Twaalven

Vlak na 12-en schrijf ik deze zin op. Dat doe ik omdat ik weet dat ik ‘m straks weer kan schrappen. Als-ie te onbeduidend blijkt, de lading niet dekt of er meer betekenis moet zijn.
Ik schrijf net in een berichtje dat een eerder stukje tekst geslaagd was omdat de punt tussen beide op precies de juiste plek stond. ‘t Bepaalde ‘t tempo.
Ziet u, dat bedoel ik. Dat op welke manier je een tekst aan laat vangen bepalend kan zijn. Ook daar begint vaart. Of ‘t gebrek er aan.

De gordijnen blijven hier ondertussen dicht al die tijd. Pas als mijn leven van de dag werkelijk lijkt te beginnen, de buitenwereld zet ik op een ander tijdstip open dan digitaal, worden de vensters geopend.
Die bij mij eigenlijk niet meer zijn dan 2 gordijndelen die verschoven worden & wat meer licht dat binnen valt. Dat zijn mijn vensters, hun bediening.
Ik word in ieder geval niet afgeleid tot die tijd. Niet door de gedachte dat men mee kan kijken, mocht men tussen de berkentakken kunnen gluren of van andere achterzijde een verrekijker hanteren; niet door vogels & andere geluiden die om begeleidend beeld vragen.

Pillen dienen geslikt, nu de ontbijtfase definitief achter me is gelaten. ‘t Doosje, waar alles op maandag weer gesorteerd dient te worden, heeft 1 van z’n schuifjes al klaar staan op de juiste dag. Nog leeg weliswaar, maar ik besef me welke dag ‘t aanwijst & waar ik in de tijd sta momenteel.
‘t Vullen is zo’n wens ‘t te kunnen ontwijken, elke maandag, nu eens een keertje niet nodig. Of: morgen doe ik ‘t wel.
Tegenbeterweteninwensen, waarvan je weet dat dit werkwoord nooit vervuld zal worden. De tijd sleept veel te snel voort om ‘m achteraf zo te benoemen. ‘t Is slechts in ‘t beleven van die ongewenst verplichte handelingen dat hij in vertraging schiet. Vergeten tegen de tijd als toch blijkt dat er nog andere vulling aan de dag gegeven moet worden.
Zit dat wat niet voegen wilde in ‘tzelfde gehaaste leefpakket van een later vergeten dag slechts gemarkeerd door de uitvinding van de agenda.

Ik ga ‘m maar eens vullen, denk ik, die agenda. Niet met notities, nooit goed geweest daarin, maar met beweging, schrijven, alcohol aan ‘t eind met een boek in de andere hand. Wie weet komt buiten er straks ook nog aan te pas in ‘t voorbijgaan.

Je kan soms niet zeggen wanneer die passeert in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *