2-Maal een poging wagen dezelfde tekst te plaatsen & 2-maal een tekst krijgen die niet meer te korrigeren valt, omdat niet oproepbaar. Dat dwingt tot een moment rust, ½ uur slaap op de bank na ‘t avondeten, vooral vanwege de drank van de middag die immers altijd tot slapen noopt in die verorberde hoeveelheid.

Slechts enkele uren na ‘t tonen van nivo van bekwaamheid gedwongen zijn tot ‘t laten staan van onvoltooide gedachten leidt tot twijfel over eigen kunnen. Terwijl ‘t slechts pogingen waren te berichten over de stemming gedurende afgelopen refdag. Dat de stemming leidde tot overmatige behoefte aan voortijdige slaap.

Dat overige berichten vanuit Zijperspace wellicht een wijl zouden kunnen duren.

(Vandaar overbodig gefrummel hieronder).

ik snap='snap' wat puck='Puck' bedoelt & bedank='bedank' haar binnenkort='binnenkort' met een='een' nog mooier='mooier' plaatje

‘t Hoeft niet veel moeite te kosten achter de tekst te komen die ‘t Reformatorisch Dagblad als begeleidend info eraan toevoegde.

Maar Zijperspace zal gevrijwaard blijven van hun teksten.

‘t Vorige bericht kan ik natuurlijk niet geschreven hebben. Daarvoor is ‘t te afwijkend dik geschreven, met te veel witplekken tussen de zinnen. Ik moest gewoon ‘ns kijken hoe ‘t er uit zag op m’n blog.

& Warempel: ‘t doet me toch wat: stel je voor dat ik net als ‘t Reformatorisch Dagblad m’n blog op zondag zou sluiten? Ik zou niet weten wat ik met de zondag aan moet (& de lezer ook niet, volgt de wenselijke arrogantie). Da’s net als al die kroegen die op 1e kerstdag gesloten zijn. Opeens heb je niks meer te kiezen: ‘tgeen wat je zou kunnen verlangen, ‘tzij info op zondag, ‘tzij drank op kerst, wordt gewoon op die dag niet aangeboden.

‘t Vervreemdende eraan vind ik bovendien dat hun url er als volgt uitziet: www.refdag.nl. Juist omdat ik ‘t op de nog maar net ontwakende zondag vond, doet ‘t aan alsof de zondag voor de heren reformatoren een speciale heilige dag is, waarvoor zij de naam ‘refdag’ in ‘t leven hebben geroepen. De refdag lijkt een dag dat niets mag, behalve heftig reffen dan, wat dat dan ook mag zijn.

Zou je op kraambezoek mogen op zo’n refdag? Want dat was ik eigenlijk van plan morgen (dat is dus inmiddels vandaag, want anders had ik niet over de net ontwakende zondag kunnen spreken). Niet dat ik me iets laat ontzeggen door zo’n refdag-bepaling, ‘t is gewoon dat ik ‘t me afvraag. Verder vroeg ik me ook af of ‘t vrijgeven van een schilderij met een pasgeboren tweeling was toegestaan op de refdag. Ik was ‘t in ieder geval van plan, maar heb wel besloten om ‘t hierboven apart te posten. De RefDag zelve blijkt er ook niet al te veel problemen mee te hebben, gezien ‘t feit dat ik de afbeelding na 12-en heb gevonden.

Ondertussen ga ik ‘t nieuwe woord steeds mooier vinden, maar we zouden er alleen een andere betekenis voor moeten vinden. Ik noem een suggestie: een Redelijk Eclatante Feest-dag. U moogt uw eigen suggesties hieronder achterlaten, maar daarbij wel beloven uw dag er ook zo uit te laten zien.

We moeten nog even verzinnen waarom we feestelijkheden hebben in Zijperspace.

Op zondag bieden wij geen informatie aan.

Wij wensen u een goede dag.

Tot morgen.

Eigenlijk irriteer ik me aan die (B)loglijst. Niet alleen omdat ik er nog steeds niet in opgenomen ben. Vooral om ‘t feit dat ‘t grootste gedeelte van wat er wel bij staat helemaal niet recentelijk is geupdate.

Volgens (B)loglijst is Spoker om 8.50 uur ververst. We zullen geen grapjes met z’n naam maken, maar veel wijzer worden we niet van z’n laatste toevoeging.
Bij Dandot zou dat een uur eerder al hebben plaatsgevonden, tenminste als 2 december in de vs gelijk staat aan 30 november. Hij kan z’n tekst natuurlijk aangepast/gecorrigeerd hebben.
Dan maar degene die daarvoor staat, dat is nl een naam die ik vaker ben tegengekomen: Karma Universe. Ook die blijkt een niet al te interessant beeld te geven.
De update van 4.51 noemt Anita’s LOL . Anita schrijft op 1 oktober dat ze de boel verhuist heeft. Da’s dus al 2 maanden geleden!
Intellectueel.nl heeft ook last van dpknww.
Northernlake heeft een stokje ontvangen & doorgegeven, maar da’s wat langer geleden dan afgelopen nacht 4.14 uur.
Hé, maar daaronder staat Tonie’s Kladblok! Zou die er dan ook mee gestopt zijn?

Misschien is ‘t wel beterbeter voor je reputatie als blogger om niet opgenomen te zijn in de lijst.

Wij schrijven dus leven in Zijperspace.

Update: Spoker is weer te aanschouwen.

Ik heb geen tv-gids ontvangen voor de komende week. & Ik had vandaag vanwege algehele drukte geen tijd om er 1 in de kiosk te kopen. Nou ja, degene waar ik wel even tijd voor had bleek gesloten te zijn (vaag kwam ‘t me voor dat deze sigarenboer niet zomaar vroeg op zaterdagmiddag er mee stopte, maar definitief de poorten gesloten had).

Ik kijk de laatste tijd heel weinig tv. Als ik ‘m aan heb staan gebruik ik ‘m over ‘t algemeen als achtergrondvulling, om bij mogelijke calamiteiten toch snel op de hoogte daarvan te zijn. ‘t Grootste gedeelte dringt toch niet tot me door. Tenzij er iets humoristisch is; dan word ik om de haverklap afgeleid & moet ik kijken wat er zo te lachen valt. ‘t Hoogtepunt van de lachsalvo is dan al achterwege, volgt misschien nog 1 wisecrack achter aan, maar lang geboeid blijf ik niet kijken.

Nu is die gids er niet & ik heb al 1 keer de gids van afgelopen week zitten bestuderen. & Wat kan ‘t dan lang duren voordat je door hebt dat ‘t weinig zin heeft. & Opeens is de behoefte aan die info aanzienlijk groter dan dat ‘t de afgelopen maanden was.

We missen vooral de dingen die er niet zijn in Zijperspace.

Ik kan elk moment gebeld worden. Dan wordt me doorgegeven hoe laat ik opgehaald word, om naar een studio in Haarlem vervoerd te worden. Een fotostudio naar ik begrepen heb.

Een klant vond ‘t nodig mij te vereeuwigen voor een ‘karakterstudie’. Dus in alle drukte ging hij voor me staan & liet ‘t enkele keren flitsen. Enigszins opgelaten liet ik ‘t me gebeuren, de schijn ophoudend dat ik wel wat gewend was & hij vooral z’n gang moest gaan.

Het gebeurt me wel vaker dat mensen me perse willen fotograferen. Dan willen ze dat ik ff blijf staan (ik ga er niet voor poseren, maar even halt houden wil ik nog wel), zodat ze me in ‘t goede kader kunnen plaatsen, waarna ze me vereeuwigd boven hun bed hangen (ik denk dat dat laatste niet al te vaak voorkomt, waar ik niet om treurde toen eenmaal Viola Holt m’n bewegingen bevroor).

Ondertussen heeft de fotograaf van vanmiddag me gebeld. Om ¼ over 12 moet ik klaar staan, zodat-ie z’n karakterstudie af kan maken. Hij was nl nog niet geheel tevreden over de foto’s die hij op m’n werkplek had geschoten. Iets te geposeerd, kreeg ik van enkele vrienden van ‘m te horen, toen hij ‘t gebouw al verlaten had.

‘t Gaat ditmaal in ieder geval niet om m’n truukje (‘are you already in the Guiness Book of Records?’), maar blijkbaar omdat er iets m’n hoofd aan de hand is. Ik zal straks maar ‘ns vragen wat dat dan is.

We hebben veel te weinig spiegels in Zijperspace om de ijdelheid te toetsen.

M’n collega vraagt plots aan me waarom ik zo gehaast ben als ik een lekkernij zie staan. Waarom ik de neiging heb ‘t lekkerst & ‘t meest ervan te incasseren.

Hoewel overdonderd waarom ze dat juist op ‘t moment wil weten dat ik andere mensen uitnodig een stuk makreel te nemen, geef ik haar ten antwoord dat ik uit een gezin van 6 jongens kom, waar ‘t altijd een strijd was wie ‘t grootste stuk gehaktbal te pakken kon krijgen.

Maar ze blijft doorvragen. ‘Waarom doe je ‘t dan hier?’ zonder iets aan de vraag toe te voegen. Ik heb ‘r al uitgelegd dat m’n oog automatisch getrokken wordt door ‘t grootste stuk eten wat verkrijgbaar is, dat dat ervan kindsbeen aan ingestampt is door ‘t gevecht van elke dag net iets meer te krijgen dan de broer die naast je zat. Waarom wil je ‘t weten, denk ik, of misschien is er geen verlangen ‘t te weten, als je slechts dezelfde vraag blijft herhalen.

‘Ik wil best antwoord op je vraag geven, maar ik geen zin om me voor de zoveelste maal te analyseren.’ Ik ben moe, bedenk ik. Ik wil niet nog een keer nadenken over wat m’n drijfveren zijn, m’n geestelijke motorieken & er alleen maar spijt van hebben dat ze niet overeenkomen met bescheiden collega’s die geen trek hebben in makreel.

Vandaag is ‘t verboden vervelende vragen te stellen in Zijperspace.

Ik weet niet of ik ‘t beschreven krijg, maar een poging dient gewaagd te worden.
Ik lees Puck. Veel. Alles wat ze schrijft, passeert bij mij in ieder geval 1 keer de revu. Ook de reakties worden meegenomen, waarbij ik niet elke keer sta te juichen om ‘t inlevend vermogen van de medemens. Misschien kan ik me iets te goed inleven in wat zij voelt als ze ‘t over angst heeft, maar dan nog durf ik lang niet altijd plompverloren te reageren door mijn associaties met wat zij schrijft bij haar achter te laten. Ik vraag me 1st minstens 10 keer af of ze wel iets aan mijn toevoeging heeft, of ‘t wel prettig is m’n reaktie erbij te lezen.
Misschien dat ik de lat voor mezelf wat dit aangaat een beetje te hoog leg, maar ‘t zou zeker voor bepaalde mensen geen kwaad kunnen hun lat ook iets hoger te plaatsen.

Ze had ‘t over angst & hoe ‘t haar wakker schreeuwde, dwong afleidende bezigheden te vinden of haar lichaam verlamde. Ik lees ‘t, probeer ‘t me voor te stellen, de pijn te ervaren, door uit herinnering te putten. Maar die herinneringen zijn voor mij niet meer zo makkelijk oproepbaar; zijn blijkbaar veiligheidshalve door een bepaald overlevingsmechanisme dat m’n geest herbergt, weggestopt.

Tot ik ‘t volgende zinnetje lees:

Soms zat ik bij mijn moeder; dan mocht ik niet praten, want door te praten verzandde ik nog meer in paniek

Opeens zie ik mijn moeder weer schuin achter me zitten. Ik zit voorovergebogen, geheel verkrampt, m’n gezicht tot bij m’n knieën. Ik ben bang adem te halen & tegelijkertijd dat ‘t ademen zal stoppen. Dus giert ‘t in & uit, in & uit, veel te snel, veel te vaak.
M’n hoofd kan ook uit elkaar knallen, tenminste: er is een overflow aan gedachten waardoor de pan op overkoken staat. Gedachten? Zijn ‘t nog wel gedachten? Hele bundels van wat voorheen herkend werd als afzonderlijke bedenksels lijken nu en masse door alle synapsen van m’n hersenen te moeten. Er is geen overzicht meer, geen controle; m’n lichaam zal deze aanval van ‘t leger gedachten niet af kunnen slaan.

M’n moeder wrijft me in m’n nek, met haar van ‘t schoonmaken wat ruw aanvoelende duim. ‘Laat ‘t maar over je heen komen, laat ‘t maar gaan.’ ‘t Zijn de enige dingen die tot me doordringen van buitenaf, behalve dat ik de rand van de tafel voor me zie, maar da’s dan ook niet meer dan de rand van de tafel. Een stenen tafel, 20 cm van m’n hoofd verwijderd. ‘t Zegt niets, ‘t is slechts een tafel & m’n moeder wrijft in m’n nek.
‘Probeer ‘ns rustig adem te halen & ga wat rechter zitten, dan komt er meer lucht in.’ Ik probeer ‘t, maar merk dat de aanvallen overweldigender zijn, meer vat op me hebben als m’n lichaam een groter oppervlakte beslaat. Nee, ik moet dichter naar mezelf toe. ‘Rustig nou, rustig nou maar.’ & M’n moeder houdt me met beide handen bij de schouders vast.

Ik weet dat ik vaak gehuild heb, dat ik ‘t niet snapte dat ‘t met mijn hoofd moest gebeuren. Ik weet niet of ‘t maanden heeft geduurd, misschien slechts een paar dagen. ‘t Meeste van de herinneringen & ‘t gevoel zitten veilig weggeborgen ergens in een achterkamertje van een vergeten hersenkwab. & Soms komt er dan een fragment van te voorschijn.

Deze reaktie kon ik niet plaatsen bij Puck, want ging teveel over mezelf. Daarom hier.

& We halen weer ontspannen adem in Zijperspace.