tulp

Tulp

Wij hadden geen tulpen. Er stonden er waarschijnlijk al te veel in de omgeving. Velden vol.
& ’s Zomers hielpen we die velden voor ’t volgende seizoen opnieuw vol te krijgen. Schoolgaand Den Helder zat dan enkele weken buiten de stad in bollenpelschuren.

We zagen ze niet in bloei. We zagen slechts waar ze uit voortgekomen waren.
We draaiden alles er af wat volgens de boer niet meer aan de bol mocht hangen. De haren, de kluiten, de babybollen. In een handomdraai. Of liefst nog sneller. We willen immers veel geld verdienen.

Achteraf weet ik niet of ik ’t wel voor ’t geld deed. ’t Was een belangrijke bijkomstigheid.
Je beleefde veel in de bollenschuur. Er waren andere leeftijdgenoten dan op school. In de pauzes met z’n allen langs de waterkant, als de zon scheen.

Voor de meisjes was ’t belangrijk om in de buurt van de schuurknecht te zitten. Dat was de meest aantrekkelijke jongen, want net even ouder dan de rest.
Maar er was er uiteindelijk altijd maar 1tje die werkelijk aandacht van ‘m kreeg. Die was vóór ’t bollenpelseizoen al uitgekozen. Die zat in de schuur mee te pellen om de hele zomer bij ‘m te zijn.

Hij had een dag op ’t land moeten werken. 1 Van de landknechten was ziek.
Toen hij tijdens de middagpauze terug in de schuur kwam had hij een bos bloemen bij zich. Rechtstreeks van ’t land.
We wisten opeens waarom bloemen zo belangrijk waren. ’t Vriendinnetje keek zo verliefd. Iedereen keek naar haar. Ze was ’t gelukkigste meisje van de schuur, beseften we.

Of wij ook bloemen mee naar huis konden nemen, moest ik op aandringen van anderen vragen. Dat waren meisjes die wilden dat ik de schuurknecht aan zou spreken.
Ik was immers de snelste peller van de schuur, na al die jaren. Snelle pellers hebben altijd een goede relatie met de boeren & hun knechten.
Misschien komt dat door al die jaren.
De schuurknecht legde me uit waar hij ze vandaan had.
Pad volgen, 500 meter ’t land in, bochtje naar links, 2e bed.
‘Maar wel 1st aan Nico vragen.’

De dames hadden meegeluisterd. Ze snapten waar ze moesten zijn.
Mooi, hadden ze nog net voor ’t weekend een bosje bloemen voor mee naar huis. Moeders vroegen altijd waarom er nooit bloemen naar huis genomen konden worden. ’t Barstte er toch van, daar in ’t bollenbedrijf?

Ze sprongen van hun fiets & begonnen te plukken. Ze gingen er gewoon mee door toen Nico op z’n tractor aankwam zetten.
Ik zat langs de waterkant te wachten tot ze eindelijk ‘ns klaar waren. Ik keek naar Nico die uit z’n tractor sprong.

Nico schreeuwde. De meisjes verbleekten. De meesten lieten pardoes de bloemen uit hun handen vallen.
Hij had ’t over velden van de buren. Hoeveel 1 bloem wel niet moest kosten. Hoe achterlijk we wel niet waren.
& Vooral ik!
Vooral ik? Ik trok een vraagteken in m’n voorhoofd.
‘Jij zou beter moeten weten, Ton,’ zei Nico.

Ik vroeg me af waarom ik beter zou moeten weten. Ik was slechts een spreekbuis geweest. Ik wilde alleen maar tijdens de pauzes aan de slootkant naast de leukste meisjes zitten.
Ik had niet eens bloemen in m’n hand gehad. M’n handen zagen nog bruin van ’t bollenpellen, ook al had ik m’n handen met Jif gewassen.
‘& Nou ga je direct naar m’n broer & vertelt wat je gedaan hebt,’ liet Nico zich niet door m’n vraagrimpels tegenhouden te zeggen.

We fietsten terug over ’t hobbelige pad. Aan de overkant van de sloot kwam een lange trein voorbij. Daardoor konden we elkaar niet horen zwijgen.

Ik heb m’n salaris opgehaald bij de broer van Nico. & Ben er niet meer teruggeweest. ’t Jaar daarna was er nl geen ruimte voor me in de schuur.

Tulpen kwamen Zijperspace voorlopig niet meer binnen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *