Openen

Er is nog ontzettend veel.
& Ik zet voor ’t gemak een punt achter die zin. Om voor mezelf een vraag te laten ontstaan. Niet zo makkelijk om op alles vanzelf een antwoord te hebben; er zal 1st een vraag, de juiste als maar enigszins kan, gesteld moeten worden.

Ik hoor bijv nu m’n broer over de telefoon indringend vragen waarom ik de namen van z’n dochters heb genoemd. Waar ik nooit zou hebben bedacht dat daar een vraag over te stellen was.
Dat heeft de toekomst veranderd. Waar dat al lang geleden verleden had moeten zijn.

Een serie is bezig, zoals vroeger beeld ik me in dat-ie gepland was om gezien te worden. Ondertussen weet ik gerust dat zo’n beetje alles op afroep is. Je kijkt echter alleen alles waar geen of een klein prijskaartje aan hangt.
& Aan de ene kant is de scene met m’n broer op afroep beschikbaar, maar blijkt-ie slechts beschikbaar als er bij mij niet de juiste woorden komen. In de juiste verhoudingen, de vanzelfsprekend vergelijkbare emoties, in kruipende holtes waarvan je niet verwacht dat ze onder de vloer aanwezig waren.

Om nog een overstap te maken: ik had niet verwacht dat ik op dit moment nog fit zou zijn. Bijna middernacht. Waarbij ik me ondertussen ondergedompeld heb in de vandaagse vragen die me de hele tijd gesteld zouden worden, ondertussen verleden tijd & wetend wat wel van toepassing was. Uiteindelijk.
Als: hoe voelt u zich, had u nog vragen, heeft u ’t telefoonnummer van degene die u op komt halen, hoe heet u?
Ton.
Uw achternaam?
Zijp, maar noem me maar Ton. Dan voel ik me meer op m’n gemak.

Meestentijds voel ik me dat niet. ’t Is geen vanzelfsprekendheid als ik de deur uit ga. Evenmin als ik thuis, wetend dat de deur straks opengetrokken moet worden, thuis ga laten.
Ik ben bezit, zo zou ik ’t moeten uitdrukken, van hoe men denkt als ze Ton horen. Bij naam of bij stem. Een klik automatiserend met een plaatje erbij.

Ik heb dat plaatje Carel. M’n broer. Voorbij.
Niets meer goed te maken.
& De mensen die vandaag een gat in m’n lichaam onder halve verdoving kraakten misschien wel evenmin. Ik heb ’t niet gevoeld, de sluis had opengestaan, ik was ontvankelijk. & Hoewel de tegenzin begint, evengoed nog wel even door.

Zijperspace opende zich.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *