Persoonlijk

Ik druk ‘t knopje in voor hulp.
Om de hoek van de uitgang, bij de servicebalie, hoor ik een seconde later een jongensstem roepen: ‘Ik kom zo bij u, hoor.’
Dezelfde jongen weer, zo lijkt ‘t.

Ik laat ‘t beeldscherm van m’n mobiel zien. Wijs naar de kaas, vervolgens de alfalfa.
‘Op de kaas krijg ik wel m’n persoonlijke bonus,’ m’n vinger richting ‘t mailtje van Appie dat ik open heb staan, ‘maar niet op alfalfa.’
Allebei 25 % goedkoper voor mij. Speciaal persoonlijk voor mij. Daar bewaar ik die mailtjes tegenwoordig voor.

Dat kwam zondag ook goed uit. 10 Blikken bier waren nog 1 uur in de persoonlijke bonus, maar ‘t systeem van Appie lijkt niet goed te werken met dat systeem. Elke keer kost me dat extra tijd & een beroep op m’n eerlijkheid. Want ‘t is dan wél de bedoeling dat ik naar de servicebalie doorloop, daar in de rij ga staan om dan uiteindelijk mijn verhaal opnieuw uit te leggen.
Ik kan ook onbekommerd doorlopen, heb ik gemerkt. Maar vertrouwen van zulke jonge mensen moet je niet schaden. Dan wordt de wereld al veel te vroeg in slechtheid bevestigd.
Zij van de servicebalie op zondag zei na de handeling: ‘Sorry voor die fout, meneer.’
Waarop ik reageerde: ‘Geeft niets. Ik ben juist zo blij dat jullie ‘t zo snel afhandelen.’
Ik hield haar glimlach daarna 10 min bij me die juist eerder op lichte onbegrip & zoekende naar de juiste oplossing stond.

‘Maar alfalfa zit in de bonus,’ krijg ik als reactie van hem.
Hij wijst op de rode sticker waar een dikke witte ‘1 €’ op staat gedrukt.
Ik hou ‘m nog een keer m’n mailtje voor dat ik gister heb ontvangen.
‘Hier staat dat ik 25 % korting hoor te krijgen. Daar, naast deze kaas.’
Nog wat sputteren. Hij wil opnieuw mijn meerdere zijn.
Ik vind dat mensen die je in de winkel helpen nooit je mindere mogen zijn. Net zo min andersom. Meerdere mag de winkelmedewerker slechts zijn op ‘t vlak van kennis. Macht speelt geen rol. Afhankelijkheid wel, waarbij ‘t de bedoeling is dat dmv die overdracht van kennis gelijkheid opnieuw wordt bewerkstelligd.
‘Nee,’ zet hij door, ‘als-ie al in de bonus zit kan ik er geen korting op geven.’
Ik heb nergens zien staan dat alfalfa in de bonus zit. & Zo’n eurosticker heeft niets met bonus te maken.
Maar dat zeg ik niet. Ik wacht tot hij wijzer wordt.
‘Reken alles maar even af & loop even mee naar de servicebalie,’ vraagt-commandeert-ie.

Daar staat een rij van 4 personen.
Had ik dit wel gewild, vraag ik me inmiddels af.
Maar hij sjeest de klanten erdoorheen. Onderwijl de telefoon tussen schouder & oor geklemd om te overleggen met de chef. Alfalfa & eurosticker zijn aan mijn kant van de balie te horen. Ik ben aan de beurt als hij dat gesprek beëindigt.
‘U krijgt 25 cent van me terug,’ zegt-ie.
Geen excuses. Alleen: ‘Even kijken hoe ik dat op de kassa ga doen.’
Dat doen duurt een minuut. Een minuut waarin hij mijn 25 centen in de hand blijft houden. Want de kassa moet kloppen.

”t Was me niet te doen om die 25 cent,’ ben ik uiteindelijk aan de beurt om iets te zeggen.
Maar daarbij voel ik een laag slijk over me heen druipen. Dat ik was gaan beseffen dat ‘t slechts om dat bedrag ging, dat had ik niet wereldkundig hoeven maken.
Zo klein als ‘t mannetje is, zo jong nog, zo machtwellustig is hij daarbovenop, ook nog na zijn verlies over dat luttele bedrag.
Met ‘Goedenavond, meneer,’ draagt-ie zijn verlies met 25 cent aan mij over.

Zijperspace voelt slijkbedropen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *