We hebben veel doorgesproken, die laatste keer.
Hoe ik er over dacht toen ik er aan begon & in dat opzicht gegroeid was in positiviteit. & Alles wat er verder mee samenhing.
Een rapport kreeg ik voorgelezen, samengevat, met de vraag of ik me er in kon vinden.
Maar ik ben niet zo moeilijk. Hooguit lang van stof. Dat wist ik me te bedenken terwijl ik aan ‘t woord was. Dit soort coaches zijn echter voorbereid op de factor saai van hun cliënten. Hoewel ik waarschijnlijk 1 van de tussendoorste ben. Schijnbaar onschuldig tegelijkertijd in m’n eerlijkheid.
Ik wist er een hoop bij te halen. Na weer een anekdote besefte ik me dat futiliteiten er niet toe deden. Dit was de grote samenvatting. & Ik kon haar niet eeuwig tot een glimlach verleiden. Zinloos & vermoeiend richting streven naar een afsluiting.
Geen performance, maar wel bewust van waar de weg toe leidt. Een einde. Geen hulp meer, want ik kan niet stoppen met bier drinken. Dat hadden we afgesproken. Dat hoorde ook bij ‘t risico van wat waarneembaar was aan verschijnselen, afwijkingen, verbeteringen & wat dies meer zij.
Handtekening eronder door ja te zeggen na dat voorstel toen.
Maar ik hield ‘t niet vol toen de temperatuur te hoog werd in de voorzomerse hitte & m’n keel een halve liter in 5 min achteroversloeg.
Dus ik zei ‘Nee’.
Ik heb ‘t niet gehaald.
Achter de schermen werd dat besproken, maar ik was met haar al overeengekomen dat dit zou betekenen dat we onze sessies zouden beëindigen straks.
Nog 2 te gaan. Laten we daar maar van genieten.
Ze was te aardig om ‘t niet anders over te laten komen.
Tussen komma’s, aanhalingstekens of alles wat er ondertussen aan de hand was: ‘t ging steeds niet goed. Met mij. Vaak wel. Soms niet echt. Die komen zoals men weet ‘t hardst aan.
Elke verantwoordelijkheid die op m’n bord viel confronteerde me met mijn gemis aan een 2e hand, een 2e been, een wil te hebben, maar ‘t evenwicht te missen. Ik moest alles hinkend, hikkend doen. Lang nadenken, uitstellen & in paniek toch nog tot resultaat komen.
Altijd bang daarop afgerekend te worden. & Zij kon me veel positiviteit toespreken, maar ik bleef ‘t kleutertje dat z’n meerdere gevonden had in alle andere kinderen op ‘t schoolplein. Ik had ze immers nog maar net leren kennen. Iets als in m’n leven lang.
We sloten af. Een korte samenvatting, mijn eerlijk relaas over bevindingen, bereikte resultaten wederzijds.
& Toen stond ze op. Ze rees hoger dan ik me had voor kunnen stellen, hoewel ik achteraf twijfel of ze daadwerkelijk opgestaan was uit haar stoel. Een brede glimlach, blozende wangen, glanzende ogen, haar handen gespreid aan weerszijden om te duiden wat ze zeggen wou.
‘Maar Ton,’ zei ze, ‘je bent volgens mij een verschrikkelijk toffe kerel.’
Enzovoorts…
Ik ben de rest vergeten. Weet alleen dat ik wat ze zei nog nooit gehoord had. Pijnlijk hard drong dat tot me door, mijn doofheid.
Nou ja, op de fiets herinnerde ik de doldwaze eerlijke woorden van Tijn, vlak voor oversteek naar ‘t Vondelpark richting huis. Een arm om m’n schouder weer virtueel aanwezig. Schoonheid tijdens My Morning Jacket.
Always spijt the day after Zijperspace in full glory.