omstandigheden

Ik had de omstandigheden niet mee.

De man voor me moest een arts zijn. Hij zei tegen de portier in bewakingspak dat z’n patiënt, die naast ‘m stond, plots een druk op z’n borst voelde.

De man zag er ook uit als iemand met druk op z’n borst. Je moet 1 keer zo’n persoon hebben gezien & je weet hoe je gaat kijken als je druk op je borst voelt. Alarmerende druk op je borst.

Daarom had-ie ‘m meteen meegenomen. Hij schatte in dat ’t een spoedgeval was.

‘Gaat u maar door deze deur,’ zei de portier in bewakingspak, ‘& gaat u zitten. Dan komt m’n collega zo bij u. Ik zal even zeggen dat er haast bij is.’

De deur opende zich.
& Sloot meteen achter de mannen.
We waren gescheiden geraakt.
2 Verschillende kamers.
Hokken eigenlijk.
Ik kon zien dat ze zich moesten inschrijven.
Maar dat besefte ik me op dat moment niet.

Zoals ik al zei: ik had de omstandigheden niet mee.

‘Goedendag,’ zei de portier in bewakingspak.
‘Goedendag,’ zei ik. ‘Ik heb een afspraak.’

Vraagtekens op ’t gezicht van de portier in bewakingspak.
Die moest ik zo snel mogelijk zien weg te werken.

‘Ik ben hier toch op de 1e Harthulp?’

‘Ja, inderdaad.’

‘Ik heb een afspraak om een test te doen met dokter Tan.’
‘Wacht, dan wijs ik u wel even de weg,’ zei de portier in bewakingspak. ‘Als u door deze 2 deuren gaat, kunt u op die houten bank plaatsnemen. Dan kom ik zo bij u om de weg te wijzen.’

Ik had de omstandigheden niet mee, want voordat de deuren zich konden openen, was er een vrouw achter me gaan staan. Je kon voelen dat ze iets urgents had. Ik stond met m’n rug naar haar toe, ik wilde immers door de 2 deuren heen, maar ik voelde dat er iets ergs was gebeurd.

‘M’n dochter is zojuist meegenomen,’ zei ze tegen de portier in bewakingspak.

De deuren gingen open. Ik spoedde me door de sluis. Men moest geen last van mij ondervinden. Zeker niet onder deze omstandigheden.
Ik zette me op de houten bank.
& Keek hoe de vrouw haar verhaal deed.

Ze volgde me, enkele momenten later.
De portier in bewakingspak kwam ook uit zijn hok. Mijn kant op.
Ze kwamen nu beiden weer op gehoorsafstand van mij te staan.
Ik stond op bij ’t zien van de komst van de portier in bewakingspak. Nu zou mij de weg gewezen worden.

‘Ja, ziet u,’ zei de vrouw, ‘ik ben meteen weggereden. Ik weet niet hoe ’t met haar gaat. Maar ze zou hier moeten arriveren, was mij verteld.’

Buiten stonden ambulances. Net gearriveerd, of weer klaar voor vertrek.
Ik had ’t niet mee, voelde ik.

‘Gaat u daar heen,’ zei de portier in bewakingspak tegen de vrouw.
Hij wees.
De vrouw volgde zijn vinger.
‘Daar vertellen ze u wel wat er verder gaat gebeuren.’

‘& Dan zou ik u de weg naar de 1e Harthulp wijzen,’ wendde de man zich nu tot mij.
Hij keek me daarbij vriendelijk aan.

Ik ging onbekende regionen van Zijperspace binnen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *