stankdanken

Wat moet ik nou tegen de telefoonmiep zeggen, als ik ‘r morgenochtend aan de lijn krijg?

‘Dag mevrouw, ik bel omdat m’n huis naar kat stinkt.’
‘Meneer, u moet zelf uw kattenbak verschonen. Daarvoor heeft u geen woningbouwvereniging.’
‘Maar ik heb geen katten, dus al helemaal geen kattenbak.’
‘We kunnen toch niet zorg dragen voor de geur in uw huis?’
‘In m’n huurcontract staat anders niets over dat ik dit huis huur mét kattengeur. Ik wil daar niks xtra’s voor betalen, maar ik wil ook geen huursverlaging. Ik wil gewoon een huis zonder kattenpis-geur. Ook al stinkt ‘t hier slechts 1 keer in de maand: er staat nergens zwart op wit dat ik de stank kado bij de rest van ‘t comfort krijg. & Ik wil geen kado’s waar ik niet om heb gevraagd.’
‘Wij geven ‘t u niet kado, meneer.’
‘Dat weet ik, maar de woningbouwvereniging is wel verantwoordelijk voor alles wat binnen kan komen, zonder dat ik daar zelf de gelegenheid toe gegeven heb. Als mijn kelder volstroomt met overtollig regenwater, moet u er iets aan doen. ‘tZelfde geldt mijns insziens voor overtollige geuren die m’n huis binnendringen.’

Moeilijk hoor, zo’n rollenspelletje in m’n 1tje, ter voorbereiding op een telefoongesprek over kattenpis.

We zijn niet gewend aan noemenswaardig tegenspraak in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *