kalk

’t Blaadje valt een beetje slungelig op ’t daarvoor bestemde platform. De printer kreunt een beetje na.
‘Zielige aandachttrekkerij,’ denk ik dan.
Ik laat ’t papier nog even liggen. ’t Staat ook nog op m’n beeldscherm. Bovendien droogt de inkt dan nog wat. Ik heb al te vaak vieze vegen veroorzaakt met m’n vingers.
Ik haal diep adem. Voel m’n borstkas zwellen. Adem uit. Luister goed of ik weer wat na hoor pruttelen.
Ook weer zo’n echo van een angstkreet van diep weg beneden.

Nog even de vragen repeteren. De hele tijd op ’t lijstje kijken staat ook weer zo wat.
Over m’n benen, herhaal ik voor mezelf, m’n pillen, hoe is ’t gekomen, wanneer houd ’t op, wanneer ben ik geschikt.
& Dan moet ik m’n vragenlijstje erbij pakken. Want verder weet ik ’t niet. Behalve dan over die bolling onder m’n borstkas.
Dat ga ik doen. Als 1e.

Ik heb een bolling.
Nee, dat klinkt niet.
Sinds een paar nachten slaap ik slecht.
Een goede introductie.
Als ik dit doe, dan voel ik dat.
Daar kan ze vast iets mee. Ook al is ze slechts assistent.
Of heet dat dan assistente? ’t Getuigt toch van emancipatie als ik ’t geslachtelijk onderscheid in deze achterwege laat?
Als ik dit doe, dan voel ik dat. Kan dat onderzocht worden?
Of beter: heeft dat iets te maken met m’n ziekte?
Hup, dan haalt ze meteen de stethoscoop erbij.
Trek je shirts maar uit. Maak je borst maar nat.
Nee, dat zeggen internisten niet. Ook niet als ze assistenten zijn.
Assistente – assistentes. Assistent – assistenten.
Ik weet wel hoe ’t moet.
& Als ik daar dan druk, doet ’t hier dan pijn?
Ik zal ‘r wel even leren hoe ze een echte internist moet worden. Een beetje aandacht, een aai over m’n bol.

’t A-4tje zal nu wel droog zijn. Even voelen. Even kijken ook.
O ja, die vraag helemaal vergeten. Die stel ik dan als ze denkt klaar te zijn met me.
Hoe lang blijf ik op de lijst van ’t AMC staan?
Brubbeldebrubbel. Zoiets zal wel haar reactie zijn. & Dan een vaag antwoord waaruit uiteindelijk blijkt dat ze ’t niet weet.
Ja, ’t AMC zal je dat wel allemaal vertellen.
Pakt ze weer 1 van haar 10 pennen uit haar borstzak te voorschijn. De rode om een lijntje onder een zin te zetten. Dan de groene om een kaart in te vullen. Nog even snel met een paar toetsen ‘t beeldscherm lichtelijk aan m’n laatste opmerking aanpassend.
& Dan zeg ik wat waardoor ze haar blauwe pen plots nodig heeft.
M’n pillen zijn op.
Dan kan ze weer een minuutje krabbelen & stil zijn.

Want eigenlijk willen ze geen vragen beantwoorden.

Ik had die lijst niet nog een keer moeten doornemen. Ze worden zo futiel. & Ik word zo achterdochtig.
Die vraag over dat ik waarschijnlijk sneller dood ga, die moet ik ook maar doorstrepen.
M’n vader had daar altijd een potje witte kalk voor. Dingen die je niet ziet, die zijn er voor een ander ook nooit geweest.
Ze bleven dan alleen altijd erg plakken, de letters die verborgen waren. Dat wel.

Er is geen kalk meer verkrijgbaar in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *