van dèr

Dus besloot ik maar even te bellen.
‘‘Goedendag,’ met Ton Zijp. ‘Ik wilde even met de heer Waaijenberg spreken.’’
‘‘Waaijenberg? Maar we hebben hier helemaal geen Waaijenberg.’’
‘‘Ik spreek toch met de Canta-fabriek?’’
‘’Ja, wel zeker. Maar we hebben al jaren geen Waaijenberg binnen ‘‘t bedrijf. Nou ja, de achterkleinneef van de voormalige directeur verdeelt de post over de verschillende afdelingen.’’
Ik wilde alweer gaan ophangen.
‘‘Maar wellicht dat u anders de heer Van der Tenooije aan de lijn wilt hebben, de huidige directeur. Hij stamt tenslotte rechtstreeks af van de Waaijenbergs.’’
Tuurlijk ging ik akkoord. Ik stond verbaasd over hoe soepel dit soort gesprekken konden verlopen en hoe gemakkelijk men toegang gaf tot de hogere regionen van dergelijke bedrijven.
‘‘Waarom zijn ze toch allemaal rood, meneer Van der Tenooije?’’ luidde mijn vraag.
‘‘Allemaal?’’ reageerde hij op kolderieke toon.
‘‘Nou ja, bijna allemaal.’’
‘’Weet u,’’ stak heer Van der Tenooije van wal, ‘‘dat ‘t energie-technisch beter is om in rode wagens te rijden? Vooral bij autootjes van dit postuur.’’
Ik spitste mij’n oren, want iets dergelijks had ik wel ‘t laatst verwacht.
‘‘Wit kaatst de warmte van de zon onnodig af,’’ ging van der Tenooije doodgemoedereerd verder, ‘’& zwart zuigt juist alles op.’’
Ik liet mijn natuurkundelessen van 20 jaar her weer even terugkomen, om deze man al snel gelijk te moeten geven.
‘‘Maar dan zou zwart toch zuiniger kunnen zijn,’’ weersprak ik evenzogoed.
‘’Welnee, mijn heer,’’ bulderde de Waaijenberg-afstammeling olijk, ‘‘rood heeft juist van beiden de voordelen, waarbij hij de nadelen van de kleuren juist niet meeneemt. Waardoor de warme energie die opgeslagen wordt omgezet kan worden in duurzaam rij-plezier in de vorm van een oplaadbare batterij. Hiermee kan ’’t alarmsysteem kosteloos functioneren. Van groot belang bij deze voor vandalisme gevoelige voituurtjes. & Daarnaast houdt men vaak wat over om bij een vrieskoude morgen moeiteloos de accu te starten. & Weet u wat nog meer?’’
Ik schudde mijn hoofd richting telefoon. Geheel overbodig, want mijn vriend van der Tenooije zette zijn verhaal onverstoord voort.
‘De structuur van rode verf is dermate cohesief, in die zin dat de kleine deeltjes op zo’n manier aan elkaar gaan hechten, dat ‘’t een veel gladdere oppervlak veroorzaakt dan zeg een zwarte dan wel een witte laag. Waardoor deze autootjes zonder enige moeite de toegestane 45 km/uur kunnen halen. Zodat men op grote afstanden niet zo snel de reservetank hoeft aan te spreken.’
I was actually flabbergasted. Ik kreeg geen moederstalig woord meer over mij’n lippen. Nou ja, 1 kort zinnetje dan nog.
‘‘U bedoelt, meneer Van Tenooije, dat de Canta ook nog een behuizing heeft voor een extra tank?’’
‘‘Van dér Tenooije, meneer Van de Sijben, ván dér!’’

‘t Kleinste gemene deel zeurt ‘t meest in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *