potter

Ik had ‘m ’s ochtends net gekocht, de 1e mogelijkheid dat ’t kon, ik passeerde een boekenwinkel op m’n weg, & op m’n werk heb ik er enkele blzs van gelezen. Tussen de werkzaamheden door, bij een broodje. Enkele uren later, op m’n andere baan, in m’n vrije tijd een biertje drinkend, zag ik een ander stel ermee zitten. Allebei een exemplaar. Voorovergebogen, verdiept. Ondertussen genietend van ’t mooie weer dat in hun rug scheen.
Ik zei: ‘Ik ben al op blz 3. Hoever zijn jullie?’
Hij reageerde niet. Zij wel. Ik kwetterde m’n vraag zowat in haar nek.
Ze keek even op: ‘Op blz 110.’

Thuisgekomen kwam ik er achter dat blz 3 eigenlijk niet bestond.
Dat had ik moeten weten, dacht ik, met m’n bibliotheekachtergrond. Een boek begint meestal pas bij blz 9.
Ik was op blz 11.

Ik begon uit te rekenen hoe lang ik er over zou doen.
Bijna 770 blzs, & na 2 dagen was ik voorbij blz 70. Als ik de 1e dag niet meerekende, dan zou ik er ong 10 dagen over doen. Want straks had ik vrij. 2 Dagen achter elkaar. Misschien dat ik door de pijn van de tandarts wel niets anders meer zou kunnen doen dan lezen. Dan 9 dagen. Als ik geen pijn had, toch 10, misschien wel 11.

De zus van m’n buurvrouw had ‘m ook. Die was er ook voor de barbecue op ’t balkon.
Ik zei: ‘Hoever ben jij?’
Maar dat was tegen Suze, de buurvrouw zelf.
‘Oh, die is van m’n zus,’ antwoordde ze. ‘Maar ze is op blz 100. Geloof ik.’
Ik wist ’t precies. Want ik had op m’n werk geprobeerd ’t einde van ’t hoofdstuk te halen, gezeten in de wind van de ventilator. & Elke keer kwamen er klanten om me te storen. Ik wilde nog schreeuwen. Dat vond ik net op tijd niet fatsoenlijk. Toen heb ik ’t een ½ uur voor sluitingstijd toch nog gehaald. Daarna geen blz meer gelezen. Want ik was waar ik wezen wou.
‘Ha!’ zei ik. ‘Ik ben op blz 112.’

‘Ik ga naar huis,’ zei ik op een gegeven moment, ‘want ik wil naar de wc.’
‘Durf je dan niet hier te plassen?’ vroeg Suze.
‘Ja, tuurlijk wel.’
‘Oh, je wil iets anders.’
‘Ja.’
Maar ik moest ook eerlijk zijn. Naar de wc was een bekentenis van niks.
‘Ik wil ook verder lezen.’
‘Oja.’
Haar zus ging ook.
‘Ik ga ook weer verder lezen,’ zei ik, toen ze haar boek onder de oksel stak.
‘Hoever ben jij?’ vroeg ze gretig.
‘Verder dan jij. Op blz 112.’
‘Ja, da’s waar.’
Maar vervolgens nam ze een kijkje in haar boek. Om te concluderen dat ze verder was.
‘Ik ben al op 120!’ riep ze.
& Ietwat gekalmeerd: ‘Ze zijn al op ’t ministerie.’

‘1 Van de sleutelfiguren gaat dood, hè, in de loop van dit boek,’ zei ik vertrouwelijk.
‘Ja,’ reageerde Suze, ‘we hebben al weddenschappen afgesloten over wie ’t zou zijn. Sirius of Ron. Maar we denken Ron.’
‘Dat heb ik inderdaad een ½ jaar geleden ook iemand horen zeggen.’
‘’t Kan Hermione niet zijn,’ zei de zus van Suze.
‘Nee, ’t is Hermie-o-nie,’ zeiden Suze & ik.
‘Oh, ik dacht Hermai-o-nie.’
‘Nee, Hermie-o-nie.’
‘In de film zeiden ze anders de hele tijd Hermai-o-nie.’

‘Maar die film wil ik niet zien,’ zei Suze.
‘Nee, je kan ’t boek niet meer lezen zonder de gezichten van de mensen in de film voor je te zien,’ zei haar zus.
‘Zo erg vind ik dat niet als ik die tweelingbroers moet voorstellen,’ zei ik. ‘Dat klopt gewoon.’
‘& Ron,’ zei de zus, ‘die klopt ook.’
‘Maar die gaat dood,’ zei Suze.

”t Nadeel is alleen,’ zei de zus van Suze, ‘dat ‘t boek zo dik is dat als je ermee in bed ligt er lamme armen van krijgt.’
‘Oh, dat vind ik helemaal niet erg,’ zei ik. ‘Ik pak m’n dekbed, vouw ‘m dubbel, sla ‘m nog ‘ns om, & daarna vouw ik ‘t voorover, zo op m’n borst & dan hou ik ‘t boek erboven op vast. Ik kan dan uren blijven liggen. Tenzij ‘t winter is, want dan krijg ik koude voeten.’

Niets is zeker meer in Zijperspace, of anders juist wel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *