Tuurlijk wil ik liefst ook vooruit rijden als ik in de trein zit. Maar dat is niet omdat ik misselijk wordt van achteruit. Ik word niet goed als mensen iets dergelijks van zichzelf beweren. Ik wantrouw dat soort mensen: ze willen blijkbaar aandacht voor hun zwakke gestel.
Laatst kwam een junk naast me zitten, terwijl er tegenover me 2 plaatsen vrij waren. Hij beweerde ook niet tegen achteruit rijden te kunnen. Daarna begon hij hele verhalen af te steken over andere kwalen die hij onder de leden had. Ik probeerde slechts verder te lezen in m’n boek, maar dat leek niet tot ‘m door te dringen.
Ik wil vooruit rijden omdat ik dan de horizon me tegemoet zie komen. & Niet de hele tijd bezig ben met afscheid nemen van de dingen die voorbij gaan.
Aldus boeken we vooruitgang in Zijperspace.