Park

Ok.
Ik ben bang. Dagelijks.
Hoe ik contact kan houden. Of ik kan slapen. & Waar m’n wakker ophoudt.
Wat m’n ontbijt wordt, hoe laat dat begint & wanneer ik ’t eten van gister ga lozen plus hoe vaak.

Dan: maak ik de wc schoon, veeg ik ’t stof af, doe ik de gordijnen open, is ’t al warm genoeg voor de ramen (of alweer de temp buiten te hoog)? Hoe laat staat de deur op ‘buiten vrij’?
‘Ik ben niet bang’, maar heb wel controle nodig. Antwoorden in paraatheid. Of anders teruggeredeneerd naar futiliteit.
Zie daar maar een paar vrienden omheen te organiseren. Mensen die je leuk vindt, geruststellend, op een gelijkstellend vlak.
& Als niet beschikbaar, bij gebrek aan durf meestal, dien ik mezelf toe te staan door te duwen, net ietsjes harder, een steen te vrijwaren van cement, mortel & zelf van beton te worden. De durf voorbij.

Ik heb u dus niet toegelaten; slechts uitgenodigd. Afwachtend wat er van zou komen. Heerlijk gerustgesteld toen ’t beviel & ik genoeg complimenten kreeg, steun, tranen wederzijds gerespecteerd & zelfs een stinkende drol genegeerd.

Ik heb open deuren, vaak net iets te voor de hand; sluit me af wanneer ik dichtbij wordt verwacht. Stink uit m’n mond waarschijnlijk, maar niemand die dat zegt (zoals ik ook wederom m’n mond sluit voor wederzijds gevecht). Men ziet mij, ik probeer mezelf tevergeefs te vergeten & meng me evengoed. Ik ben een lamp, maar mis vaak een overtuigend aanwezig gloed.

Bank.
Rust.
Mensen die me niet kennen passeren, soms wat mensen van gister of die dag ervoor.
Zij die midden in ’t park willen weten van wat ik lees ook, of dat ik een bibliotheek bij me heb in de bak van fiets.

U weet me niet. Ik adem de bast van de omringende bomen, snuif ’t gras dat z’n lucht vrijgeeft als ik met de zolen schuif.
Maar uiteindelijk ben ik al vergeten, misschien dood, voordat…

’t Einde van de dag in Zijperspace.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *