burgemeester

Ik heb altijd ‘t idee gehad dat Patijn aan mijn gedrag refereerde, toen-ie vertelde dat-ie ooit ‘ns een keertje moest opschieten met z’n fiets & niet zo achterlijk bij een rood stoplicht moest staan wachten (zag-ie niet dat er een hele troep fietsers er door opgehouden werd?).
Als die belevenis van Patijn heeft plaatsgevonden bij ‘t stoplicht op de Vijzelgracht naast de Munttoren, dan ben ik schuldig aan de betutteling van de amsterdamse fietser heden ten dage, want sindsdien zijn er talloze beleidslijnen uitgestippeld, maatregelen genomen, ordonnanties ingediend & aangenomen om ‘t fietsen in deze stad zoveel mogelijk te verkindelijken & tot een onnadenkende ervaring te reduceren.

Ik hoop dat burgemeester Cohen wat coulanter is tegenover mijn rijgedrag, nadat ik vanmiddag ‘m bijna aanreed toen deze burgervader op zijn beurt, of eigenlijk vóór zijn beurt, vanmiddag plots de trambaan betrad op de Reguliersdwarsstraat. Normaliter zou ik vlak voor/achter zo’n persoon langsgeschoten zijn, om in ieder geval een hartverzakking te veroorzaken bij de onoplettende voetganger. Nu drukte echter de verantwoordelijkheid voor geheel fietsend Amsterdam op m’n schouders. Zoiets mocht ik me niet nog een keer laten gebeuren: een 7-jarig schuldgevoel wilde ik mezelf niet nogmaals bezorgen.

Ik heb geremd, wachtte af wat zijn reaktie was & ben vervolgens uitgeweken langs de voorzijde met een ruimte van ong een meter. Onze Job was ondertussen ook weer volledig bij positieven & zorgde dat de meter ruim voor handen was.

Waardoor we voorlopig kunnen blijven fietsen in Zijperspace.

tuin

Ik ga wat drinken met Stella in café de Tuin, waar ‘t personeel nooit wat lijkt te worden, maar de sfeer al jaren ok is.

‘t Was eigenlijk m’n 1e stamcafé in Amsterdam, toen ik 18 jaar geleden me voor ‘t 1st in deze stad huisvestte.
Maar wat heet huisvesten, als je 10 keer verhuist in een ½ jaar. Meestal betekende ‘t niet meer dan logeerpartijtjes van 2 weken, waarna ‘t volgende slachtoffer voor tijdelijk onderdak bezocht moest worden.
De Tuin was een baken in die onrustige tijd. Daar kon ik tenminste een bak koffie in de ochtend drinken, bakkie thee in de middag, & afspreken met m’n vrienden om vervolgens verder ‘t nachtleven in te gaan.

Kan me niet herinneren of ‘t personeel toendertijd herkenbaar was, in die zin dat ze aanwezig waren, service verleenden, aardig & voorkomend of een enkele keer een grapje met de klant maakte. Ik zal er ook wel niet zo erg op gelet hebben; toen had ik nog geen horeca-ervaring & zag dat soort gebreken/kwaliteiten niet.
2 Weken geleden viel ‘t me wel op. & Nu is ‘t weer zaterdagmiddag, dus ‘t zal wel betekenen dat die zelfde suffe dame weer werkt.

Maar goed; ik ben er met Stella. Dat betekent ouwehoeren, kletsen, lachen & natuurlijk de vraag beantwoorden: ‘Hé, Ton? Hoe staat ‘t nou met de liefde?’
Dat hoort er nou 1maal bij. Dan letten we tenminste niet zo op ‘t personeel.

Er moeten bepaalde zekerheden zijn in Zijperspace.
Update: De bedrijfsleider heeft ‘t blijkbaar ook opgemerkt & de suffe dame de Tuin uitgestuurd, want ze was vanmiddag niet aanwezig. Onmiddelijk werd ik verliefd op de vervangende dame. Op ‘t moment dat ik ‘t pand betrad, maakte zij nl al oogkontakt.
‘Aha, in ieder geval een antwoord klaar voor als Stella met haar vraag verschijnt,’ bedacht ik.

middelvinger

‘t Zal wel aan m’n verbeeldingskracht liggen. Elke keer als ik een dag exceptioneel veel bezoekers op m’n blog heb gehad, waarna ‘t weer enigszins normaliseert (hoewel de verwondering over ‘t steeds maar doorgroeien van ‘t gemiddelde aantal blijft), verandert ‘t laatste stukje van ‘t grafiekje in mijn ogen in een opgestoken middelvinger.
Ik moet m’n vingers dan dwingen op ‘t toetsenbord te blijven.

Men moet zich gedragen in Zijperspace, ook tegenover beeldschermen.

pim

Hoe vaak heb ik verteld over Pim?
Hoeveel mensen weten tegenwoordig nog dat ze ooit bestaan heeft?
Dat ze mijn vriendin was voor een korte periode & ze door omstandigheden m’n leefwereld verliet, waarna definitief, maar dat op eigen initiatief?

Ze had ooit anorexia, vertelde ze me vrij kort na onze ontmoeting. Ze was 1 van de 1ste die gedwongen in ‘t ziekenhuis behandeling had gekregen daarvoor. Men wist toendertijd absoluut niet wat men moest aanvangen met ‘t anorexia nervosa-verschijnsel, dus kreeg ze een speciale behandeling. Waardoor ze nog specialer werd. Vond ze zelf ook.

Niet degene waar ik voor altijd verliefd op kon blijven, bedacht ik me na 1 maand. Wel speciaal genoeg om aandacht aan te blijven geven, maar hoe dat te kombineren met een afkeer van haar lichaamsgeur, een weerzin tegen de aandacht die nog steeds verlangd werd & de liefde die ze voor mij bleef voelen. Of haar momenten van schreeuwen van ‘hier ben ik’ op net die verkeerde momenten, waarbij steeds weer die onderwerpen naar voren kwamen waar ik nooit goed, volgens haar goed, op zou kunnen reageren.

Vooral die donderende woede staat me bij, toen ik met m’n vader m’n spullen kwam ophalen die nog steeds bij haar ouders thuis stonden opgeslagen. Donderend, bij heldere hemel, zoals ik eigenlijk niet verwacht had. Mezelf van niks bewust kreeg ik een vloedgolf aan verwijten naar m’n hoofd geslingerd van een meisje dat slechts op de grond kon zitten met schrijlingse benen & handen voor ogen.

Hoe kon ik & hoe & hoe & waarom had ik nooit?

Ik wist niets, & zeker niet te antwoorden. Wilde wel alles uitleggen, maar wat valt er uit te leggen als je weet dat je niet houdt van, maar wel weet juist ‘t meest breekbare wezen ter wereld te zijn tegengekomen. & Die tot doem uitverkoren te hebben.

Ik durfde niet meer te reageren. Ook niet op haar brief waarin zij vertelde dat ze, net als ik, in therapie was gegaan. Dat ze daarom vragen beantwoord wilde hebben & daar mijn suggesties in kon gebruiken. Maar als ik niet wilde reageren moest ik deze brief als ongeschreven beschouwen.

Ik geloof dat ik 1½e maand later de rest van haar leven als ongeschreven moest beschouwen.

‘t Schrijven van de historie moeten we zelf doen in Zijperspace.

ouders

Mooi, hè? Je ouders per ongeluk tegenkomen op een site & dan de foto op je eigen blog plaatsen. Ik weet dat weinigen er waarde aan zullen hechten of geënthousiasmeerd zullen staan klappen om de schoonheid zojuist voor ogen verschenen. Maar mij doet ‘t wel wat.
‘t Is natuurlijk jammer dat ik de foto niet zelf verder kan aanpassen. Ik ben nl niet een persoon die urenlang plaatjes kan bewerken via div programma’s.

Edoch: ze staan er. Mijn vader bijna in ‘t midden, m’n moeder rechts naast ‘m.

Men kan zich nu voorstellen wie er achter ‘t comp-scherm zit als ‘Mam’ hier weer ‘ns langskomt, & wie er dan mogelijk linksachter haar rug probeert te begrijpen wat er allemaal staat dat z’n vrouw daar zoveel aandacht voor kan hebben.

Vanaf heden hangen ze eeuwig aan de muren van Zijperspace.

tegengekomen

‘Ik heb een vriend,’ zei hij lief, zacht en dromerig. ‘Zo eentje heb ik altijd al willen hebben.’

‘Jaren lang heb ik enkel door het raam zitten staren, ik keek alleen als er een jongen voorbij liep. Al vanuit de verte dacht ik dan: dat zou hem kunnen zijn, nu kan mijn wens in vervulling gaan. Maar altijd bleek het een teleurstelling: óf het was een meisje, óf het was een zelfverzekerde casanova, óf hij bleek de zoon van de pastoor te zijn. Geen van drieën had ik nodig, dan had ik nog liever niks.’

‘En elk jaar vroeg ik voor mijn verjaardag een lieve, zachte, dromerige jongen. Natuurlijk schreef ik dat niet zó op, want dat kunnen tantes meestal niet zo goed begrijpen. Ik maakte er een spelletje van om het voor mijn ouders zo duidelijk en voor mijn tantes zo vaag mogelijk te omschrijven. Maar ook dit liep steeds weer op een mislukking uit. Mijn ouders gaven me elk jaar weer een teddybeer of een Jan Klaassenpop, die 2 dagen later toch totaal “versleten” zou zijn.’

En elk jaar kostte het me meer moeite om ze uit elkaar te halen, want ze kochten ze steeds van betere kwaliteit dan het jaar daarvoor.’

Kan me niet voorstellen dat ik dit ooit heb geschreven, maar ‘t staat toch echt in m’n dagboek van 18 jaar geleden.
Mocht men denken: dit heb ik eerder gelezen, laat ‘t dan vooral weten. Wie weet kom ik er zodoende achter wat mij toendertijd bezighield.

Of wellicht bestond Zijperspace toen reeds slechts bij de gratie van 1.

niet meer nooit-gevonden

Ze hebben me eindelijk te pakken. Ze hebben me weten te vinden. Dus weten ze dat ik besta.
Eindelijk kan ik maatregelen nemen om dit soort berichten tegen te werken. Ik móet er nu wel voor zorgen dat m’n brievenbus wordt afgesloten voor meel van mensen waaraan ik geen toestemming heb gegeven mij meel te sturen.

Dus eigenlijk: Hoera! Ik leef & ze weten ‘t, maar nu gaan ze ‘t ook nog voelen.

Dat doe ik natuurlijk niet met de 1e poging tot spam, die moeten we 1st koesteren, bewaren om toevallige passanten te tonen dat ‘t ook mij is overkomen. Dat ik niet zomaar een eenzame vrijgezel ben, urenlang verkluisd op z’n appartement. Nee, ik ben er 1 die ook wel eens lastig gevallen wordt, met vreemde verzoeken, geïnteresseerde vragen naar m’n koopgedrag, & verontruste vragen of ik wel in de juiste god geloof.

Ho! stop, Ton! Niet overdrijven.
‘t Was slechts een polsen of er mogelijk interesse was in information regarding new web tools and utilities based on your interests. & Zelfs dat werd pas verzonden als op een link werd geklikt, waar een formulier voor abonnering op een newsletter ingevuld moest worden. Pas dan zou de echte spam van start gaan.

& Toch zal ik ‘m nog even bewaren, wellicht uitprinten, zodat ik ‘m binnenkort op een familie-treffen aan broers & schoonzussen kan tonen. & Na de koortjes van ‘ooohh’ & ‘aaahhh’ zal ik koeltjes zeggen:

Ja, men heeft overweldigend veel aandacht voor de mogelijkheden die Zijperspace biedt voor de verdere toekomst van…………

eenzame noor

Nu hoef ik slechts te wachten tot-ie een wak gaat slaan. Voor de zekerheid een plaatje genomen waarbij 2 eenzame noren worden vertegenwoordigd, misschien dat ‘t wakken slaan dan wat sneller gaat. Zodoende ga ik vast ooit net zo gewaardeerd worden als Bob.

& Ik ben juist zeer tevreden dat alle genoemde personen in m’n linklijst aan linkerzijde staan.

We hebben bovendien een mooie illustratie aan de wanden hangen in Zijperspace.

hoe?

Ik geef ‘t u te doen. Tijdens ‘t douchen pardoes de pink de neus in stoten. Behalve de verwondering over hoe dat ding daar nou toch terecht kan komen zal ook ‘t gevoel in de neus me er voorlopig regelmatig aan herinneren.

Neus genoteerd in de lijst van te vermijden plekjes in Zijperspace.

hur de svenskar har funnit mig

De zweedse zoekmachines hebben plots belangstelling voor Zijperspace gekregen. Zou ik dat te danken hebben aan de vertaling van 1 van de mooiste zweedse gedichten? Dat blijkt niet uit de zoektermen waarmee ze mij gevonden hebben: lang.dat & junks.
Wat moet ik nou met zulk zweeds bezoek? Ik weet weliswaar dat zweed nr 2 op zoek is naar info over, misschien wel verhalen over junks, maar ik weet ook zo goed als zeker dat-ie bijna geen woord begrijpt van dat zijperspatiaanse taaltje.
Wat zweed nr 1 te weten wil komen, begrijp ik al helemaal niet (iemand anders wel?)

Teleurstellend bovendien dat ze dan 1st terecht komen op ‘t ‘uitwijk‘-Zijperspace.