Op 21 mei 1952 is m’n vader nog niet zo lang weg, maar hij is wel de dag ervoor de Golf van Suez gepasseerd. & De dag erna zal hij op de helft van de tocht naar Sydney zijn.
Hij zweet, zoals hij altijd al gedaan heeft & ik hem later na ben gaan doen. Maar dit keer heeft hij ’t er zwaar onder. Zo gauw hij zich afgedroogd heeft van een koude douche begint ’t zweten alweer.
Inmiddels weten we dat je in zo’n situatie beter warm kan douchen, maar leg dat die man maar eens uit. Als-ie nog leefde had-ie z’n mond op een gegeven moment gehouden, was rond gaan schuifelen, op z’n vaste stoel gaan zitten, waarbij hij z’n plank over zich heen zou schuiven, & als niemand keek op een gegeven moment ergens proberen te checken of die informatie op waarheid gestoeld was.
& Dan zou ’t nog de vraag zijn of-ie ’t uiteindelijk toe zou geven.
Terloops misschien, zoals ik mijn inkeer ook terloops in de levenslijn zou stoppen, zodat men niet zo makkelijk door zou hebben dat er een omslag heeft plaatsgevonden. Heel timide, geen revolutie.
Z’n toekomst wordt belangrijk. Hij maakt afwegingen wat hij ’t beste kan doen tijdens of na de reis. De boot verlaten, voor een reisorganisatie werken? Tegelijkertijd weet-ie dat de diensttijd er nog aan komt. Maar wil hij daarna veel geld gaan verdienen om te kunnen sparen of een andere uitdaging zoeken?
Blijkbaar hebben ze al besloten te gaan trouwen. Geld is nodig om hun samenzijn te bewerkstelligen.
‘…als je begrijpt wat ik bedoel.’
Ze waren al bezig definitieve beslissingen te nemen. Ze wisten alleen nog niet welk pad ’t best bewandeld kon worden om dat snel te bereiken.
De meest definitieve beslissing die ik rond die leeftijd nam was te gaan studeren. & Zo onvoorspelbaar ’tgeen daar op volgde, zo uitgekristalliseerd lag hun toekomst eigenlijk al klaar.
Alleen die baan, die definitieve baan nog. Toen die kwam, heeft m’n vader een leven gehad waarbij hij altijd uitzag naar vakantie. Minstens 2 eigenlijk.
Terwijl we hier ’t liefst in Zijperspace bleven.