preek

‘Laten we 1 ding afspreken.’
Ik moet Dikvinger zo wel aanspreken. Ik kan geen loopje met me laten nemen, zoals-ie dat de vorige keer bij me probeerde. Daarvoor komen er te veel mensen als hij bij me langs.

‘Ik wil absoluut niet meer dat je hier ruzie met me maakt. Dat gebeurt nóóit meer of je krijgt geen bier van me.’
Hij kijkt me aan met waar-heb-je-‘t-over-ogen.
‘Dat was die keer dat je maat een flesje Grolsch probeerde te jatten,’ probeer ik uit te leggen.
‘Dat kan ik me helemaal niet herinneren. Was ik dat wel? Want ik jat hier nooit.’
‘Nee, ‘t was die vriend van je, die bij je was.’
‘Ik heb helemaal geen vrienden.’
‘Nou, ik weet zeker dat jij ‘t was.’
Maar ik begin ondertussen wel te twijfelen. Zou er iemand zijn die xact op ‘m lijkt?
‘Jij was nl kwaad op me omdat ik de hele dag geen wisselgeld had.’
‘Ja, dat kan ik me wel herinneren.’
‘& Terwijl jij kwaad was, haalde die maat van je, die dan misschien geen maat van je is, een fles Grolsch uit de ijskast & probeerde ermee vandoor te gaan. Maar ik had ‘m nog net op tijd te pakken.’
‘Nou, dan ga ik ff uitzoeken wie dat is geweest, want dat kan natuurlijk niet.’
Ik zeg er maar niet bij dat hij op dat moment zo woest op mij was, dat hij riep ‘t jammer te vinden dat de diefstal mislukt was.
‘Kijk, dit is een kleine winkel & als er hier gejat wordt voelen we dat meteen. Dat kunnen we ons niet veroorloven. Ik snap best dat jullie wel ‘ns zonder geld zitten, maar ga dan naar de overkant.’
Z’n maat, waarschijnlijk weer 1tje die niet z’n maat is, maar in ieder geval wel staat te wachten op ‘t biertje dat Dikvinger voor ‘m zou betalen, bemoeit zich er mee.
‘Ja, je kan hier gewoon niet jatten. Dat doe je gewoon niet. Als je dat bij de Albert Heijn doet, voelen ze ‘t niet, maar hier wel.’
Vol begrip kijkt hij me aan. Zo, dan kan ik m’n standpunt nog wat makkelijker duidelijk maken.
‘Ik wil je best deze 2 flesjes bier verkopen, maar dan moet je me beloven dat je niet meer in de zaak ruzie met me gaat zitten maken. & Zeker niet als de winkel vol staat & een rij voor de kassa.’
‘Ok. Dat kan inderdaad niet.’
‘Anders komt er op een gegeven moment niemand meer in de winkel, omdat jullie de boel bij elkaar lopen te schreeuwen.’
‘Goed. Ik weet wat je bedoelt. Mag ik die 2 bier nou nog van je kopen?’

Boven alles dient er gedronken te worden in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *