verdwenen

Boek gekocht. Over kunst. Nussbaum. Felix.

Hij was opeens verdwenen. Hij was er plots niet meer. Zoals wel meer joden rond ‘t jaar 1944.
Vorige eeuw zou ik ‘rond ‘t jaar ’44’ geschreven hebben.
Maar in die tijd had slechts een enkeling de mogelijkheid te schrijven wat-ie wou, hier op ‘t internet.

Nussbaum.
Nussbaum.
Ik heb wel ‘ns van z’n naam gehoord.
Er ging me ook een lichtje branden toen ik
Verfemte Kunst
Exilkunst
Widerstandskunst

op de cover zag staan.
Dat moest een jood zijn, dacht ik. Een dooie jood.

Niet zo vreemd. Ik kijk alleen maar dode kunstenaars.

Ik gaf de man ‘t geld. Pinnen kon niet. Zo’n marktstal, waar een apparaat nog niet aanwezig is.
Raar als contant straks verdwenen blijkt te zijn. Ook op de markt. Of als je een noodruftige wat toe wil stoppen. Die zullen ze dan ook wel afgeschaft hebben.

‘U heeft iets gevonden?’ vroeg-ie terwijl hij ‘t geld aannam.
Wachtend op ‘t wisselgeld zei ik: ‘Ik krijg de krantenartikelen er gratis bij?’
Ze zaten tussen de schutbladen ingeklemd. Zorgvuldig uitgeknipt. Betrekking hebbend op ‘t onderwerp.
‘Ja, die gaan er over,’ zei de marktkoopman.

Of zou een boekenverkoper op een boekenmarkt liever anders willen heten?

‘… van toen er een expositie van hem was.’

Van toen.
Ik heb een boek van toen, dacht ik.
Méér toen kan een mens niet krijgen, of ‘t moet uit een erfenis afkomstig zijn.

Er zijn nog weinig mensen over die knippen in de krant. Ik weet dat m’n opa alles wat met een boek te maken had tussen de bladzijden geneigd was te stoppen.
Maar na zijn dood is die gewoonte bij de mensheid zo’n beetje opgehouden met bestaan.

‘Ja,’ reageerde ik, ‘daar wordt ‘t boek nog interessanter van.’
Maar te zacht om bij deze wind mezelf voor de koopman verstaanbaar te maken.

Ik zie de kartelrandjes van waar de schaar een kort moment de verkeerde kant op wilde gaan. Op een ander document zie ik de sporen van een scherpe lineaal die de bladzijden van elkaar heeft gescheiden.

Daar voor me buigt een oude man, de man die nog niet zo lang geleden van aarde verdwenen is. Hij drukt zijn bril wat dichter op z’n neus & slaat de volgende bladzijde om. Hij leest wie Nussbaum was. Hoewel hij dat eigenlijk al wist. Hij had ‘t immers al in de krant gelezen.

We lezen nog een stukje nieuws in Zijperspace.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *