordat je een vrouw bent,’ zegt Jans.
‘Ja, ik denk dat je als vrouw alleen je niet zo snel hoeft te vervelen. Mannen komen vanzelf wel naar je toe.’
‘In m’n volgend leven wil ik ook een vrouw zijn,’ zeg ik jaloers.

’t Is 10 uur. We moeten de deur uit.
We ruimen de boel op. Pakken onze spullen. Ik ga nog even naar de wc. Peet ook. Sas spoelt de glazen.
‘Hé, Jans,’ hoor ik Sas achter me zeggen, ‘tot hoe laat heb jij de oppas voor je kind vanavond geregeld?’
‘Sas heeft er zin in,’ zeg ik tegen Peet, terwijl ik enkele biertjes weer naar buiten laat stromen.
‘Nou,’ hoor ik Peet door ’t luchtgat tussen onze wc’s beamen.

Ik ging linea recta terug naar Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *