Ik herkende haar al door de deur van de koelkast die ik aan ‘t bijvullen was. Ik had ‘r al eerder met een fust aan zien komen. M’n 1e opmerking was dus onmiddelijk: we nemen geen fusten retour als je geen bonnetje van de aankoop hebt. Niet-begrijpend keek ze me aan. ‘Heb je een bonnetje bij je?’ vroeg ik ‘r voor alle duidelijkheid. Dat had ze niet, maar ze had ‘m van de week ‘samen’ gekocht (wat is samen, met wie is samen?). Even later had ze ‘m voor een studentenvereniging gekocht. & Ze had van de week nog gebeld of ze ‘t fust bij ons kon inleveren. Bovendien wist ze dat ‘t statiegeld 66,- bedroeg: dat staat op ‘t fust ( 66,11 vulde ik ‘r aan).

Heer/mevrouw luisteraar had waarschijnlijk allang de fust aangenomen & de lieve dame haar statiegeld gegeven. Maar alle bovenstaande mededelingen waren een extra bevestiging voor mij dat ze ‘t fust ergens ontvreemd had. Om onszelf & collega’s te beschermen nemen we daarom fusten niet meer aan zonder dat er een verkoopbon overlegd kan worden. Dat doen de collega’s in de buurt overigens ook. Waardoor je bepaalde sujets urenlang met zware lege fusten de buurt door kan zien banjeren, radeloos op zoek naar ‘t geld voor de volgende kick. Ik zou ze tuurlijk geld kunnen geven voor ‘t lege fust, zodat ze wat meer rust hebben (‘t leven van een junk is al zwaar genoeg), maar dat moedigt ze alleen maar aan de volgende keer nog een fust te jatten. & Dat fust kan bij mij vandaan komen. Dan kunnen ze beter een dag hopeloos rondstruinen & zodoende deze manier van geld verdienen levenslang afzweren.

‘Maar dat vin ik nie leuk,’ zei ze. Dat wist ik, vertelde ik haar, ik vond ‘t zelf ook niet leuk. Ik zou ‘t graag doen, maar ik zou er alleen maar problemen mee krijgen. ‘Da’s ech nie leuk.’ ‘t Speet me, maar ik kon er niks aan veranderen. ‘Da’s toch nie leuk?’ Ik was ‘t nog steeds met ‘r eens, maar moest toch ‘ns verder met m’n werk. Ze moest 1st maar ‘ns dat bonnetje vinden of haar vrienden vragen waar ‘t was, want ‘t was bij aankoop duidelijk meegedeeld.

Na 10 minuten is ze uiteindelijk op haar fiets gestapt: ‘Ik vin ‘t ech nie leuk.’ Ze was weg, maar moest toch nog even terug komen: ‘Ik weet hoe je eruit ziet, dit ga je ech nie leuk vinden,’ ik hoorde haar niet, ‘Want dit ga je voelen.’

Dat zei ze de vorige keer ook al, nadat ik ‘r gezegd had dat ik dat soort fustjes nogeneens kon aannemen omdat ik die nog nooit verkocht had.

Overigens mag men in Zijperspace gebruiken wat men wil.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *