pijlen

Aan Johanneke probeerde ik via meel uit te leggen wat er gebeurd was. Natuurlijk niet geheel naar waarheid. M’n verhaal was een beetje gekleurd. Aangedikt. Dat is nou 1maal leuker als je via meel iets vertelt. Kan je later wel corrigeren in de vorm van een gesprek. Als ‘t praatje zich voordoet.
Ik liet haar tussen haakjes middels ’t meeltje ’t volgende weten:

(Je had me overigens vandaag moeten zien, dat was veel erger. Maar de troela in kwestie, van vandaag dus, bleek, ondanks ‘t feit dat ik haar zei dat ze haar pijlen ergens anders op moest richten, uitermate gecharmeerd van haar gesprekspartner. Ik kreeg ‘t niet uitgelegd, of geïnsinueerd zo men wil, dat ze meer aandacht aan mij moest besteden. Overigens spreek ik nu over een dame die ik wel vaker in jullie gezelschap heb zien zitten, maar waar ik de naam van vergeten ben. Zwart haar, prachtig gezicht, een perfecte neus [zei Rachel ook], maar totaal niet voldoende aandacht voor de knapste barman van ‘t westelijk ½-rond. Zo miskend voel ik me dan. Gelukkig wist ze wel te bekennen dat de gozer niet genoeg voor haar voelde, dus dat wordt in de toekomst wel weer gecorrigeerd. Dat zegt de barman die vooral een meter of meer naast z’n schoenen loopt. Maar da’s dan weer overcompensatie.)

Rachel had er nl ook mee te maken. Ze stond toe te kijken. Ik probeerde dmv ‘t wapperen van m’n handen haar blik weg te krijgen. In zoverre dat mogelijk is op een afstand van 3 meter. Door de drukte heen van een volle kroeg. Zonder begeleidend geluid. De dame in kwestie moest er tenslotte niets van merken, terwijl ik druk bezig was de schijn op te houden alleen met haar te converseren.
Wapper, wapper, doe weg die blik.
Maar ze moedigde me aan. Zoals vriendinnen horen te doen. Ook al wil je dat niet.
Rachel had inderdaad gezegd dat ze (Zij), dat ze (nogmaals Zij), dat ze een mooie neus had. Rachel zei ’t echter zonder stotteren. Dat deden m’n gedachten.
Ik had er nog niet op gelet. Op die neus. Dus keek ik nog maar een keer. Ik wou zeggen dat ik m’n bril niet op had. Maar dat vond ik een slechte smoes voor ’t niet klaar hebben van een mening. Ik zei dus maar dat ze gelijk had. Rachel had gelijk. Maar ik keek ondertussen alweer naar de rest. ’t Geheel. Of misschien die glimlach. Die zwarte wenkbrauwen. & Eender wimpers. Ik keek hoe ze vooroverboog om met de man tegenover gezeten aan tafel lachend te converseren. & Ik keek hoe groot een afstand van 3 meter was. Daar waar ik stond & daar waar zij zat.

Vrouwen moeten zich ook bewust zijn van ’t feit dat barmannen kunnen schrikken als ze plots gedag gezegd worden. Als de barman beseft dat-ie niet meer weet, of nooit heeft geweten, wat de naam van de schoonheid is. In tegenstelling tot haar. Vrouwen moeten zich bewust zijn van ’t feit dat de wereld oneerlijk verdeeld is. Dat de naam van de barman genoegzaam bekend is. & ’t Jaren van ijver & inzet kost, meeluisteren, oren spitsen, aandacht tonen, informeren, herinneren, in ’t geheugen graven, voordat de barman enkele namen van de klanten onbekommerd kan gebruiken. Dat ’t tevens oneerlijk is dat iedereen aandacht heeft, slechts enkele minuten durend, voor de barman, maar dat ’t eigenlijk andersom wordt verwacht. Voor alle klanten, de hele tijd.

Ze zei dus: ‘Hoi, Ton.’

Dat zei ze toen ik voor ‘t 1st om de glazen op de tafel vroeg.
‘Mag ik misschien de lege glazen?’
Toen zei ze: ‘Hoi, Ton.’

Een naam, een naam, een naam, zat ik in m’n hoofd te drammen.
Maar niks kwam tevoorschijn.
Dus ik zei: ‘Hoooooiiii.’
Om mezelf een houding te geven. Beetje olijk.

‘Hoe gaat ’t ermee?’
Dat zei ze ook nog.

Ik begon te denken dat ik misschien eerder een praatje met haar had gemaakt. Maar dat ik dat vergeten was. Iemand weet m’n naam. & Iemand vraagt hoe ’t met me gaat. Bovendien is die iemand een vrouwspersoon. Mijn specialiteit als ’t om seksuele voorkeur gaat.

Rachel keek ondertussen. & Ik wapperde.

‘Goed,’ zei ik. ‘& Jij?’

’t Antwoord ben ik vergeten. ’t Zal wel goed zijn geweest.

Met Rachel even kort overleg gehad toen ik me weer achter de bar terugtrok. Zoals ik al zei: dat hoort met vriendinnen. Die horen je te stimuleren. Aan te moedigen. Te behoeden slechts eventueel.

Bij de 2e maal glazen halen was de jongen naast haar verdwenen. Degene met wie ze afgesproken had. Waar ze de hele tijd mee praatte. De jas lag nog op de stoel, dus ver kon hij niet zijn.
‘Waar is m’n vriendje nou?’ vroeg de dame.
‘Heb je een vriendje?’ vroeg ik.
Heel schijnheilig. Maar als je de vraag op een belangstellende toon stelt, dan kan ’t net. Bovendien wordt er veel geheiligd, zogauw men een doel heeft.
Ze keek ontwijkend. Die vraag wilde ze niet beantwoorden.
‘Die jongen,’ (ik wees naar de lege stoel) ‘is je vriendje?’
‘Nou, nou, nou. Ik denk dat ik dat wel wil, maar dat hij nog niet enthousiast is. Wat vindt jij ervan?’

Er wordt barmannen vaak om raad gevraagd. Ze zijn de moderne biechtvaders. Daarbij vergeten de vrouwen gemakshalve dat barmannen stukken minder aseksueel zijn dan de pastoren van weleer.

‘Nou, nou, nou.’
Ik begon m’n zin ‘tzelfde als dat zij zojuist had gedaan. Een soortement vertwijfeling probeerde ik uit te drukken. Zoals zij dat net had gedaan. Maar ondertussen kwam ik gewoon niet op de uitdrukking die op ’t randje van m’n tong lag. ’t Wilde me maar niet te binnen schieten.
‘Je vindt dat ik m’n charmes er in moet gooien.’
‘Nee,’ opeens wist ik ’t weer. ‘Ik denk dat je dan je pijlen ergens anders op moet richten.’
Ik lachte de lach van een clown. Dat moeten barmannen nl ook kunnen: ze moeten kunnen amuseren. Kwinkslagen geven. De nar spelen.
& Ondertussen legde ik een stilzwijgend verlangen in m’n blik.

Die waarschijnlijk niet vertaald kon worden buiten de regionen van Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *