Sommige dieren houden wel van het Antropoceen

Tijdens de opeenvolgende stormen en de daarmee gepaard gaande vlagige regenbuien werd er veel binnen gezeten. En ondanks vergaande isolatiemaatregelen in menig huishouden leek de wind door de woningen te kieren, versterkt door het gebeuk van weer zo’n stroom onzichtbaar geweld dat een hoek om kwam denderen en het huis deed trillen.
Dus werd de thermostaat een half tot heel graadje hoger gezet. En dat deed een zeer kleine Amstelveense inwoner ‘ontwaken’. Want oorspronkelijk afkomstig van tropische tot sub-tropische oorden is deze gast van menige woning toch wel gehecht aan een lekker ouderwets temperatuurtje die haar behaaglijk doet voelen en verlangen tegelijkertijd naar gelijksoortig gezelschap.
Aristoteles had in het oude Griekenland nog nooit van de klerenmot gehoord. Zelfs Linnaeus (1707-1778), die elk dier of plant die hij tegenkwam opnam in zijn klassensysteem van de natuur, had de tegenwoordig zeer algemeen in Nederland voorkomende mot niet aangetroffen. Pas toen in de 19e eeuw steeds meer huizen verwarmd en beter geïsoleerd werden, kregen de enkele klerenmotten die per ongeluk in Europa terechtkwamen de kans om zich te vestigen bij de mens. Het besloot voortaan ‘synantroop’ door het leven te gaan, waarbij ‘syn’ Oudgrieks is voor ‘samen/met’ en ‘antroop’ voor ‘mens’.
Buiten de behaaglijke warmte houdt de klerenmot om nog een andere reden van de mens. Haar keratofage karakter doet haar continu verlangen naar haar, wol, veren of nagels. Deze lichaamsonderdelen van veel soorten dieren bevatten keratine en dat is een stofje dat slechts door een klein clubje insecten dankzij een bepaald eiwit kan worden geconsumeerd. Waar ze vroeger in tropische landen afhankelijk was van bijvoorbeeld vogelnesten om aan eten te komen, kan de klerenmot nu ook noordelijker gelegen landen bevolken. De mens in z’n warme huis heeft altijd wel iets dat deze mot tot maaltijd kan dienen.
En aangezien de rups van de mot al door kieren groter dan 0,01 mm kan kruipen, weet het bijna altijd, voor mensen vaak ongemerkt, bij zijn voedsel terecht te komen.
Het vrouwtje kan tot 100 eieren per keer leggen. Daarna sterft ze, maar vervolgens kunnen haar nakomelingen zich binnen een jaar nog tot drie keer voortplanten.
Amstelveen is allang door de klerenmot gekoloniseerd. En met die stad de rest van de wereld. Aangezien het beest gelooft in het Antropocene tijdperk, waarin de ‘antroop’ mens de dienst uitmaakt, heeft het zijn geld daarop ingezet.

In Zijperspace heeft men daar wat minder vertrouwen in.
(Column namens IVN geschreven voor Amstelveens Nieuwsblad)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *