kerst in de brouwerij

(Mocht men ‘t nog niet geconcludeerd hebben, of reeds vernomen; bij deze een 1-malige bekentenis. Hoewel bekentenis misschien niet ‘t juiste woord is, omdat ik niet ermee wil beweren iets fouts uit te oefenen in die bezigheid. ‘Bekendmaking’ vind ik echter ook niet op z’n plaats. Edoch:
Ik werk in ‘t proeflokaal van een brouwerij. Zodat onderstaande beter in z’n kontext gezien kan worden.)

Ik heb al m’n kerstcd’s meegenomen. We draaien in ‘t proeflokaal nooit muziek, behalve op 1 januari & na sluitingstijd bij ‘t schoonmaken. Maar tijdens kerstmis wil ik nog wel een uitzondering maken, daar ik ‘t veel te leuk vind bepaalde kerstliedjes ten gehore te brengen.

Om ½ 3, een ½ uur voor opening, krijg ik ‘t 1e telefoontje met de vraag of we op deze kerstdag wel open zijn.
‘We zijn op alle feestdagen open. (…) Ja, met de gebruikelijke openingstijden.’

Omdat de brouwerij 25 & 26 december geopend is, wordt elders kerstfeest gevierd. Nieuwjaarsdag is verplaatst naar 1 januari. Op die dag zijn we open vanaf 4 uur.

5 Voor 3: Mompel slentert al voor de deur. Niemand zou zo’n naam willen dragen, maar Mompel zegt dat-ie al jaren zo wordt genoemd. Ontstaan doordat hij ging mompelen & onverstaanbaar werd na een paar biertjes. Als-ie straks binnenkomt legt-ie z’n hand op z’n borst & maakt een lichte buiging bij wijze van groet.

Ik ben vandaag in verfletst groen gekleed. M’n broek is bij ‘t kruis nog vies van de vele kratten sjouwen gister. Dat valt me nu pas op; te laat voor een schone. M’n t-shirt zegt dat ik een arrogante eikel ben.

De 1e 10 geopende minuten lijken zeer veel op die van vorig jaar: Barrie & Mompel gaan op nevenstaande barkrukken zitten; Jan haalt nog net even een kerstpakket; Jörg moet z’n drankvoorraad bijvullen & zal waarschijnlijk over een ½ uur 4 bier genuttigd hebben. Alleen Lecek heb ik vorig jaar niet gezien tijdens ‘t 1e uur.

‘t Wordt sneller druk dan ik van te voren verwacht had. Maar wat is druk als nogeneens ¼ van de zitplaatsen bezet is.

Peter Sap treedt binnen & neemt plaats op een kruk. Als ook Nico op dezelfde rij van Barrie & Mompel gaat zitten, maakt ‘t de verlangde rij van beroepsmopperaars kompleet. Iets wat elk zichzelf respecterende horeca-gelegenheid niet kan ontberen. Zeker niet op 1e kerstdag.

Chiel is al aangeschoten, concludeer ik uit z’n rode kop & z’n alcohol-wasemende adem.
‘Weet jij hoe Peppi & Kokki op z’n duits heten? (….) Peppi und Kokki.’
&: ‘Ton is de snelste barman die ik ooit gezien heb in m’n leven.’
‘Dank je Chiel.’
Hij wil nog een 3e biertje. Ik kijk ‘m aan alsof ik ‘m niet goed verstaan heb.
‘Ik zei dat ik nog wel een biertje lust.’
Ik tap er toch nog 1tje in.
‘Ik had je wel verstaan hoor. Ik was alleen aan ‘t denken of ‘t wel verstandig was je nog een biertje te geven. We willen nl niet meer dat je hier aangeschoten rondloopt. & Ik was dus aan ‘t overwegen of je deze nog wel kon hebben zonder lastig te worden.’
‘Ik was al aangeschoten toen ik binnenkwam.’
‘Ja, dat weet ik. Daarom zeg ik ‘t ook.’
Chiel legt z’n hand op de mijne.
‘Ik vind ‘t goed. Ik ga weg na deze. Je bent een schat.’

Nico krijgt een biertje aangeboden van Peter. Zeer snel wordt deze geledigd, waarna hij er nog 1 bij mij bestelt. De anderen zijn nogeneens halverwege ‘t glas.

Ik heb bijna geen tijd om te schrijven. Tussen enkele klanten door heb ik steeds een klein minuutje de tijd om een aantekening te maken. Pas als m’n collega om 5 uur arriveert, kan ik de pen weer af & toe vatten.
Ook aan Okke is de binnenkomst van m’n collega niet onopgemerkt voorbijgegaan. Op zijn leeftijd heeft-ie nog steeds niet genoeg van ‘t verlangend kijken naar stevige mannenlichamen zoals die van m’n collega. Okke heeft vooral op ‘t toilet behoefte aan een schuinse blik als-ie m’n collega (toevallig) plassend aantreft. M’n collega ziet op dit moment echter niet dat Okke behoefte lijkt te hebben aan iets, zodat ik ‘m (‘oh, teleurstelling’ lees ik) een biertje moet serveren.

Daar is Kaj. Dit is dan waarschijnlijk de 1e keer dat Nico & Kaj elkaar hier treffen sinds ze 3 jaar geleden op dezelfde feestdag met elkaar op de vuist wilden gaan. Kaj voelde zich steeds meer opzij geschoven door de rug van Nico die dag, waardoor-ie veel te weinig barruimte overhield.
‘t Lijkt alsof ze elkaars gezichten niet hebben onthouden.

‘Gezellig, hè?’ zegt m’n collega met een big smile.
We gaan de ‘alleners’ tellen. ‘t Grootste gedeelte van de cliëntèle aan de bar behoort tot deze groep: zijn zonder gezelschap binnengekomen & hebben slechts een gesprekspartner gevonden in degeen die toevallig ernaast is komen zitten.
‘Broer & zus aan de bar horen niet bij de alleners. & De ethiopiërs ook niet.’
‘De ethiopiërs komen ook altijd alleen. Maar die treffen een grote groep landgenoten & dan zijn ze niet meer alleen.’

De ethiopiërs zijn hier vaak, maar vooral met kerst komen ze in grote getale. Ze vieren niet tegelijk met ons kerst (als dat al in hun ietwat andere christelijke geloof bestaat) & zijn dus blij dat er tenminste een plek voor drank geopend is. ‘t Zijn echter alleen maar mannen; zelden is er een vrouw in hun gezelschap.
Een dame wil even bellen. Daarvoor moet ze in de hoek zijn van de bar. De ethiopiër die daar zit weigert haar er langs te laten. Zelfs niet nadat ik ‘m heb duidelijk gemaakt dat ze er langs moet om bij de telefoon te kunnen. Ik maak me kwaad & laat ‘t z’n vriend ook merken die net van de wc afkomt.
Ik krijg ‘t vermoeden dat ‘t gedrag veroorzaakt wordt doordat ‘t een vrouw is die langs wil. De mannen denken dat ik me opwind vanwege hun ander komaf, maar ik weet, door gebruik te maken van m’n funktie als de ‘baas’, de boel weer in ‘t recht te trekken. We drinken er zogenaamd een biertje op, na enkele minuten woorden gewisseld te hebben.

De kerstgedachte wordt bijna nooit vertaald in de hoeveelheid fooi die we aan ‘t eind van de avond in onze zak kunnen steken.

Deze kerstdag was een uitzondering in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *