trots

Trots

Ik probeer te vermijden dat ze me zien fotograferen. Daar moet ik niets van hebben. Word ik alleen maar verlegen van.
Wat moet ik ook zeggen als ze vragen wat ik fotografeer?
‘Dit lelijke kleine rode autootje, mevrouw.’

Maar ik had m’n fiets nog niet neergezet of m’n blik kruiste al die van mevrouw.
Een beleefd lachje, met een sprankje trots.
Ik deed een variatie van minzaam haar kant op. & Keerde me om. M’n plicht wachtte.

Omdat ze misschien wel keek deed ik alsof ik iets anders fotografeerde. Auto in de rechterbenedenhoek. Dan kan m’n mobiele telefoon overal op gericht zijn.

& Toch hoorde ik geschuifel van sloffen die normaal binnenshuis worden gedragen achter me. Ik wilde net opgeven, want opgelaten van ‘t plaatjes kieken.

‘Waar neemt u foto’s van, meneer?’ vroeg ze.
‘Oh, daar van,’ terwijl ik overal & nergens naar wees met m’n zwabberende hand die m’n mobiel tegelijkertijd in de broekzak probeerde te proppen.
‘Oh, niet van ‘t wagentje?’
‘Nee, van ‘t gebouw. Ik ken mensen die daar gewoond hebben.’
Ik ben zelden zo snel geweest met een leugen verzinnen.
‘O jammer. Ik had ‘t best leuk gevonden.’

‘O jee, hoe moet ik nu zorgen dat ‘t niet teruggevonden kan worden op internet?’ vroeg ik me af als ik weer op m’n fiets stap.

Even een stiekem hoekje in Zijperspace zien te vinden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *