Twintig min acht

Een enkele keer komt ‘t me voor dat iets tijd nodig heeft om verhaal te worden. Een soort van sudderen tussendoor de verschillende hersendelen, waarbij de gebeurtenis of de gedachte synapsen moet passeren & traag druppelend uiteindelijk in een niet vermoed deel ervan moet geraken om daar tot een zekere wasdom te komen.
Iets dergelijks dan toch.

Zoals toen ik op weg was naar ‘t Geuzenbos, met vaag in m’n achterhoofd dat ‘t wel eens niets zou worden. Al dagen thuis gebivakkeerd, in 1e instantie enkele dagen bij regen, waarna dit gedrag routine werd & de zon me slechts voor boodschappen naar buiten kon lokken.
Dat vergde nog veel voorbereiding: aanbiedingen doorstruinen, routes uitstippelen (Appie => Jumbo => Lidl) om hun allemaal dankzij m’n koopjesjacht & grote opslagmogelijkheid in de vriezer veel verlies te laten lijden. Terwijl ik eigenlijk vooral de wens had om opnieuw in ‘t midden van groen te staan. Met buzz & zoem, plus antennes die feromonen aftasten naar een taal die mij weer kon doen afvragen hoeveel onbegrip ik nog te gaan had voor ik eindelijk iets wist.
Ik had net Edward Wilson gelezen. Vertellend hoe hij een manier had gevonden om de te achterhalen welke taal mieren spraken & hoe groot hun woordenschat was. Wat voor mij zoveel betekende als dat ik natuur inhuizig had gemaakt & bij gebrek aan zelfstandig ontdekkingen doen ‘t daar graag bij wilde laten, me daarom in tegenstelling daarmee te willen laten leiden door woorden die daarover geschreven stonden. Of ze anders zelf moest noteren.
Maar ik kon moeilijk nogmaals schrijven over bijv ‘t beleggen van m’n brood.

Geuzenbos dus. Een plek waarvan ik me niet bewust was voor afgelopen winterseizoen, dat toen in ‘t teken van korstmossen. Weer eens als een verbazing van hoe-, wat- & waartoe-vragen die zich niet in woorden lieten vangen. Een soort van gonzen in m’n hoofd als een lichte koorts die vast op een nooit bewust meegemaakte delirium moest lijken. Bevangen, hyperfocus, maar tegelijkertijd ook niet de échte antwoorden willen vinden.
Korstmoskoorts.
Maar die manie werd gesmoord door menige teleurstelling dat ik niet had gevonden wat ik aan Waarneming.nl had doorgegeven. Juist de zeldzame of de zeer zeldzame exemplaren hadden vernietigend effect op m’n enthousiasme dankzij de correcties van de ware experts.

‘t Was weer eens tijd daar terug te keren. Voorbij de kou, voorbij ‘t korstmosseizoen, bovendien uit angst door mezelf veroordeeld te worden tot eeuwige opsluiting, buiten mijn noodzakelijke uitstapjes naar de supers.

Daar sprongen schapen over de afrastering, zoals je je alleen voor kan stellen in afwachting van zich uitgestellende dromen. De 2 eigenaars, van redelijke leeftijd & niet heel gemakkelijk ter been, hadden speciale stokken in de hand om aan de schapenhielen te haken om die springerigheid drastisch in te tomen. Een hond assisteerde hen daarbij, plus nog 2 aanmoedigend vanachter de gesloten ramen van de geparkeerde auto.
Of ik naast de reeds ingeschakelde vrouw kon helpen met mijn aanwezigheid, vroeg ik.
Graag.
Dus ging ik staan waar de schapen mogelijk heen wilden gaan. & De eigenaars met hond probeerden ze richting de juiste plek te manoeuvreren. Zoals later bleek om ze op hun rug te draaien, weg te slepen & uiteindelijk gehoorzaam met ze mee te laten lopen naar ‘t terrein waar ze wel mochten verblijven. Een valse, opgewonden hond had ze daar verdreven, de toegesnelde politie met extra personeelsinzet had ze vervolgens achter de afrastering bij de schotse hooglanders opgesloten.

Dit is geen verhaal, ziet u. ‘t Is slechts een registratie van wat er gebeurde; verre van een ‘gebeurtenis’. Een noodzaak anderen te helpen, maar bovenal me te laten herbeleven hoe ik ooit door een kudde van minstens 100 schaap groot achterna gezeten ben. Ze hadden de indruk eten van mij te zullen krijgen, ‘t was blijkbaar de tijd van de dag, waar ik ‘t idee kreeg dat als dat uitbleef er kleine stukjes van m’n hielen, kuiten, nog hangende hand met begeleidende vingerkoten achter zouden blijven in ‘t weiland als ik niet binnen 1 seconde al die lichaamonderdelen ‘t hek over kreeg.

Dat zou moeilijk typen zijn geweest in Zijperspace.

2 Antwoorden op “Twintig min acht”

Laat een antwoord achter aan Ton Zijp Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *